Geen kraamfeest, maar een uitvaart

| , ,

Meike vertelt in een minireeks over haar zwangerschap en bevalling van Nola*. Meike en Farley besluiten de beademing van Nola af te halen. Ze hield het lang vol! Zo lang, dat ze levend mee naar huis mocht. Daar voelt mama Meike zich soms gewoon een normale moeder die met haar pasgeboren baby in bed ligt. Maar dan komt het moment dat ze haar laatste adem uitblaast. Meike dacht dat ze opluchting zou voelen, maar dat blijft uit… Lees haar vorige blogs voordat je de reeks hieronder verder leest.

Ik word de ochtend van de uitvaart vroeg wakker. Ik heb onrustig geslapen en voel me nerveus. Het is een soort gekke nervositeit, alsof je jarig bent en er vrienden en familie langskomen en jij in het middelpunt van de belangstelling staat. Ik kijk er tegenop dat er straks 25 mensen om ons heen staan en naar ons kijken vol met medeleven, omdat wij “zielig” zijn op het laatste feestje van onze dochter. Ik vertel over dit gevoel aan Farley. Ik probeer uit te leggen dat ik het moeilijk vind dat wij in het middelpunt van de belangstelling staan alleen dan niet als feestvarken, maar als enorme zieligerts. Iedereen is vol met medeleven voor ons, maar ervaren waarschijnlijk ook de opluchting dat zij het niet zelf zijn (wat ik ook begrijp). ‘Ja’, zegt Farley, ‘Maar voor jou is het nóg wel erger dan voor mij. Jij hebt haar ook nog 9 maanden gedragen’. Verdorie. Dat maakt mij ook nog eens de opperzieligert. Het gevoel dat iedereen zielig naar mij kijkt als “de rouwende moeder”. Bah, ik wil helemaal niet zielig zijn en op deze verdrietige manier in de belangstelling staan.

Ik trek een roestkleurige lange jurk aan. De jurk die ik had gekocht voor als we met zijn drietjes naar Ibiza zouden gaan eind september. Ik föhn mijn haar, doe het voor de verandering los en niet in een knot bovenop mijn hoofd. Ik smeer (waterproof) mascara op en ik herken mezelf bijna niet in de spiegel. Van de buitenkant zie je niet dat ik een kind heb gekregen of dat vandaag de uitvaart van mijn oudste en enige dochter is. Mijn lichaam voelt zielig en leeg. De kilo’s die er door alle adrenaline en stress vanaf zijn gevlogen, maken dat mijn lichaam niet meer sterk voelt, zoals ik me wel tijdens de hele zwangerschap heb gevoeld, maar als een leeggelopen ballonnetje.

Lotte is er rond half 1 om te helpen met alles klaarzetten. We hebben ervoor gekozen om de uitvaart thuis te doen. Geen kil zaaltje ergens. Gewoon bij ons thuis. Daar waar Nola de laatste dagen van haar korte leven ook is geweest. Het huis voelt warm, letterlijk, want het is nog steeds 30 graden binnen. Maar ook figuurlijk met de box en de spulletjes voor haar, alsof het ook een kraamfeest kon zijn in plaats van een uitvaart.

Lotte helpt me om een plukje haar af te knippen bij Nola, om te bewaren. Dit werd me ongeveer elke dag drie keer gevraagd: of ik al een plukje haar had afgeknipt om te bewaren. Maar ik wilde écht tot het allerlaatste moment wachten. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om al eerder een plukje van de meest mooie krulletjes af te knippen. Ik til Nola uit de reiswieg en in het rieten mandje waarin ze begraven zal worden. Het is het grootste maat mandje dat er was voor een baby en ze past er maar nét in. We zetten haar met mandje en al in de box, de deksel er nog vanaf. De week voor haar geboorte heb ik een brief voor haar geschreven. Alles wat ik voor haar wens en mijn verwachtingen van haar. Ik heb hem geprint en in een envelop gestopt. Die gaat ook met haar mee. Voor haar geboorte had ik twee octopus knuffels gekocht. Ik had namelijk gelezen dat zulke knuffels erg fijn zijn voor een baby omdat ze in de baarmoeder vaak ook al de navelstreng vastpakken en de armen van een octopus knuffel datzelfde gevoel kunnen geven. Dat biedt geborgenheid. Gelijk maar twee, want je hoort vaker dat ouders in de stress zitten wanneer er één knuffel kwijt raakt. Eén van de knuffels blijft bij Nola in haar mandje en de andere, de knuffel die bij haar heeft gelegen toen ze bij ons was, houd ik zelf.

We hebben een kleine uitvaart. Niet alleen vanwege Corona, ook omdat ik het allemaal al heftig genoeg vind. Alleen onze gezinnen en enkele vrienden. Kleding voorschrift: een beetje vrolijk, het is al verdrietig genoeg. Iedereen druppelt langzaam binnen en ik word al snel een beetje geïrriteerd. Waarom pakt niet iedereen gewoon even wat te drinken van het aanrecht en gaat dan buiten staan? Ik voel dat de sfeer beladen is en niemand zich echt een houding weet te geven. Iedereen is afwachtend. Onze nichtjes en neefje delen beschuit met muisjes uit. Na een tijdje doet Farley het openingswoord. Hij speecht over dat het verlies van je kind het ergste is wat je kan meemaken. Dat het ons hopelijk een zonnigere toekomst mag brengen, omdat het ergste wat kon gebeuren, al is gebeurd. Hij went zich nog even tot mij. Iedereen houdt even zijn adem in, maar hij verbreekt snel de spanning door te zeggen: ‘Rustig maar, ik zal je niet ten huwelijk vragen’. Gelukkig, ik weet niet hoe ik had moeten reageren als hij op de uitvaart van mijn dochter dit had gedaan.

We proosten met champagne op het leven van onze dochter. Een dochter van mij had vást ook van champagne gehouden en gewild dat we champagne hadden gedronken. Mijn schoonmoeder houdt een speech en onze nichtjes zingen een zelfgemaakt lied. Na elke “stukje” valt er een stilte en weet niemand zich een houding te geven. Farley roept elke keer: ‘Zet de muziek maar weer aan!’ om de ongemakkelijkheid weer te verbreken. Er worden foto’s gemaakt en ik weet me geen houding te geven als ik merk dat er een camera op me is gericht. “Moet ik huilen, lachen… Hoe moet ik kijken?!”

We kijken met z’n allen binnen nog het filmpje dat via de stichting Living Memories voor ons is gemaakt en iedereen neemt een laatste keer afscheid van Nola. Farley en ik blijven als laatste over en we doen de deksel van haar mandje erop en knopen deze met lintjes vast. We dragen haar samen naar buiten waar iedereen op ons wacht en we als een hele stoet naar de begraafplaats lopen. Het is 1.5 km bij ons huis vandaan en we vonden het een mooi idee dat we haar zelf, en iedereen die wil, tillen. Ik ben een beetje nerveus voor de uitwerking. Willen mensen haar wel tillen? Is het niet ongemakkelijk om nog met haar mandje zo te lopen? Uiteindelijk gaat het vanzelf, wil iedereen graag haar mandje nog een keer vasthouden en wisselt iedereen vanzelf door. Zo lopen we met z’n allen naar de begraafplaats. Onderweg lopen we langs mensen op straat en ik hoor de reacties: ‘Oh god, het is een baby’… Ik weet me geen houding te geven tijdens deze wandeling. Mogelijk ook door de paar glazen champagne die ik van de zenuwen achterover heb geslagen na 9 maanden geen alcohol en ik loop maar een beetje cynische grapjes te maken.

We zijn wat later van huis vertrokken dan de bedoeling was en ik begin me zorgen te maken of Marcel, de beheerder van de begraafplaats, dit eigenlijk wel weet. Ik glip uit de stoet en haast me naar Lotte. “Ja”, bevestigt Lotte, “dat weet Marcel”. Ze heeft het doorgegeven. Ohja… Oké… Loslaten… Daar hebben we Lotte voor. We komen aan bij de begraafplaats en terwijl we naar het “kinderhofje” lopen, luidt de bel. Bij haar graf luisteren we naar het liedje van Blof, “Zo stil”. Mijn moeder heeft een gedichtje geschreven en daarna luisteren we “Slaap maar” van Marco Borsato. Dan ben ik aan de beurt. Mijn opgebouwde zenuwen van de hele dag voor dit moment. Ik lees aan haar de brief voor die ik voor haar heb geschreven een week voor haar geboorte en gelukkig lukt het me, zonder al te veel onderbrekingen. We sluiten af met Jan Smit (nooit gedacht dat ik ooit zoveel naar een nummer van Jan zou luisteren), “hoop liefde en vertrouwen”. Farley en ik zetten Nola samen in het graf en ik schep als eerste wat zand in haar graf. Vervolgens loopt iedereen één voor één langs Nola, schept wat zand in het graf en zet de meegenomen bloem in de bloempot. Iedereen knuffelt ons (sorry, maar de dood van je baby is écht Corona overstijgend) en loopt naar de uitgang. Alsof ik buiten mijn lichaam ben getreden, zo absurd is de situatie. Ik moet mijn uiterste best doen om een hysterische lachbui te onderdrukken, zo raar is de hele situatie. De uitvaart van mijn dochter. Het grote verdriet bij anderen zien. Tijdens dit hele ritueel speelt pianomuziek van Tiersen, door Jeroen van Veen, al heb ik geen enkel nummer hiervan meegekregen. Farley en ik blijven als laatste over en doen nog een laatste keer zand op haar graf. Dan lopen we gezamenlijk weer naar huis en terwijl we weglopen grap ik nog iets in de trant van: ‘Ohhhh wat hebben jullie gedaan vandaag? Nou, gewoon, onze dochter begraven… Hahaha…’ (lichtelijk krankzinnig ik weet het, maar je moet íets…)

Eenmaal thuis hebben onze zussen de borrelhapjes verzorgd. Ik kom buiten en zie onze vrienden en familie op stoelen zitten met een uitdeelzakje chips. Eigenlijk gekocht voor de kinderen, maar toen deze werden uitgedeeld was er toch veel animo van volwassenen. Ach, wat is een kinderuitvaart zonder uitdeelzakjes chips. Bijzonder gezicht is het wel. Ik voel me verdoofd. Praat wel met mensen, maar ik kan me er niks meer van herinneren. Wellicht heeft het ook te maken met de glazen wijn die ik achterover sla. Langzaam druppelt het leeg, maar onze zussen met aanhang blijven nog plakken. Uiteindelijk ga ik zelf rond een uur of 12 naar bed. Ik kan me het einde van de avond niet meer echt herinneren en word de volgende ochtend wakker met een gigantische kater. Ik was even vergeten hoe ellendig je je de dag na zóveel alcohol kan voelen…

Alles aan de dag was fout, deze dag had er nóóit moeten zijn, maar alles was ook helemaal goed: Precies zoals het moest zijn.

Laatste alinea uit de brief aan mijn dochter

Ik kijk er zo naar uit, leuke dingen met je te doen, te zien of je op mij lijkt, of op Farley… Wat je dromen zijn en wat je allemaal gaat doen. Welke sport je leuk vindt, of je goed bent op school of juist heel erg creatief. Welke gekke dingen je allemaal hebt gedaan, ondeugend, stout, verlegen of juist heel erg assertief? Ben je een lastige puber (geweest) of juist heel erg behulpzaam? Zoveel om naar uit te kijken en op dit moment ben je nog een klein (nou ja, relatief aan de grote kant ;)) steeds moeilijker bewegend ding in mijn buik. Het is wel duidelijk dat je weinig ruimte meer hebt en bewegen steeds moeilijker wordt. Kom er dus maar snel uit… Dan kunnen we je écht leren kennen. Goh, het zullen we de hormonen zijn, maar ik zit hier dus met tranen in mijn ogen. Echt, ik kijk er zo naar uit om je te ontmoeten… Dat kun je je gewoon niet voorstellen tot je zelf ooit zwanger mag zijn of kinderen krijgt. Of niet, misschien wil je helemaal niet eens kinderen… Dat is natuurlijk ook goed. Ik zal in ieder geval mijn best doen om je een zo fijn mogelijke jeugd te geven, met alle fouten erbij die ik ook heus zal maken… Ik hou van je, lieve Nola. En ik weet nu al; jij bent heel erg bijzonder!

Liefs, Mama

MEIKE

Plaats een reactie