Papa Bob vertelt over zijn zoon Max, geboren met 26 weken en 994 gram

| ,

Zojuist heb ik met jou samen een prachtig Tik-Tok filmpje opgenomen waar je in schittert. Het klinkt zo cliché, maar het is zo: Wat gaat de tijd snel. Ik weet het nog als de dag van gister dat jij werd geboren.

Op 5 december 2012 kwam jij, veel te vroeg! Na 26 weken en 3 dagen besloot jij te gaan leven, leven buiten mama! Ik zal het nooit vergeten. Jij woog 994 gram zwaar. Nog geen pak suiker. Zo klein, zo verschrikkelijk klein. Je paste in de palmen van mijn handen. Na drie dagen mochten we je vastpakken. Je mocht op de borst bij mama. Met al je slangen, je beademingsbuis en de monitor op hol werd jij overgeheveld naar de borst van mama. Even uit je “glazen huisje”. Een ware volksverhuizing leek het. Hè, hè, eindelijk. Nog nooit heb ik zoveel emoties in een uurtje tijd gevoeld. Ik was bang, dat dit het zou zijn. Het enige contact. Even liggend bij mama op haar borst. Trots, op het feit dat jij aan het vechten was. Vechten voor elke ademhaling. Verdrietig, omdat we jou niet mochten meenemen naar huis! We geen kaartjes konden schrijven met: “Kom je mij snel bewonderen?”. En zelfs jaloers kerel, op mama, omdat zij jou voor het eerst op haar borst kreeg. Maar oh, oh, oh, wat had ze dat verdiend en wat had ze een verdriet dat ze jou niet heeft kunnen “voldragen”!

Je hebt gevochten kerel. Elke dag maar weer! Je borstkastje heeft het zwaar te verduren gehad. Bij elke ademhaling leek deze te ontploffen. Wat kostte het jou een moeite jongen. Ademhalen, iets wat voor ons normaal is. Soms vergat je dit zelfs en moest je even “aangetikt” worden. Niet alleen je longen waren een probleem. Ook had jij een bloeding in je hoofdje, werd je ziek, moest je onder een lamp liggen voor jouw lever, kreeg jij meerdere keren extra bloed toegediend, moest je weer terug aan de beademing en hield je vocht vast. Maar opgeven, dat verdomde jij! Daar wilde je niets van weten. We waren niet bezig met bezoeken regelen, er kwam geen kraamzorg over de vloer, op het werk werden geen beschuit met muisjes uitgedeeld. Nee, niets van dat alles. Wij schreven op een memobord in het ziekenhuis hoe laat we zouden langs komen. Wij wasten grondig onze handen bij binnenkomst op de afdeling. Wij haalden je niet uit je wiegje, maar nee, wij deden de “doeken” die over je couveuse lagen omhoog om te kijken hoe jij het maakte. Ellendig heb ik mij gevoeld, omdat we je niet mee mochten nemen. Dat we moesten wachten… En wachten. Zo oneerlijk.

Maar dan. Na 98 dagen was het zover: het welbekende vlaggetje stond achter jouw naam. Dit betekende dat je mee mocht. Ja mee Max, mee naar huis! Elke dag liep ik langs dat bord, hopend dat ze als “verrassing” eens een vlaggetje zouden tekenen bij jou. Nu was het dan zover. Eindelijk dat welbegeerde vlaggetje!

Ik realiseer me dat er waarschijnlijk in de ochtend, tijdens de overdracht, werd gevraagd aan de stagiaire om een vlaggetje te tekenen bij jouw naam. Alsof het iets kleins was. “Joh, teken jij even een vlaggetje bij Max, doen wij alvast onze ronde”. Maar dat vlaggetje, dat simpel getekende vlaggetje, was zó verschrikkelijk belangrijk voor ons. Je mocht mee zoon! Eindelijk mee naar huis! Eindelijk ook voor ons tijd voor bezoek en tijd voor de kraamzorg. Ook de beschuit met muisjes mochten niet ontbreken. Avonden lang heb ik een traantje gelaten als ik jou naar bed bracht en je laatste flesje gaf, beseffend dat wij zo een geluk hebben gehad, dat jij nog bij ons was. Nu ruim 7 jaar verder ben je een grote vent aan het worden. Je maakt je eigen vlogfilmpjes, loopt te dollen met je kleine neefje, leert rekenen en lezen op school, je bent zelfs al een beetje verliefd, kortom je bent ‘gewoon’ een kind van 7 jaar.

Och, wat genieten we van jou Max. Onze eigen kleine held!

BOB

Plaats een reactie