De gynaecoloog kan het hartje van ons voldragen kindje niet vinden

| ,

Dinsdag vier februari is de zwartste dag uit ons leven… Omdat ik diabetes type 1 heb, word ik ingeleid net zoals bij mijn vorige twee zwangerschappen. Om half negen in de ochtend worden wij in het ziekenhuis verwacht. Het is druk, dus wij worden eerst door een gastvrouw begeleid naar de kamer. De verloskundige komt al snel op de kamer en geeft een korte uitleg gegeven over de procedure van inleiden. Daarna voelt de verloskundige aan mijn buik dat ik al wat harde buiken heb. Hopelijk ook wat ontsluiting, zodat zij de vliezen kan gaan breken en de bevalling kan gaan beginnen. Eerst een hartfilmpje… De verloskundige kan het hartje van de baby niet vinden. Ze maakt zich nog geen zorgen (ik al wel!). De baby kan anders liggen, waardoor het hartje niet te vinden is. De verloskundige pakt het echo apparaat erbij om te kijken hoe de baby ligt. De verloskundige zegt dat zij de gynaecoloog gaat halen. Wij zien dat het foute boel is, maar toch ontken ik dit voor mezelf. De gynaecoloog komt binnen en maakt ook een echo. Al snel zegt zij: “Ik heb helaas slecht nieuws. Het hartje klopt niet meer”. Wessel en ik beginnen te huilen. Onze wereld stort in. Ik weet nog dat ik heb geroepen: “Hoe kan dit nu?” Maar verder is het een roes voor mij. De verloskundige en gynaecoloog laten ons even alleen en leggen uit dat wanneer wij meer uitleg willen krijgen, wij op de alarmknop kunnen drukken. Na heel veel huilen met elkaar, hebben wij gebeld om uitleg. De gynaecoloog legt alles uit over hoe nu verder. Ik moet natuurlijk bevallen. Het liefste wil ik een keizersnede, maar dat doen ze niet in verband met de verwerking en lichamelijk herstel. Ik moet over een aantal dagen naar de uitvaart van mijn eigen kind gaan. Bizar!

Ik krijg een tabletje om de bevalling op te wekken. Ik heb geef gelijk aan weinig tot geen pijn te willen. De pijn dat mijn kind niet meer leeft, is al erg genoeg. Wij krijgen ook nog de keus om naar huis te gaan en de volgende dag terug te komen. Dit wil ik niet. Ik wil hem of haar uit mijn buik hebben (het geslacht weten wij niet). Het verdriet en de pijn zal er niet minder om zijn. We moeten de familie en vrienden nog bellen. De meesten nemen vrolijk op, omdat zij natuurlijk leuk nieuws verwachten. Maar helaas…. Onze geliefden komen ook in een nachtmerrie terecht. Om kwart voor elf ben ik er aan toe om het eerste tabletje te krijgen. Ondertussen krijgen wij folders over kistjes, stichtingen en uitvaartzorg. Ik kijk hier niet in. Ik kan het niet! Wessel belt de begrafenisondernemer om alvast te informeren over wat wij moeten doen als wij thuis komen met hem of haar. Wij willen ons kindje sowieso meenemen naar huis. Om twaalf uur geef ik aan klaar te zijn voor de ruggenprik. Gelukkig zijn ze daar geïnformeerd dat de baby niet meer leeft. Om kwart voor twee gaan we weer terug naar de afdeling. Rond vier uur krijg ik meer pijn en druk. Ik heb zes centimeter ontsluiting. Ik wil dat de verloskundige even bij ons blijft. We praten wat met haar. Wij zijn al bijna de hele dag met zijn tweeën. Dit willen wij ook graag. Tijdens het praten, breken mijn vliezen. Hierna gaat het snel. Om vijf uur voel ik weer wat meer druk. Ik zit op acht centimeter. Ik denk alleen maar: “Laat het nu snel gaan!”. En heel gek, maar ik blijf de hoop houden dat de artsen het verkeerd hebben gezien en mijn kind nog leeft. Ook al weet ik wel beter. De baby gaat er niet makkelijk uit. Hij of zij zit vast met de schouders. De gynaecoloog komt erbij en helpt even. Uiteindelijk is om zeven over zes onze zoon Elias geboren. Een jongen!

Jeetje, wat is het stil…. Hij wordt bij mij op de borst gelegd. Wat is hij mooi! Met zij witte haartjes! Het lijkt net alsof hij ieder moment kan gaan huilen. Hij is nog lekker warm. Maar helaas, het blijft stil. Wat is dit oneerlijk! Hij is perfect en alles zit er op en aan. Wessel en ik kunnen niet ophouden met huilen. Wat doet dit ongelofelijk veel pijn. De verpleegkundige maakt foto’s. De verloskundige helpt nog met de medische handelingen bij mij. Daarna kan ik volop knuffelen met Elias. Na het knuffelen gaan ze hem wegen en meten. Hij weegt 4690 gram en is 54 centimeter lang . Hij is een flinke kerel! Hij weegt gewoon een kilo meer dan zijn broer en zus. Eerst wilde papa hem in bad doen, maar omdat zijn huid zo broos is, doen we dit niet. Papa doet met heel veel tranen en pauzes zijn eerste pakje aan. Hij heeft een geel shirtje aan met de tekst ‘Hello new day’ erop en een wit broekje met wolkjes. Het pakje past maar net, omdat hij zo groot is. Ik ga mezelf even opfrissen met de hulp van de verpleegkundige. Ondertussen komt er een andere verpleegkundige langs om hand- en voetafdrukjes te maken. Omdat zijn voetje zo groot is, past dit niet in de mal. De afdrukken moeten dus in twee keer gedaan worden. We hebben een herinneringsbox met daarin onder andere het haarlokje, twee gehaakte olifantjes en een schrijfboekje. Echt heel fijn dat het ziekenhuis dit ter beschikking geeft. Daar denk je niet over na op dat moment. We laten de familie en vrienden weten dat hij is geboren.

Opa en oma komen in het ziekenhuis langs. Zij blijven maar kort, omdat de gynaecoloog met ons in gesprek wil gaan. Ze bespreekt veel met ons, maar ik moet zeggen dat het een beetje langs mij heen gaat. De vraag is ook of wij obductie op Elias willen laten doen. Dit willen wij niet. Wij krijgen hem er niet mee terug en hebben geen kinderwens meer na hem. Hij is niet vervangbaar en die angst dat het weer misgaat, willen wij niet. Het enige wat we wel willen, is het afnemen van kweekjes van mij en Elias en bloedonderzoek bij mij. Er wordt een afspraak gemaakt om het over twee weken na te bespreken en om te kijken wat er uit de uitslagen is gekomen. Wij bellen na dit gesprek naar de begrafenisondernemer dat we naar huis gaan met zijn drieën. Zij zegt dat ze de volgende ochtend langskomt en adviseert ons het raam in de babykamer open te zetten, zodat het wat kouder is op zijn kamer. Ook moeten wij coldpacks naast Elias neerleggen en deze om de drie uur verwisselen. Een koelplaat is te koud voor een kleine baby (nou ja, klein?).

Het is zover: wij mogen naar huis en nemen Elias mee in de maxicosi. In de auto heb ik Elias vast, maar dit vinden wij ook een eng idee. Stel dat we een ongeluk krijgen? Een rare gedachte, ik weet het. We rijden naar huis. Wat is het stil in de auto. Geen gehuil. Ik had liever gehad dat hij krijste tot we thuis zouden zijn. Thuis bij zijn papa, mama, grote zus en grote broer. Daar hoort hij, voor altijd!

Lieve Elias, love you to the moon and back…

LIEKE

1 gedachte over “De gynaecoloog kan het hartje van ons voldragen kindje niet vinden”

  1. Met grote trots en stil verdriet lees ik het bericht van mijn nichtje Lieke.
    Het grote verlies heeft veel impact op hun gezin en verdere familie.
    Ze hebben het fantastisch gedaan en het gemis zal altijd blijven.
    Elias ziel heeft de warmte van dit gezin gekend en zal als een sterretje op hun schijnen.❤️

    Beantwoorden

Plaats een reactie