Weg met het verdomhoekje van de miskraam, wij leggen het vast

| ,

Ik fotografeerde de geboorte van hun eerste kindje, en wist dat ze al even bezig waren voor nummer twee. Wat ik altijd zeg tegen mijn kanten is: ‘Ik ben er voor jullie in goede en slechte tijden’. Toen ik hoorde dat M. het vruchtje – want ja hoe noem je zo’n mini mensje zo waardig mogelijk? – was verloren brak mijn hart voor ze. Ze vertelde het te hebben kunnen opvangen en dat ze de watermethode* gebruikten. Ik stelde voor het vruchtje en het afscheid vast te leggen.

Het moment was zo mooi en intiem, en toch voelde ik me niet teveel of ongemakkelijk. Ik wist dat wat ik nu voor ze mocht vastleggen zo enorm waardevol was. Het verhaal maakte online al zoveel los dat we samen besloten een mooie blog te maken om het taboe rond een miskraam te doorbreken. Dit overkomt zoveel vrouwen. En er wordt zo makkelijk over gedaan. ‘Oh, pas 9 weken? Dan probeer je toch snel weer opnieuw?’.

Je kunt enorme buikpijn hebben van een miskraam, veel bloed verliezen en nog dagen blijven vloeien. Je lijf is van slag door de hormonen. En dit is enkel de fysieke pijn. Als je na zoveel negatieve testen ineens die positieve test in handen hebt, voel je je al mama van dit kleine wezentje in wording. Je lijf produceert hormonen, je borsten doen pijn en je bent doodmoe. De misselijkheid begint en oh wat ben je blij met al die tekenen die bevestigen dat er een kindje in je groeit. De uitgerekende datum staat in je agenda en je fantaseert over hoe het zal zijn. En dan, over. Klaar. Uit. Alles weg. Laten we dit onderwerp bespreekbaar maken, laten we vrouwen die dit overkomt steunen en wuif hun verdriet niet weg. Het mag er zijn. En we beseffen dat M. ontzettend veel geluk heeft gehad dat het vruchtje zo compleet en in de vliezen geboren mocht worden. Heb je dit geluk ook? Gebruik de watermethode en maak foto’s. Laat je inspireren door deze mooie fotoserie. En lees vooral het verhaal van deze stoere mama hieronder.

* Watermethode: Na de geboorte wordt de overleden baby in een bak met koud water gelegd. De baby neemt automatisch dezelfde houding als in de baarmoeder aan. Het kindje behoudt de mooie kleur. Daarbij kan de baby vaak vastgehouden en geknuffeld worden.

GEBOORTEFOTOGRAAF JESSICA


Er is iets met het krijgen van kinderen. Met zo’n krappe acht miljard mensen op deze planeet en zo’n dikke tweehonderd duizend geboortes per dag zou je kunnen stellen dat het krijgen van kinderen het meest normale, alledaagse is dat er bestaat. Zo goed als betekenisloos, als je het op deze schaal bekijkt. Helemaal als je hierin meeweegt dat deze telling alleen telt wie nu leeft. De miljarden mensen die voor ons hebben geleefd, zeg zo’n vier miljoen jaar lang, zijn ook allemaal een keer geboren. Ik bedoel, waar hebben we het over. Maar sjonge, en ik weet ook niet hoe het mogelijk is, er is geen enkele generalisatie die de plank zó misslaat als deze.

Voorop staat dat elke ouder het op unieke wijze beleeft. En ouderschap wordt op unieke wijze vormgegeven. Het moet me ook van het hart dat ik niet oordeel over diegene die ervoor kiest om, met welke reden en met welke (erkende) maatregelen dan ook, geen ouder te worden. Want voordat ik losbarst over wat het met míj doet; ook de wens om een kindje te krijgen is relatief.

Maar jee, als ik namens mezelf spreek, is het hebben van mijn zoon Finnin het grootste en het meest magische, indrukwekkende, inspirerende, diepgaande, betekenisvolle dat er is. Het heeft de haarvaten van mijn lijf doordrongen. Het heeft méér dan de zenuw van mijn ziel geraakt. Hij ís de zenuw. Alsof versmolten aan elkaar. Wees gerust, ik werk praktisch fulltime en ben ambitieus, heb vrienden, en voor zover het concept zelfzorg nu reikt, sport ik en doe ik ook andere dingen dan moeder zijn. En vanzelfsprekend is de praktische kant van het geheel ook gewoon loodzwaar, vermoeiend, zelfs af en toe om helemaal gestoord van te worden. Maar het hebben van dat kleine mannetje is meer dan allesomvattend. Het ís alles. Het zit in alles. Compleet onuitwisbaar.

En de keuze voor een tweede spruit is in die hoedanigheid genomen. En jee, wat duurde het een poos voor ik een positieve test in handen had. Daar waar Finnin zich gewoon plotsklaps aandiende als een voldongen feit, onverwacht en ongepland, hebben we voor de tweede zwangerschap beduidend harder gewerkt. De teleurstelling werd maandelijks groter. Vanwege wat haken en ogen aan mijn fysieke infrastructuur stond al een afspraak met de fertiliteitsarts. Maar voorbarig, want, jawel; zwanger! Vier weken. Grote blijdschap, die zich overigens al snel combineerde met het soort vermoeidheid waar je broek bijna van af zakt. Ik was zwanger en op weg om voor een tweede keer moeder te worden. Mijn vriend was extatisch en op weg om voor een tweede keer vader te worden. Welig tierende beeldvorming werd een zijspoor van het normale leven. Noem het vooruitstrevend, maar we hadden al namen. Tot het leven in mij met een week of negen stopte.

En daar waar het schrijven van bovenstaande alinea’s vlot ging, haper ik hier. Want wat zeg ik? Kies ik ervoor om me nuchter op te stellen en te denken ‘het was nog maar negen weken’, ’het was niet levensvatbaar’, ‘een tweede komt wel’? Of geef ik ruimte aan mijn gevoel en sta ik toe, zonder mijn gevoel in twijfel te trekken, dat ik me gewoon diep verdrietig voel? En zonder in detail uit te diepen hoe ik me voel en waarom, want ja, ik voel me verdrietig, maar begin ook langzaam op te krabbelen, raakt dit de kern van wat me het meest verbijstert in dit kader.

Inmiddels weet ik dat zo’n dertig procent van de zwangerschappen eindigt in een miskraam. De hoofdmoot hiervan in een stadium waarin het onopgemerkt blijft. Het overige percentage voor de twaalf weken. En een miniem percentage na twaalf weken. Pak ’m beet één op de tien mensen, maar zeer waarschijnlijk meer, maakt dus bewust een miskraam mee. En wat ik nu leer, en dus niet alleen door mijn eigen ervaring, is dat het verdriet groot is. Dit wordt breed gedragen door iedereen die ik er inmiddels over heb gesproken. Ik had mijn collega’s net op de hoogte gesteld van het heugelijke nieuws (vroeg, ik weet het), maar met een kort mailtje informeerde ik hen alweer over het minder heugelijke nieuws. Reacties volgden en ervaringen werden gedeeld. Zo bleek dat alleen al vier van mijn directe collega’s het ook hadden meegemaakt. Eén van hen, een introverte, uit de kluiten gewassen vent, belde me. De liefste woorden, uit ervaring gesproken. Een andere collega drukte me op het hart de tijd te nemen, want ook hij wist helaas wat voor indruk zoiets maakt. Een vriendin stond met zelfgebakken short bread en watermeloen voor de deur. We ontvingen kaartjes, bloemen en knuffels, in een tijd waarin dat laatste officieel niet mag.

Onder de streep is het duidelijk; het verdriet is groot. Natuurlijk, ook hier is alles relatief. Ik wil het voor diegene die er minder last van heeft niet groter maken dan dat het was of is. Alle belevingen zijn denk ik waar. Maar wat me zo verbijstert, is dat er dus duizenden en duizenden en duizenden mensen zijn die hiermee te maken krijgen. En de wereld die daarachter schuilgaat, is enorm. En toch hoorde ik hier, voor mijn vriend en ik zelf de klos waren, nooit iemand over. Ik kan de vinger niet leggen op waarom dat zo is. Een taboe is iets waarvan veel mensen vinden dat je er niet over mag praten. Daarover praten zou ongepast zijn. Zo ervaar ik dit niet, want de reacties die wij kregen, waren niet alleen lief maar ook heel open. Maar tegelijkertijd is een miskraam niet iets wat je breed deelt, net als veel dingen die in de privésfeer liggen. En of en waarom iets in de privésfeer ligt, is denk ik afhankelijk van zó veel verschillende factoren dat ik dat onderwerp maar in de koelkast laat.

Maar wat ik denk dat we ons moeten afvragen, is wat de consequenties daarvan zijn. Collectief gedragen verdriet, of dat nou lang of kortdurend is, in een verdomhoekje is gewoon niet handig noch zinvol. De verbazing die ik had over de omvang van mijn eigen verdriet, maar ook de twijfels die ik had over de legitimiteit hiervan waren aanzienlijk. En dat vereenzaamt en verhard een mens. De zachte, lieve en open reacties uit mijn omgeving boden daarentegen de ruimte om te voelen wat ik voelde. Ik begreep toen pas dat het verdriet dat ik ervoer, wordt herkend door velen. Een eye opener die ervoor zorgde dat de tranen konden rollen. Er was ineens een kader van begrip. Er was ineens ruimte.

Dus wat mij betreft is het essentieel om op niet te misverstane wijze uit te dragen dat het verdriet na een miskraam groot kan en mag zijn. En ja, dat stond al in brochures en op websites. Ik las het op mijn telefoon. Maar een telefoon is niet hetzelfde als een vriendin, collega, buurvrouw die je met woorden van herkenning dan wel erkenning een zachte hand reikt. Dus als we dit niet in onze interacties integreren, blijft het platte tekst die ons hart niet raakt. Dus ik zal zelf twee dingen doen na deze ervaring. Ten eerste, nooit een geheim van deze miskraam maken. En ten tweede, nooit een geheim maken van het verdriet dat het me deed en doet. En ik hoop dat ik hiermee op een dag iemand anders een kader van begrip kan geven

M

Plaats een reactie