Ik voelde dat er iets niet klopte in mijn lijf, maar dit had ik nooit verwacht

| ,

Ons verhaal begint in de zomer van 2016. Ik werd in september 30 jaar en we hadden in de maanden ervoor besloten dat ik zou gaan stoppen met de pil. We waren 5.5 jaar bij elkaar, kochten een mooie woning en hadden allebei een baan. Conclusie: een goede stabiele basis.

De eerste maanden na het stoppen met de pil kreeg ik de nodige lichamelijke klachten. Vooral veel steken in mijn linkerzij. Ook werd ik ontzettend prikkelbaar. Maar ach, als je de pil 14 jaar hebt geslikt, dan is het ook niet zo raar dat je lichaam niet begrijpt wat er gebeurt. Na een paar maanden trokken de klachten ook weer weg. “Zie je wel? Mijn lichaam moet gewoon even wennen aan een leven zonder de pil”, dacht ik. Mijn cyclussen waren meteen best regelmatig. Af en toe een keer een uitschieter van 15 dagen, maar over het algemeen netjes tussen de 28 en 30 dagen.

In de zomer van 2017 werd een vriend van ons ongeneeslijk ziek. Hij ging met een redelijk onschuldig vermoeden naar het ziekenhuis, maar helaas bleek het vele malen erger te zijn en waren er nog kleine kansen op genezing. Na de zomer van 2017 ging mijn cyclus alle kanten op. Soms had ik een cyclus van 68, 53 of 48 dagen. En daar kwamen ook die rotklachten weer de hoek om kijken. Met het verhaal van onze vriend in het achterhoofd, heb ik in december de stap gemaakt naar de huisarts. Ik voelde dat er iets niet klopte in mijn lijf. Wat dat was, dat wist ik nog niet. Misschien gewoon een verstoorde hormoonhuishouding doordat mijn lijf nog steeds niet heeft geaccepteerd dat ik ben gestopt met de pil. Of toch iets anders, zoals wat bij onze vriend ook het geval bleek te zijn.

Ik kreeg een doorverwijzing voor een uitwendige echo. Hier waren geen bijzonderheden op te zien, alleen een klein vleesboompje, maar daar zouden mijn klachten niet door kunnen komen. Ondanks de goede uitslag, was ik nog niet gerust. Ik wíst dat er niet klopte in mijn lijf. Dus hup, weer naar de huisarts voor een tweede doorverwijzing voor de gynaecoloog. Hier kreeg ik een inwendige echo. Hierop waren ook geen rare dingen te zien, alleen één grote follikel (eicelblaasje). Doordat ik mijn cyclus net had gehad, kon ze me vertellen dat deze de vorige ronde niet was gesprongen. Dit zou ook wel kunnen komen door de korte cyclussen die ik ineens had (een paar maanden achter elkaar stipt 21 dagen). Mocht ik iets verder willen uitzoeken, dan zou ik nog een afspraak kunnen maken met de voortplantingsdeskundige.

Na overleg met mijn partner en veel twijfel, besloot ik daar toch maar een afspraak te maken. Voortplantingsdeskundige klonk zo heftig. We waren nog geeneens bezig met onze kinderwens. Ik had enkel lichamelijke klachten. Maar als zij zeiden dat ik met mijn lichamelijke klachten naar deze afdeling moest, dan zaten hier vast de juiste personen die mij verder zouden kunnen helpen. Dus toch maar de derde doorverwijzing gevraagd bij de huisarts.

In het voorjaar van 2018 liep ik de afdeling van voortplantingsgeneeskunde op. Ik dacht nog: “Ik hoor hier helemaal niet thuis. Hier zitten mensen die hulp nodig hebben bij het zwanger worden. Ik kom hier gewoon voor wat onderzoekjes waar mijn klachten vandaan komen”. Ik voelde me een binnendringer, een soort van ramptoerist: even kijken op een plek waar mensen in een zwaar pakket zitten. Even later werd ik opgehaald door een arts. Thuis had ik al een hele vragenlijst gekregen die ik moest invullen. Ze wilden echt alles van me weten: hoe mijn cyclussen waren, hoe vaak er gemeenschap was, gegevens over mijn familie en hun kinderwens. Er werd opnieuw een inwendige echo gemaakt en er werd een bloedonderzoek gedaan naar mijn hormonen. Een week later zou ik daar de uitslag van krijgen. Ik had wel de verwachting dat er iets uit het bloedonderzoek zou komen. Ik ging ervan uit dat ik misschien een beetje hormonen bij moest spuiten, om alles weer recht te trekken. Maar de uitslag was totaal anders… De artsen vermoedden een verminderde eicelvoorraad. Dit had ik niet aan zien komen. Ik wist het allemaal even niet meer. De arts legde mij uit dat de hormonen waar ze op geprikt hadden niet in balans waren met elkaar, wat kon duiden op een lage eicelvoorraad. Om dit te verder uit te zoeken was een ander bloedonderzoek nodig, waarop AMH werd getest. Deze waarde laat zien hoe het met je eicelvoorraad gesteld is. Maar goed dat ik toen niet heb gegoogled, anders was ik erachter gekomen dat middels dit bloedonderzoek, onderzocht kan worden wanneer een vrouw in de overgang komt.

Op vrijdag zou ik gebeld worden over de uitslag. In diezelfde week liet mijn partner ook zijn sperma controleren. Ook die uitslag zouden we vrijdag krijgen. Aan het eind van die vrijdag belde de arts. Mijn hart ging als een razende tekeer. Hij had goed nieuws. Met mijn partner zijn sperma was niks aan de hand. Zo, dat is weer een zorg minder. Helaas had hij mijn uitslag nog niet binnen. Ik vroeg hem wanneer de uitslag dan zou komen. Hij belde naar het lab. Niet veel later belde hij me terug. Helaas was de meting niet betrouwbaar gebleken en dus moest de test, hoe vervelend hij het ook voor me vond, opnieuw. Dus hup, daar ging ik weer vol goede moed. Voor de zoveelste keer bloedprikken. Voor de derde keer de afdeling op waarvan ik nu opeens voelde dat ik er waarschijnlijk toch echt wel thuis hoorde.

En toen werd het vrijdag, laat in de middag. 17.00 uur, de dag van de uitslag. Daar ging mijn telefoon. Mijn hart klopte bijna uit mijn borst van spanning. Hij viel meteen met de deur in huis. Het vermoeden van een lage eicelvoorraad werd bevestigd door de bloedtest. Tranen sprongen meteen in mijn ogen en ik gebaarde naar mijn partner dat het foute boel was. Maar ook ging ik direct in een soort overlevingsmodus. “Oké en hoe nu verder?” We maakten een afspraak voor maandagochtend, zodat we de uitslag goed konden bespreken en ook de vervolgstappen hierop. “Oké prima, we gaan er voor! In het ergste geval wordt het IVF”, was onze gedachte. Wisten wij veel dat het nog veel erger zou worden.

‘s Avonds zijn we naar mijn partner zijn ouders gegaan. Toen mijn partner aangaf dat we iets moesten vertellen, kwam uiteraard meteen de vraag: “Zijn jullie zwanger?”. Au! Die opmerking deed zo ontzettend veel pijn. Dit liet mij ook meteen zien dat we open kaart moesten spelen. We hebben hun en zijn oudste broer verteld wat er aan de hand was. Ik wilde open kaart spelen. We vroegen ze het nog even stil te houden voor de rest van het gezin. Die zouden we maandag inlichten zodra we meer nieuws hadden.

Vol goede moed gingen we naar de afspraak op maandag. Ik liep opnieuw de afdeling voortplantingsgeneeskunde op. Dit keer met de tranen in mijn ogen, want ik hoorde hier dus wel écht thuis. Maar meteen nam mijn oerkracht het over. We gingen er gewoon voor. Punt. Nog geen idee welke bom de arts straks zou laten vallen.

Welk nieuws wij ontvingen lees je in mijn volgende blog. Lees deze HIER.

JOLANDA

Plaats een reactie