Bevallingsverhaal: “Dit was uiterst zeldzaam, er was gewoon één navelstreng, maar twee placenta’s”

| ,

Eindelijk was het zover. Zwanger! Nu wachten op de eerste echo. Deze stond gepland zodra ik 7 weken zwanger zou zijn. Aftellen geblazen dus. Ik had geen idee hoe het was om natuurlijk zwanger te raken, maar ik denk dat het voor ons net nóg een stukje onwerkelijker was. De angst van nooit moeder worden zat zo diep geworteld, dat er echt even een omschakeling moest komen. De familie en beste vrienden waren ingelicht, dus het begon langzaam wat te bezinken. Tot ik op een maandagavond met 6 weken zwangerschap naar de wc ging. Bloed! “Oh nee, bloed! Dit is niet goed. Het gaat helemaal mis!”, dacht ik. Ik heb meteen mijn vriend geroepen en ik stortte letterlijk in. Ik heb voor mijn gevoel een kwartier plat op de trap gelegen. Ons geluk leek in één klap helemaal weg. Gelukkig bleef mijn vriend rustig en belde hij naar de kliniek. Ook al ging deze sluiten, we mochten meteen in de auto stappen om te komen voor een echo. Onderweg hebben we onze ouders gebeld, zodat ze zich voor konden bereiden op het ergste en ook voor wat steun. Nij Geertgen was voor ons een half uur rijden, wat op dat moment voelde als een dag!

Daar aangekomen, stapten we meteen naar binnen. Ik mocht direct gaan liggen. De dokter had alles al klaar staan. Nog steeds helemaal ondersteboven van het bloedverlies en uitgaande van het ergste, begonnen we aan de echo. Huh? Ik zag het! Ik zag onze pinda nog op het scherm! Voor een hartslag was het nog net te vroeg, maar het was dus vals alarm. Wat een opluchting!

Een week later was de spanning niet te houden toen we onze officiële eerste echo hadden. We zagen meteen een sterke hartslag op het scherm! Eindelijk tranen van geluk! Alsof mijn lichaam dacht: “Aan deze paniek moeten we iets veranderen”. De misselijkheid begon en leek niet meer te stoppen. Ik zou weten dat ik zwanger was! Spugen, spugen, spugen. Met 16 weken was het gelukkig over. “Hè, hè, nu weg met de ellende en echt genieten.”, dacht ik. Tot er met 19 weken opnieuw paniek was. Het was half 7 in de ochtend en ik stond op om te gaan werken. Weer bloed! En deze keer geen beetje, maar serieus bloedverlies. “Dit was het dan”, dacht ik. Ik was niet meer misselijk en ik had zoveel bloedverlies. Dit kon alleen maar heel slecht nieuws zijn. Ik heb direct mijn vriend gebeld, maar die kon ik niet bereiken. Mijn moeder was de volgende en die nam gelukkig meteen op. We belden ook de verloskundige en we mochten weer gelijk langskomen. Ook hier stonden ze weer meteen voor ons klaar, ook al was het vroeg. Liggen en hup die echo erop! Een hartslag! Eerst tijd voor opluchting, daarna op zoek naar de oorzaak. We werden direct doorgestuurd naar het ziekenhuis, maar ook daar konden de artsen geen oorzaak vinden. We moesten terug naar huis en hopen dat het bloeden stopte. En dat deed het, thank god!

“Nu de 20 weken echo nog en dan zullen we al dat spannende wel gehad hebben”, dacht ik. Onze kleine werd helemaal goedgekeurd! Een gezonde jongen die drie weken voor ligt op de groei. Nu is iedereen in mijn familie lang, dus daar stonden we niet van te kijken. Door de bloedingen die daarna nog een paar keer optraden en de harde groei van de baby, werden we medisch. Alle echo’s zouden in het ziekenhuis gebeuren. Zo gezegd, zo gedaan. Ik vond het alleen maar fijn dat er extra controle was en we regelmatig ons mannetje konden zien.

Tot er bij 37 weken een knop omging. Ik moest en zou voor die 40 weken bevallen. De angst overheerste alles! Hij was volgroeid, dus mocht hij komen. Dan kon er voor mijn gevoel niets meer mis gaan. Omdat de baby zover voor lag in de ontwikkeling, vonden ze het uiteindelijk inderdaad een prima idee om me niet over de 40 weken te laten gaan. Met 39+1 weken stond mijn schoonzusje met haar gezin aan de deur. Een gezellige zondagmiddag. Ik stond in de keuken en had het gevoel alsof ik in mijn broek plaste. Ik dacht nog: “Wat erg! Zit het huis vol visite, kan ik met mijn zwangere lijf mijn plas niet eens ophouden.” Ik ging stiekem naar boven om me om te kleden. Toen kwam opeens het besef dat dit mijn vliezen waren. Het duurde even voordat dat kwartje viel, maar yes! Het ging beginnen! Met 100 kilometer per uur ging ik naar beneden om het ziekenhuis te bellen. Maxi cosi in de auto en gaan! Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis was er geen wee te bekennen. Daar sta je dan met je koffer en je maxi-cosi. “Ja mevrouw en meneer, komen jullie maar terug als er weeën optreden”, werd er gezegd. “Dit ga je niet menen? We worden naar huis gestuurd?”, dacht ik teleurgesteld. Ja hoor het was serieus: ik kon met mijn dikke maandverband en gebroken vliezen terug naar huis en wachten op weeën.

Het was ondertussen maandagochtend en nog heerste er stilte! ‘s Avonds heb ik met een kleine smeekbede naar het ziekenhuis gebeld of alsjeblieft iemand mijn baby eruit wilde halen. Helaas vond Henny aan de telefoon dat geen goed idee. Slapen was geen optie, dus dan maar douchen. En om 02.00 uur was het zover: de eerste wee! Ja, ja dit was er één, dat wist ik zeker! Tot 03.30 heb ik geijsbeerd door het huis en weeën opvangen. Iedere keer stond ik te tellen. Als het hierbij bleef, was het een eitje. Dit kon ik! We belden het ziekenhuis om te vertellen dat we eraan kwamen! In het ziekenhuis wisten ze me te melden dat dit nog “niks” was. Ze zagen hele lichte weeën voorbij komen op de CTG. Ik denk dat zelfs Rico Verhoeven me niet uit dat bed had gekregen. Ik lag daar en ging écht nergens naartoe zonder dat mijn baby eruit was. Wat een zwangere vrouw in haar hoofd heeft, gebeurt dus blijkbaar, want niemand heeft er ook maar één seconde aan gedacht om me weer naar huis te sturen, haha! Het kon nog wel even gaan duren zeiden ze. Daar stelden we ons dan maar op in. Ondertussen werden de weeën steeds sterker en leek er geen pauze meer in te zitten. Een weeënstorm! En doordat de hartslag van de baby steeds zwakker werd zodra ik op mijn rug of linkerzijde lag, moest ik alles op mijn rechterzijde doen. “Tijd voor een ruggenprik”, dacht ik bij mezelf. Een half uur geleden had ik nog maar 3 centimeter ontsluiting en ik vond dat ik teveel ontsluiting te gaan had. Het duurde een eeuwigheid voor ik naar beneden gereden werd voor de ruggenprik. Er was een klein probleem. Ik was allergisch voor morfine, dus die ruggenprik ging niet zo makkelijk. Terwijl ze bezig waren, kreeg ik een intens persgevoel! “Oh, oh, volgens mij gaat mijn baby er nu uitkomen. Hoe dan met 3 centimeter ontsluiting!?”, dacht ik wanhopig. Met een bloedgang werd ik weer naar boven gereden. Wat bleek!? 9 Centimeter ontsluiting! Ze hebben wél een pijnpompje aan kunnen sluiten. Dat scheelde iets met het opvangen van de persweeën tot die laatste centimeter ontsluiting er ook was. Nu was het zover! Volledige ontsluiting, dus we konden beginnen! Bij elke perswee werd de hartslag van onze zoon minder. Geen tijd te verliezen, onze jongen moest er zo snel mogelijk uit! Na 45 minuten persen was hij daar. Onze wonderbaby waar we zolang op gewacht hebben. Onze droom. Een zoontje: PIM. De placenta kwam gelukkig ook heel snel. Ik dacht dat alles goed verliep, tot er vier gynaecologen op mijn kamer stonden. We hadden weinig in de gaten van wat er speelde. Er zaten twee placenta’s aan één navelstreng. Heel zeldzaam! Ook bizar dat ze dit niet op de echo’s gezien hebben. Na een tiental foto’s van deze zeldzame toestand, volgden er gelukswensen. Ons moment was daar: eindelijk zaten we daar met onze gezonde jongen. We waren het gezin waar we zo lang van droomden. Wat een rijkdom!

KIM

Plaats een reactie