Expertblog ontwikkelingspsycholoog: Moos heeft woede-uitbarstingen en ouders weten niet meer hoe ze dit aan kunnen pakken

| ,

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram te volgen.

Eefje schrijft vanuit haar expertise als ontwikkelingspsycholoog regelmatig een expertblog.

Lees hier een eerdere blog: Het jengelige gedrag van Mason (15 mnd) en zijn moeizame slapen breekt ouders op

Woede-uitbarstingen

De ouders van de 4-jarige Moos sprak ik over zijn woede-uitbarstingen. Hij ging regelmatig gillend op de grond liggen, hard schreeuwen, en tegen ouders aan willen duwen of schoppen. Ook gooide hij soms met speelgoed of spullen die op tafel lagen. Vader zei lachend in één van de eerste minuten grappend: “Moos is altijd boos”. Moeder en ik lachten er ook een beetje om. Later bleek dit een groot thema. Niet zozeer de boosheid. Maar het lachen of weglachen wat onbewust veel en vaak gebeurde in het gezin.

Een zus die heel ander gedrag vertoont

Ouders hadden nog een 6-jarige dochter, Mira. Ze vertelden dat Mira eigenlijk nooit boos of heel verdrietig was. Ze was altijd makkelijk in die zin dat ze ging slapen zonder morren, overal mee naartoe ging en nooit dergelijke uitbarstingen had. Ook nooit gehad. Ouders waren dit dus niet gewend. Zoontje Moos liet vaker van zich horen en dat vonden ze lastig.

Wat maakte Moos nu boos?

Ik vroeg ouders wat context te geven rondom de boze buien, om erachter te komen wat nu maakte dat Moos zo boos werd en of daar een patroon in te vinden was. Soms is dat heel duidelijk het geval, als kinderen bijvoorbeeld voorspelbaarheid of informatie missen. Soms lijken kinderen meer ‘random’  boos te worden, door bijvoorbeeld opgestapelde spanningen van die dag of dagen/weken ervoor.

Credit: pexels.com

Emoties van ouders

Het viel me op dat ouders snel zaken rationaliseerden als ze het niet konden verklaren en dan al snel met de handen in het haar zaten. Zelf waren ze ook niet echt mensen die snel in de emotie schoten, net als hun dochter. Ik vroeg hen hoe ze zelf met hun eigen boosheid omgingen. Op deze vraag bleef het even stil. “Wij zijn eigenlijk nooit boos”, gaf moeder aan. Moos was wel degelijk boos met momenten, wat natuurlijk heel normaal is. Iedereen voelt zich wel eens boos, bang of angstig. Ik ging met ouders in eerste instantie aan de slag rond hun eigen emoties, die er wel degelijk bleken te zijn, nog zonder dat ze iets veranderden richting Moos. Het leek er namelijk sterk op dat Moos als een soort spiegel van het gezin fungeerde, zoals veel kinderen doen. Mogelijk zoog hij als een soort spons alle niet geuite of gevoelde boosheid in het gezin op om er vervolgens uit te ‘knallen’. Op een manier die niet altijd handig of prettig was voor hem of zijn gezinsleden. Maar waarin hij ook nog niet voldoende rijp is in zijn hersenontwikkeling om dit te kunnen, en hierin dus hulp nodig heeft.

De boosheid van Moos was minder maar nog aanwezig

Door met ouders te werken aan het herkennen en doorvoelen, en niet wegmaken of -lachen, van hun eigen gevoelens, leerden ze ook stapje voor stapje om ruimte te maken voor de boosheid van Moos. Uiteindelijk verdwenen de boze buien van Moos niet helemaal. Maar was dat ook niet meer de vraag van ouders nu ze zelf beter wisten dat dit normaal is, zeker voor deze leeftijd, ze niet meer terugdeinsden voor deze emotie én meer zicht hadden op waar dit vandaan kwam bij hun zoon. Bij Moos leek dit vooral nog voort te komen uit opgestapelde spanningen na bijvoorbeeld een lange dag school of de niet-geuite gevoelens van ouders. We oefenden samen om ruimte te laten voor de emoties van Moos, en ook van zijn zus en henzelf. Soms werd Moos baldadig en wilde hij vader een duw geven of een pop van zijn zus stuk maken, wat ouders dan begrensden, maar mét behoud van verbinding met Moos. Zijn boosheid mocht er nog altijd zijn, maar niet al het gedrag is oké.

Emoties uiten daar waar je je veilig voelt

Met name vader worstelde hier nog mee, dus ik besloot langs te gaan bij het gezin om mee te kijken. Er deed zich geen boze situatie voor, maar ik merkte wel dat vooral moeder nog wat op eieren liep rond Moos als hij dreigde boos te worden. Hij zocht grenzen op en bleef vragen om dingen (we noemden die ‘willetjes’) die hij eigenlijk niet echt leek te willen. Hij was meer op zoek naar een grens om te kunnen ontladen (zijn emoties kwijt te kunnen). Kinderen doen dit meestal bij degene en in de context waar ze zich het veiligst voelen. Vaak dus thuis. Moos bleef bijvoorbeeld rond bedtijd vragen om ‘nog een slokje water’. Toch nog plassen. Nog 1 extra verhaaltje. Nog een kus, nog een knuffel. Nog iets willen vertellen. Nog wat water. Wat soms wel een half uur kon duren en eigenlijk niet zijn behoefte leek te zijn, er lag een behoefte onder.

Laat de boosheid ontstaan

Toen Moos in bed lag, praatte ik na met ouders en legde hen bovenstaande uit. Ik gaf aan dat door dit liefdevol te begrenzen, door bijvoorbeeld aan te geven “Moos we hebben alles gedaan, het is tijd om te gaan slapen. We doen morgen weer een nieuw verhaaltje”, je hem de kans geeft om alle gevoelens en eventuele spanningen uit zijn lijfje te laten gaan. Omdat hij waarschijnlijk dan boos wordt en het zo kwijt kan. Door te voorkomen dat hij boos wordt, blijft het in zijn lijf en stapelt het zich verder op.

Wat moeten we doen bij boosheid?

Ik liet ouders nadenken over dingen die ze zouden kunnen doen of zeggen als Moos boos zou worden na deze grens en een uitbarsting, oftewel, ontlading zou tonen en ik vulde mee aan. “Ik hoor je verdriet en boosheid Moos, ik ben hier/wij zijn hier, laat het er maar uit”. “Je mag boos zijn op me Moos, maar ik laat je mij niet pijn doen. Ik ga je tegenhouden want je wilt me slaan” (ondertussen kalm maar bewust zijn hand(en) tegenhouden). Ouders hadden vooral vragen over wat ze konden doen, en hoelang het duurt, zo’n bui. Dit wisselt. Iedereen en dus ook ieder kind is anders. Een kind kan na 5 minuten of 25 minuten ‘klaar’ zijn. Het blijft afstemmen en kijken. Het belangrijkste om te doen, is juist niet te veel te doen. Wat we vaak lastig vinden. Er zijn voor je kind, ruimte geven, bij ze blijven en, het aller moeilijkste, zelf kalm blijven. Zodat ze zichzelf gaandeweg zelf leren reguleren. En jezelf accepteren als het je niet altijd lukt om kalm te blijven, wij ouders zijn ook maar gewoon mensen.

Ouders hadden meer handvatten en controle

De week erna zag ik ouders weer. Het lukte hen steeds beter nabij te blijven in de buien van Moos en hij leek zich steeds eerder te uiten, zodat het niet meer zo opstapelde. Ouders waren in een mooi proces gekomen en konden zelf vooruit. Ze werden nu zelf ook wel eens boos, wat voor hen heel belangrijk was. En Moos? Die werd gelukkig ook nog regelmatig boos.

EEFJE

Dit is een voorbeeld uit mijn praktijk waarin ik, ontwikkelingspsycholoog gespecialiseerd in bewust opvoeden (gebaseerd op Aware Parenting) en ACT (Acceptance & Commitment Therapy), ouders help om meer vanuit verbinding op te voeden. Soms is één sessie genoeg, soms zijn er meerdere nodig. Ik geef zowel live als online begeleiding en cursussen, met als kern dat alle gevoelens er mogen zijn, verbinding de basis is, liefdevolle grenzen belangrijk zijn en dat zowel de behoeften en trauma’s van kind alsook ouder belangrijk zijn.

Voor meer informatie klik HIER om naar Eefje Schoonewille haar instagram account te gaan.

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram te volgen.

Plaats een reactie