De NIPT-uitslag was niet goed, maar de vruchtwaterpunctie bleek wèl goed

|

Met Oud en Nieuw 2016 besloten we dat we voor een kindje wilden gaan. Ik had een onregelmatige cyclus, maar ik was heel netjes binnen een half jaar zwanger. Ik voelde me prima en bleef de gehele zwangerschap onder controle bij de verloskundige. Met 38 weken en 5 dagen braken mijn vliezen spontaan. Na twee dagen wachten gebeurde er helemaal niks en ben ik uiteindelijk ingeleid. Ik heb een fijne en snelle bevalling gehad. Met een klein beetje hulp van de vacuümpomp, was Lennox er binnen vier uurtjes. Na een heerlijke zwangerschap, voorspoedige bevalling, hadden we een gezonde zoon! Helaas bleek in de kraamweek dat Lennox een infectie had opgelopen. We moesten terug naar het ziekenhuis. Lennox ging daar aan een infuus met antibiotica. Gelukkig mochten we na drie dagen naar huis. Omdat alles zo goed was gegaan bij mijn eerste zwangerschap, hield ik er geen rekening mee dat het met volgende zwangerschappen heel anders kon gaan….

Iets in mijn achterhoofd zei dat het niet goed zat

Ik was binnen een jaar eigenlijk alweer klaar voor nog een kindje. Ik genoot van mijn zoon en wilde heel graag nog een kindje aan ons gezin toevoegen. Begin januari 2018 besloten we daarom voor een tweede te gaan en dat ging veel sneller dan verwacht. De eerste poging was het raak en nog voordat Lennox één jaar werd, was ik dus alweer zwanger. Even schakelen, maar zeker heel erg gewenst! Toch zei iets in mijn achterhoofd altijd al dat het niet goed zat. Met zes weken zagen we het hartje kloppen en leek alles goed te zijn. Toch bleef dat onderbuikgevoel dat er iets niet pluis was. Op wat misselijkheid na voelde ik me verder goed. Ik probeerde het gevoel van me af te zetten. We gingen op vakantie. Na de vakantie zouden we de 12-wekenecho hebben. “Als daar alles goed blijkt, dan hadden we de spannende periode gehad. Daarna komt het allemaal wel goed!”, dacht ik.

Mijn gevoel klopte

Ik mocht meteen gaan liggen. Mijn onderbuikgevoel klopte. De verloskundige zei: ‘Het is niet goed. Het hartje klopt niet meer.” Met ongeveer 10 weken is ons kindje overleden. Ik bleef er heel nuchter onder, ik hoefde niet te huilen en we zijn naar huis gegaan. Thuis kwamen de tranen en hebben we het even moeilijk gehad. Toch konden we het goed verwerken, waarschijnlijk omdat ik al in mijn hoofd had dat het niet goed zat. Mijn lichaam heeft gelukkig na twee weken het kindje zelf afgestoten. We sloten het af. Ik voelde hier verder geen emotie bij. We besloten weer verder te ‘proberen’. Mij cyclus was op dat moment heel regelmatig. Meteen de maand erna was ik weer zwanger. Maar ook nu dacht ik: ‘Dit voelt ook niet goed’. Ook deze zwangerschap liep uit op een miskraam. Dit keer een stuk sneller, al met zes weken. Omdat het zo vroeg was, zag ik dit ook niet als een kindje. Ik vond het jammer, maar had er verder geen verdriet over. In mijn hoofd wist ik: ‘Dit komt uiteindelijk goed’. Na deze miskraam heb ik zelfs nog een vroegere miskraam gehad en ook daar dacht ik hetzelfde over als de eerste keer. “Jammer, verdrietig, maar zeker niet het einde.” 

Er was een reden voor al die miskramen

Na drie miskramen mag je een onderzoek laten doen bij de gynaecoloog. Het kon natuurlijk gewoon pech zijn, maar er kon ook een oorzaak achter zitten. Na een aantal onderzoeken kwam er bij mij inderdaad een oorzaak uit. Ik was blij dat er iets gevonden was, maar de uitkomst was wel schrikken. Ik bleek een niet erfelijk bloedziekte te hebben. Een zeldzame ziekte: lupus anticoagulans. Het komt zo zelden voor dat het de gynaecoloog ook verbaasde. Ik blijk deze ziekte al mijn hele leven zonder symptomen te hebben. Kort gezegd betekent het dat mijn bloed niet weet wanneer het moet stoppen met stollen, waardoor een kindje dus eigenlijk nooit in mijn baarmoeder kan hechten en zwangerschappen altijd vroeg misgaan. Dat de zwangerschap van Lennox zonder problemen is verlopen, is dus echt een wonder! Er is een gemakkelijke oplossing voor dit stollingsprobleem: bloedverdunners prikken tijdens de zwangerschap. “Zo fijn dat we dit nu allemaal weten. Nu kunnen we snel weer zwanger worden en een kindje verwelkomen!”, dachten we…

Weer een tegenvaller

De keren hiervoor raakte ik zo snel en makkelijk zwanger, dat ik er nu helemaal geen rekening mee hield dat het wel eens langer kon gaan duren. Na een jaar was het nog steeds niet gelukt en zochten wij hulp bij de gynaecoloog. Na heel wat onderzoeken bleek nu ook dat ik PCOS had. Ik had het afgelopen jaar nooit echt een goede eisprong gehad en dus ook geen kans op een zwangerschap. Weer een klap die we moesten verwerken. We bleven niet bij de pakken neer zitten maar begonnen met follikelstimulatie. Ik startte met het medicijn Clomid. Eerst één pilletje voor een aantal dagen. Op dag 10 mocht ik naar het ziekenhuis voor een inwendige echo. De arts keek of er al een eicel rijpte. Helaas had één pil geen effect, ook een dubbele dosis deed niks. Inmiddels waren we alweer een paar maanden verder en slikte ik de hoogste dosis van het middel. Als dit niet werkte, moesten we overstappen op hormoonprikken. Bij de eerste follikelmeting werden er drie goede eicellen gevonden. Ik baalde, want er werd streng afgeraden om door te gaan, omdat de kans op een drieling heel groot was. Wij besloten er toch voor te gaan. “De afgelopen jaren is het iedere keer niet gelukt, waarom zou het dan nu opeens drie keer raak zijn?”, dachten wij. Bij die drie rijpe eicellen heb ik mijn eisprong heel erg duidelijk gevoeld. Ik wist dus precies wanneer we ‘aan de slag’ moesten. ‘Dit gaat goed komen, dit wordt ons kindje’, voelde ik meteen. En ja hoor twee weken later had ik een positieve test in mijn handen.

Hoeveel kindjes zouden er in mijn buik zitten?

De eerste controle bij de gynaecoloog was ik echt heel erg zenuwachtig. “Wat als het toch twee of drie kindjes zijn?!”, dacht ik. Ik ben nog nooit zo zenuwachtig geweest. Na een hele zoektocht bleek er toch één kindje in mijn buik te groeien. Ik wist meteen: ‘Dit zit helemaal goed’. Ik moest gelijk bloedverdunners prikken, dat moet al vanaf 6 weken zwangerschap. Ik vond het in het begin spannend om elke avond een prik in mijn eigen buik te zetten, maar ik moet eerlijk zeggen dat het heel snel went. Op een gegeven moment vond ik het helemaal niet erg meer. Mijn zwangerschap verliep heel erg goed. Ik kreeg veel extra controles, maar dat was meer voor mijn eigen gemoedstoestand. Met 25 weken zwangerschap kreeg ik een lichte vorm van zwangerschapsdiabetes. Door de bloedverdunners en diabetes mocht ik er voor kiezen om me te laten inleiden met 40 weken. Met precies 40 weken was ik om 8.00 ‘s ochtends in het ziekenhuis om onze baby te ontmoeten.

De inleiding begon

Ik gaf meteen aan dat Lennox vrij snel geboren was. Omdat mijn eerste bevalling maar vier uurtjes duurde, werd er besloten om rustig aan te doen met het toedienen van de oxytocine. We begonnen laag. De dosis werd steeds verdubbeld, maar er gebeurde niks, tot de verpleegster hem van 6 naar 12 drukte. Opeens sloegen de medicijnen aan en schoot ik binnen een half uur van 3 naar 10 cm ontsluiting. Ik zat een halfuur lang een weeënstorm. Ik zei tegen de verpleegster: “Hij komt er aan.” ze geloofde me niet en zei dat de verloskundige even moest controleren. Zij voelde en riep meteen door de gang: “Er komt NU een baby aan”. Ik perste twee keer en binnen twee minuten was Harlow daar. De bevalling duurde van het begin tot het eind 40 minuten. Mijn hoofd kon het eigenlijk niet bijhouden zo snel was het gegaan! We waren dolgelukkig. Daar was na 2,5 jaar eindelijk onze prachtige regenboogbaby! Lennox was dol op zijn broertje. Alles liep heerlijk.

Nog een kindje?

We waren er nog niet over uit of we nog een kindje aan ons gezin wilde toevoegen. Ik gebruikte ovulatietesten als anticonceptie met daarmee in mijn achterhoofd dat dat niet helemaal betrouwbaar is, maar het heeft bij Harlow zoveel moeite en medicijnen gekost dat ik de kans heel erg klein inschatte dat ik nu zo snel en natuurlijk zwanger zou worden. Toen Harlow ongeveer één jaar was, voelde ik me al een tijdje niet zo heel erg lekker, maar eigenlijk stond ik er niet zo bij stil. “Het is vast vermoeidheid “, dacht ik. Maar toen ik daarbij ook zeer emotioneel werd, besefte ik dat ik misschien wel zwanger was. Ik deed een test en deze was meteen positief! Dat was schrikken, hier had ik toch niet echt rekening mee gehouden. Opeens weer spontaan zwanger en zo snel na Harlow. Ik was er wel dolgelukkig mee. Ik begon meteen weer met het prikken van de bloedverdunners. Hierdoor werd ik medisch en kwam ik onder controle bij de gynaecoloog.

De NIPT-uitslag is niet goed

Met 11 weken deden we de NIPT. Dit hadden we bij Harlow ook laten doen en was gewoon een formaliteit. Dat daar een afwijking uit zou kunnen komen, daar stond ik niet eens bij stil. Na een paar weken, in onze vakantie, werd ik gebeld met de uitslag. ‘Het is niet goed’, zei de gynaecoloog. Dat was een klap in mijn gezicht. Hier had ik echt geen rekening mee gehouden. We mochten op gesprek komen bij de gynaecoloog en kregen daar te horen dat er een afwijking in de chromosomen was gevonden: trisomie 13. Dit is een ernstige afwijking, zelfs niet levensvatbaar. We kregen heel veel informatie. Allereerst moet er met een vruchtwaterpunctie gekeken worden of de afwijking misschien alleen in de placenta zat en niet bij het kindje. De kans hierop was echter zo klein dat wij al informatie meekregen over afscheid nemen van ons kind. Een vruchtwaterpunctie kon pas gedaan worden rond 16 weken zwangerschap. De uitslag duurde dan ook nog 3 weken. Als de uitslag niet goed was, moest ik dus bevallen van een kindje van een week of 19. We kregen folders mee en een afspraak voor de punctie. 

In tegenstelling tot de eerdere miskramen was ik hier heel erg emotioneel onder

Ik kon aan niks anders denken en ik huilde veel. Ik probeerde bezig te blijven, maar eigenlijk had ik al afscheid genomen van het kindje in mijn buik. De kans dat het wel goed zat, was zo klein. De punctie zelf vond ik niet zo heel erg het wachten op de uitslag wel. Ik voelde mijn kindje in mijn buik, maar ik kon er niet blij mee zijn, want ik moest afscheid nemen van dit kleintje. Na drie lange weken kregen we de uitslag. Het was goed. ‘Goed?’, dachten wij, “wat is er dan? En hoe kan het nu opeens goed zijn na zoveel gekke weken?”. We moesten wachten op een afspraak met de geneticus. Hij kon ons meer vertellen. Echt blij kon ik nog niet zijn. Ik vond het heel erg lastig om te vertrouwen op de woorden: ‘Het is goed’.

Het komt nauwelijks voor, maar de afwijking zat alleen in de placenta

Na een uitgebreide 13 weken echo waarbij alles er goed uitzag en er geen afwijkingen werden gevonden hadden we nog een gesprek bij de geneticus. Hij vertelde ons dat de afwijking alleen in de placenta zat en dus niet bij ons kindje. Dit komt heel soms voor. Als in het begin je kindje gevormd wordt, delen alle cellen zo vaak dat er wel eens iets mis kan gaan. Je lichaam beseft dan soms dat er iets fout gaat, die cellen niet bij het kindje moeten komen en stopt deze in de placenta. Omdat een NIPT alleen kijkt naar het bloed van de moeder (en dus de placenta) wordt de afwijking gevonden. Wij vonden het nog steeds moeilijk om er vertrouwen in te krijgen, maar de geneticus vertelde dat we nu net zo’n grote kans hadden op een gezond kind als dat de uitslag gewoon goed was geweest. Eigenlijk was de kans op een gezond kind nog groter, omdat er al zoveel was uitgesloten. Toch kreeg ik pas na de 20-wekenecho echt een beetje vertrouwen in de zwangerschap.

Binnen 40 minuten was ik bevallen

De zwangerschap verliep verder goed. Ook bij deze zwangerschap koos ik er voor om me met 40 weken te laten inleiden. Ik had al 2 cm ontsluiting en na twee keer strippen gebeurde er vrij weinig. Met precies 40 weken zat ik dus weer op de bekende plek, klaar voor mijn derde jongen. Ook hier gaf ik meteen weer aan hoe snel mijn eerdere bevallingen gegaan zijn. We zouden weer rustig beginnen. Eerst werden mijn vliezen gebroken. De artsen keken het een half uurtje aan. Helaas gebeurde er niets vanzelf en werd het infuus met ocytocine klaar gezet. Eerst op de laagste stand. De eerst wee begon. De verloskundige zei: ‘Meestal komen we na twee uurtjes weer kijken, maar we zullen bij jou over een uurtje weer langs komen’. Ze was de kamer nog niet uit of ik voelde wat persdrang. Ook nu schoot ik weer van 3 naar 10 cm binnen een half uurtje. Ik kon het nu mentaal iets beter bijhouden, omdat ik er al op voorbereid was. Met twee keer persen was daar Wyeth. Weer een bevalling van 40 minuten met als uitkomst een knappe en gezonde jongen! Pas toen hij er echt was, vielen alle zorgen van de afgelopen maanden van mijn schouders. Hij was echt gezond en hij was hier bij mij!

Inmiddels is Wyeth bijna vier maanden en geniet ik volop van mijn drie jongens. Ik zou dolgraag meer kinderen willen, maar na alles wat er gebeurd is voel ik mij zo gezegend met drie gezonde kinderen, dat ik geen risico’s meer wil nemen. Ons gezin is compleet!

MILOU

1 gedachte over “De NIPT-uitslag was niet goed, maar de vruchtwaterpunctie bleek wèl goed”

Plaats een reactie