Dankbaar

| , ,

Het is buiten alweer bijna licht en wij eten gezamenlijk citroen pannenkoekjes aan de ontbijttafel. De oudste propt er bevroren rood fruit tussen, vouwt het dubbel en neemt gulzige happen met de sporen van een glimlach in haar ogen. Ik kopieer haar en zonder dat we woorden gebruiken zijn we in gesprek. De jongste is de enige die aan het woord is, luid en zeer onduidelijk. Wij zijn haar publiek, zij de performer. Het is alsof wij in de pauze van de wedstrijd een toespraak krijgen van een enthousiaste coach met een cafeïne overschot, we staan achter, maar hebben genoeg kansen om te winnen.

Samen halen we de meiden op. We kijken over het hek terwijl zij buiten de wereld ontdekken. Dit vind ik altijd een prachtig moment. Zij onwetend van onze aanwezigheid, enkel bezig met het spel, dichter bij de waarheid komt het niet. ‘Nu ze alle twee naar de peuterspeelzaal gaan weet ik soms niet waar ik moet kijken. Dan vraag ik mij af of ik mijn aandacht wel eerlijk verdeel. Herkenbaar?’, vraag ik mijn vrouw.

‘Nee, lieverd, ik kijk gewoon.’, antwoordt ze. Haar ogen als twee oceanen gevuld met vertrouwen. Later op de dag wanneer de zon van april zich al in februari laat zien hebben we hulp in huis. Ik maak voor het eerst kennis met haar, het voelt goed, en ik ben dankbaar. We komen van diep. Een serie van ongelukkige keuzes en burnouts brachten ons naar dit moment. En zo komt het dat er iemand in huis is die ons begeleidt in de huidige situatie: een man in de WW, een vrouw in de ziektewet en twee jonge stuiterende kindjes.

Ik heb nooit moeite gehad met het vragen van hulp. Voor mijn vrouw is dat anders en natuurlijk is dit van een ander kaliber. Het is niet dat ik om een kopje suiker vroeg. Het ging op een gegeven moment echt niet meer. Het was alsof ik naar een RTL 4 serie keek en wij dat gezin waren waarvan je altijd dacht: dat overkomt ons nooit. Aan geluk geen gebrek. We hebben eigenlijk alles wat we nodig hebben. Het meest kostbare ervaren we dagelijks in overvloed. Ik ben de Dagobert Duck van de liefde. Dagelijks baad ik in zeeën van gelukzaligheid. Onze dochters zijn gezond, wij zijn nog smoorverliefd en we begrijpen elkaar steeds beter.

Alleen leven we in een wereld waarin geld van groot belang is. Je kunt niet zonder. Geld is energie, een ruilmiddel, een idee. Niets meer, niets minder. Wanneer je ziek wordt en 0-urencontracten hebt, komt er niks meer binnen. Dan wordt dat idee een beladen idee en merk je dat je niet zonder kunt.

De hulp die we momenteel ontvangen is prachtig. Het is echt een wonder dat er vangnetten zijn waarbij je als mens terecht kan. Het is mooi om te ervaren dat mensen vrijwillig bereid zijn jou een beter leven te gunnen. Het dieptepunt is geweest. Langzaamaan krabbelen we weer overeind, we zien weer kansen om te winnen.

De oudste kruipt in de zonovergoten achtertuin in haar indianenhut. Twee kwasten, een beker water, waterverf en opperste concentratie. Na een half uur komt ze bezweet naar mij toe. ‘Kijk papa. Dit ben jij en dat is mama. Jullie kijken blij. Jullie mogen weer lachen.’

JOSSE  (klik hier voor zijn site) 

Plaats een reactie