Vorig jaar mei kwamen we erachter dat ik voor het eerst zwanger was. Super spannend en vol zenuwen gingen we naar de verloskundigepraktijk voor de eerste echo, zou alles goed zijn? En ja hoor, een kloppend hartje! Ik was kotsmisselijk, maar zo blij met dit kleine wonder dat in mijn buik groeide. Op naar de volgende echo.
Een paar weken later volgde de termijnecho. In eerste instantie zei de echoscopiste dat alles er goed uit zag. We vroegen nog of we het nu bekend konden maken aan iedereen, ja dat kon. Eenmaal thuis werden we een paar uur later opgebeld dat ze toch iets had gezien wat ze achteraf heeft overlegd met haar collega. Zij zag hetzelfde en ze vroegen ons om later diezelfde dag nog terug te komen voor een extra echo. Daar donder je dan ineens van je roze wolk af. Net nadat we het aan iedereen bekend hadden gemaakt.
Daar waren we dan… Weer vol zenuwen en angst dit keer. Haar collega bevestigde inderdaad wat er eerder op echo ook te zien was. “Wat? Wat is er te zien?!”, dacht ik. Haar buikje bleek nog open te zijn. Dit kon nog voor komen op dit termijn, maar we werden toch voor de zekerheid doorgestuurd naar het ziekenhuis. Hier gingen een paar dagen overheen. Je raadt al wat ik in die dagen heb gedaan, juist Googlen naar open buikjes en of er positieve verhalen over te vinden waren. In het ziekenhuis werd nogmaals aangegeven dat een open buikje vaker voor komt en dat het nog dicht kon gaan groeien. Terwijl de echoscopiste naar het buikje keek zei ze: “Oh, ik heb het wel eens groter gezien.” Ze bekeek de rest van het lichaampje en keek bedenkelijk. “Hmmm, ik zie maar één beentje….”, zei ze. “Ik roep er even een collega bij.” “Wat? Eén beentje?! Maar bij de termijnecho werden beide armpjes en beentjes nog benoemd. Dit kan toch niet?!”, dacht ik. De echoscopiste kwam terug met niet één, maar twee collega’s. Het was erg stil en ze keken allemaal gefocust naar het scherm. Ze zagen inderdaad alle drie hetzelfde, het buikje deed er even niet meer toe. De echoscopiste bood haar excuses aan, ze had ons graag met een gerust gevoel naar huis willen laten gaan maar ze moest wel reëel en eerlijk blijven. Nadat we helemaal waren overdonderd, moesten we in gesprek gaan met de gynaecoloog. Zij vertelde dat we door werden gestuurd naar een ander ziekenhuis voor een GUO. Een soort uitgebreide 20-weken echo waar specifiek werd gekeken naar afwijkingen. Dit kon pas op dinsdag. Het was vrijdagmiddag. Ik moest vier dagen door een hel van onzekerheid! Er werd aan het einde van het gesprek nog gezegd dat als ze daar hetzelfde op de echo zien, we rekening moesten houden met het feit dat het echt foute boel was. Met een heleboel verdriet en onzekerheid vertrokken we naar huis. Hoe kwam ik in hemelsnaam door deze vier dagen heen?
Na dagen van verdriet was de dag aangebroken dat we hopelijk duidelijkheid kregen over wat er aan de hand was met ons kindje. Ik durfde bijna niet meer mee te kijken op het scherm. Ons kindje was de laatste echo’s zo ‘vrolijk’ heen en weer aan het springen in beeld, terwijl er dus misschien wel iets ernstigs aan de hand was. De echo leek een eeuwigheid te duren. Twee gespecialiseerde echoscopistes keken uitgebreid naar het scherm en benoemden allerlei moeilijke termen waar wij niks van begrepen. Het bleek inderdaad foute boel. Het lichaampje leek niet goed aangelegd bij het buikje en de heup. De wereld zakte onder onze voeten vandaan. Volgens de echoscopiste had ons kindje een hele zware afwijking en zou het niet levensvatbaar zijn. Hij begon het al moeilijk te krijgen, want zijn hartslag was erg hoog, waarschijnlijk zou hij nog overlijden in de buik binnen een aantal weken. Ik had de ‘keuze’ om de zwangerschap voort te zetten en de natuur haar gang te laten gaan of om de zwangerschap af te breken. Zo ver was ik nog helemaal niet in mijn hoofd. Van een zwangerschap die goed verliep met nog een levend kindje in je buik moest ik de keuze maken om het af te breken. Hoe onmenselijk… Ik had gekozen voor het laatste. Ik zou het niet aankunnen om het kindje straks te voelen bewegen wetende dat het niet zou overleven. Omdat het kindje al wat groter was, werd gezegd dat ik ‘gewoon’ zou kunnen bevallen. Dit zou goed zijn voor onze eigen verwerking Het kon drie dagen later ingepland worden. Dit waren weer drie erg lange verdrietige dagen.
Ik werd ingeleid en na een bevalling van 30 uur was ons mooie zoontje geboren. Een klein mensje, met zelfs de nageltjes al aan de vingertjes. Hoe is het mogelijk?! De afwijking aan zijn lichaam was duidelijk te zien, het was de juiste keuze geweest. Hoe moeilijk het ook was. Uit liefde voor ons kleintje hadden wij hem moeten laten gaan. De verpleegkundigen hadden hele waardevolle foto’s van hem met onze handen gemaakt. Zo konden we toch altijd terugkijken hoe hij er uit zag.
Een paar maanden later werd ik weer zwanger, terwijl ik anders nog zwanger van hem was geweest. We zeiden al dat hij zijn kleine zusje een kans heeft gegeven om te kunnen leven. Ook deze zwangerschap was totaal niet onbezorgd…..
WORDT VERVOLGD
INGE