Een traumatisch verleden in combinatie met een zwangerschap en bevalling was erg lastig, maar ik had het voor geen goud willen missen!

| , ,

Allereerst wil ik jullie bedanken voor de reacties onder mijn verhaal over mijn pleegvader en mijn twee overleden kindjes. Jullie reacties voelden als een warm bad vol steun en erkenning. Bedankt daarvoor!

Na mijn twee overleden dochters kreeg ik een derde dochter, nu ruim zeven maanden geleden. De zwangerschap zelf was, met name psychisch, erg zwaar. De eerste dertien weken was ik continu misselijk en ook had ik een tussentijdse bloeding rond de vijfde en zestiende week, waardoor ik bang was dat ook dit kindje dood zou gaan. Gelukkig bleek het loos alarm en deed mijn dochter het ontzettend goed. Door mijn verleden had ik kans op wéér een vroeggeboorte, aangezien nooit echt is onderzocht waarom ik destijds met 28 weken beviel van mijn tweede overleden dochter. Hierdoor kwam ik onder controle van een gynaecoloog te staan. De lengte van mijn baarmoedermond werd gemeten en er werd, vanuit preventief oogpunt, besloten dat ik dagelijks progesterontabletten moest gaan inbrengen. Dit was een dagelijkse kwelling door mijn traumatische verleden, waarin mijn pleegvader een zeer grote rol heeft gespeeld. Elke dag, 21 weken lang (vanaf de 16e tot de 37e week), heb ik die pillen huilend en met veel pijn ingebracht; lichamelijk verkrampte ik compleet en in mijn hoofd speelden beelden van mijn pleegvader zich herhaaldelijk af tijdens het inbrengen. Het heeft me enorm veel strijd gekost, maar ik had alles over voor mijn derde wondertje! Tijdens mijn zwangerschap had ik nog steeds therapie, wat erg zwaar was, maar ook fijn. Werken aan een stukje minder verleden en een stukje meer ‘mij’.

Mijn zwangerschap verliep, op de misselijkheid en wat bekkenpijn op het eind na, best goed. Lichamelijk gezien, dan. Psychisch heb ik me eigenlijk non-stop zorgen gemaakt en rond de 36e zwangerschapsweek zat ik er helemaal doorheen. Ik had de kleine al de hele dag amper gevoeld, maar dacht in eerste instantie dat ik mezelf gewoon gek maakte door mijn overbezorgdheid. Toch zijn we in de avond voor de zekerheid naar het ziekenhuis gegaan en daar bleek dat er, zoals we eigenlijk al verwacht hadden, gelukkig niks aan de hand was. De dienstdoend verloskundige had mij al vaker op het spreekuur gehad en wist dus mijn achtergrond. Ze keek me aan en zag dat het niet goedging. Ik ben in huilen uitgebarsten en heb snikkend aangegeven dat ik het niet meer trok; ik was moe (sliep amper van de stress), had lichamelijke pijntjes en was enorm bang voor de bevalling zelf en of de kleine meid dat zou overleven. We hebben een goed gesprek gehad en besloten dat ik de volgende nacht een nachtje in het ziekenhuis zou slapen, met speciale medicatie. Ik heb daar uiteindelijk redelijk kunnen bijslapen, waardoor ik weer wat meer energie had, maar de angst bleef.

Uiteindelijk hebben ze tijdens een medisch overleg besloten dat ze me zouden inleiden met 39 weken en 2 dagen. Enerzijds was ik blij dat ik nu naar die datum kon toeleven, maar anderzijds voelde het nog enorm ver weg en hoe moest ik met alles omgaan als mijn meisje eerder zou komen uit zichzelf? Ik probeerde vol goede moed vol te houden en een dag voor de inleiding werd ik alvast opgenomen en werd er een ballonnetje geplaatst ter voorbereiding op het inleiden. Het plaatsen van het ballonnetje was, zoals alles wat ze medisch ‘daar beneden’ met me deden, erg pijnlijk voor me, maar het scheelde dat mijn favoriete verloskundige dienst had en me alle tijd en ruimte gaf die ik nodig had. Ze noemde me achteraf zelfs een bikkel, haha. De ballon viel er al na een puur uurtjes uit, maar er gebeurde niks. De volgende ochtend werden al vroeg mijn vliezen gebroken en kwamen de weeën na 1.5 uur spontaan, waardoor inleiden vooralsnog niet meer nodig was. Ik heb de weeën goed aangekund tot ongeveer 6 centimeter ontsluiting en heb mijn vriend zelfs tussendoor met een sudoku-puzzel geholpen, ter afleiding van de lichamelijke pijn en ook de psychische chaos. Na die zes centimeter wilde ik heel graag in bad de weeën opvangen, maar eenmaal in het bad wist ik me geen raad. Ik begon in paniek te raken door de pijn en de beelden in mijn hoofd en smeekte huilend om een ruggenprik. Eerst wilden ze mijn ontsluiting controleren en ik bleek toen al 8 centimeter te hebben. Normaalgesproken mag je dan vaak geen ruggenprik meer, maar ik mocht gelukkig toch nog gelijk naar de anesthesie voor de prik. Helaas zorgde de ruggenprik er uiteindelijk voor dat de weeën stilvielen en moest ik uiteindelijk alsnog aan de weeënopwekkers, terwijl de ruggenprik steeds lager werd gezet. De pijn die ik toen voelde, bracht me terug naar mijn vorige bevalling en beelden zorgden voor paniek in mijn hoofd. Het scheelt dat de bedhekken van het ziekenhuis zo stevig zijn, anders had ik ze er echt afgetrokken, zo hard trok ik eraan. De laatste twee centimeter ontsluiting duurden enorm lang en wat er ook geprobeerd werd; niks hielp. Uiteindelijk bleek ik 9.5 centimeter te hebben toen ik enorme persdrang kreeg, maar ik mocht nog niks. Die halve centimeter was echt killing. Toen ik uiteindelijk volledige ontsluiting had en mee mocht persen, voelde ik geen pijn meer. Ik was zó boos op mijn pleegvader, die deze bevalling verziekte met beelden, dat ik die woede kon gebruiken om door de pijn heen te persen en uiteindelijk was ze daar: roze, huilend, alles was helemaal goed met ons meisje. Wat heb ik gehuild en haar stevig vastgehouden! Allerlei emoties overvielen me tegelijk, maar wat was ik opgelucht dat ze leefde.

Na wat hechtingen en een nacht ter observatie mochten we lekker naar huis. De eerste nacht alleen, toen de kraamverzorgster na die dag weg was, vond ik enorm eng: zou ons meisje de nacht wel goed doorkomen, zou ze blijven ademen? Ik ben ontelbaar vaak bij haar wezen kijken en kroop pas in bed zodra ik haar zag of hoorde ademen. De kraamtijd was heftig, enerzijds had ik lichamelijk veel pijn van de hechtingen, maar anderzijds waren er de kraamtranen en de onzekerheid voor na de kraamweek, wanneer we het alleen moesten kunnen… Gelukkig had ik in de kraamweek en de weken daarna belafspraken met mijn psychologe en hadden we goede gesprekken over mijn gedachten en gevoelens en kon ik ze steeds beter relativeren en mijn angsten steeds meer loslaten, al bleef het natuurlijk wel een kwetsbaar punt. Toen onze dochter vijf weken oud was ben ik, samen met haar, voor het eerst weer naar therapie gegaan. Lichamelijk was het best zwaar, maar wat deed het me goed en wat was ik trots om ons wondertje te laten zien aan mijn psychologe! Inmiddels hebben we in al die maanden al een aantal bezoekjes aan de huisarts gebracht met ons meisje, waarbij bleek dat ze last heeft van reflux en dus veel spuugt. Helaas kunnen we daar weinig aan doen, behalve matras omhoog en dergelijke. Het is dus vooral veel shirtjes verschonen en veel wassen. Gelukkig is het verder een erg vrolijk meisje, dat veel brabbelt en lacht, zelfs nu ze last heeft van doorkomende tandjes. Ze vindt andere mensen en dingen erg interessant en neemt alles grondig in zich op. Ze loopt wel wat achter in ontwikkeling, in de zin van dat ze nog niet rolt, maar ze doet hard haar best en we oefenen dagelijks. Ze komt er wel! Ondertussen werk ik nog steeds hard aan mijn trauma’s met behulp van mijn psychologe en past er dan een goede kennis op ons meisje, zodat ik me goed kan richten op de therapie. Een traumatisch verleden in combinatie met een kindje is erg lastig, maar ik zou het voor geen goud meer willen missen! Ze is en blijft het (half)zusje van haar twee grote (half)zussen in de wolken en ik blijf voor altijd mama van alle drie. Ze zitten allemaal in mijn hart en ik kijk, met een klein beetje dubbelheid door mijn verleden, ontzettend uit naar de dingen die nog komen met ons meisje, zoals over een tijdje Sinterklaas, Kerst en Oud & Nieuw. Wordt vervolgd!

ANNEMIEK

Plaats een reactie