Meike: de bizarre gedachtes van een rouwende vrouw

| ,

Meike vertelt in een blogreeks over het verlies van baby Nola en de rauwe rouw. “Het voelt alsof ik ben aangereden door een bus, frontaal”, lees haar vorige blog, voordat je hieronder verder leest.

Goed, ik neem je even mee in de bijzondere gedachtes en gewoontes van de hormonale en rouwende vrouw. Zo’n rouwende hormonen bom is net een ongeleid projectiel en ik heb me zelf ook vaak genoeg verwonderd over de dingen die ik dacht of besprak met Farley. Na wat lotgenotencontact en het lezen van boeken hierover, blijkt het allemaal weer hartstikke “normaal”. Uiteraard niet voor iedereen, maar wel voor mij of met de lotgenoten met wie ik regelmatig contact heb op het moment. Ik heb dus wat mooie momenten verzameld en die zal ik hieronder toelichten.

De allereerste reactie

Zodra ik in het VU was aangekomen en de morfine een beetje begon uit te werken, kon ik alleen maar huilen. Ik had eigenlijk nog geen enkel idee van de situatie, maar één van de eerste gedachtes die door mijn hoofd ging was: ‘Oké, bij dit kind is het duidelijk niet goed gegaan. Ik heb helemaal geen zin in ziekenhuizen en NICU’s. Hier heb ik niet voor getekend. Laat haar maar hier, we gaan wel gewoon naar huis. Nieuwe ronde, nieuwe kansen!’ Laten we wel even naar de verzachtende omstandigheden kijken: ik was totaal onverwacht middels een spoedkeizersnede en een algehele narcose bevallen van een dochter die ik nog niet eens zelf bewust had gezien, laat staan vastgehouden. Mijn eerste reactie was echt in de categorie: Dit wil ik helemaal niet! Alsof ik een helse nachtmerrie had en probeerde wakker te worden.

De tweede gedachte:

‘Hoe zit het dan met een volgende zwangerschap?’ Wij hadden, en daar zijn we niet de enige in, het al direct over een volgende zwangerschap. Wat de kans op herhaling zou zijn, wanneer dat weer zou kunnen en alle vragen die je kan hebben hierover. Gewoon, direct al. Terwijl Nola nog niet eens dood was.

Na een dag of drie:

‘Als Nola doodgaat, kunnen we ons volgende kind dan niet ook gewoon Nola noemen?’ We hebben deze naam met zorg uitgekozen en vinden het op dit moment gewoon de állermooiste naam. Zo had ik zelf vooral de associatie met het kinderdagverblijf. Toen ik zwanger was en we deze gingen bezoeken zag ik allemaal van die stapelbare bakjes of een kast met lades met daarop de namen van de kinderen. Nog geen enkele keer had ik Nola zien staan en ik stelde me al helemaal voor dat haar naam straks ook op zo’n bakje zou staan met een reservesetje kleertjes enzo. Farley vindt het vooral moeilijk dat haar naam zo weinig gebruikt zal worden. Natuurlijk, thuis en als we met kerst op haar proosten… Maar nooit zal hij haar roepen dat ze moet komen eten als ze buiten op straat aan het spelen is.

Zolang het maar gezond is!

Ja, natuurlijk. Dit staat echt vooróp bij het krijgen van een baby. Geloof me, met een dood kind weet ik heus wel dat het belangrijker is dat ons volgende kind leeft dan wat het geslacht is. Ik had me dan ook nooit kunnen indenken dat ik in deze situatie een voorkeur zou hebben voor een volgend kind. Toch is het zo… (ook harstikke normaal) De eerste gedachte hierover was praktisch: ‘Als Nola doodgaat, dan hoop ik dat ons volgende kind een jongen wordt. Dan is het tenminste echt helemaal anders dan bij Nola en zullen we misschien ook niet de hele tijd gaan vergelijken…’

Een paar dagen later:

‘Nee! Ik wil een dochter!’ Het verlangen naar een dochter is zó enorm aangewakkerd dat het (nu) als een enorm gemis voelt als we nooit meer een (levende) dochter mogen krijgen. Alles relatief, want natúúrlijk gaat het om een levend en het liefste een gezond kind…(en een meisje…)

1 is geen

De manager bij mijn allereerste werkgever zei altijd: ‘1 is geen’. Ik werkte in de arbeidsbemiddeling en hij doelde erop dat 1 gesprek voor een kandidaat net zo goed geen gesprek was. Wilde je je kansen echt optimaliseren dan moest je minimaal twee gesprekken voor de kandidaat regelen. Nooit gedacht dat die gedachte ook bij kinderen op zou gaan.

Je zou denken dat we nu helemaal zouden denken: Nou, probeer eerst maar eens één levend kind te krijgen. Daar zit zeker een kern van waarheid in, wil het niet dat mijn gedachte gelijk was: ‘We moeten hierna wel nog twee levende kinderen krijgen, want als er dan weer één doodgaat, dan hebben we er in ieder geval nog één over’. Goed… Een redelijk grimmige gedachte maar ja, als ons dít al is overkomen… Wat overkomt onze (hopelijk) toekomstige andere kinderen dan wel niet?

Huilen om steak tartare

Ik heb lijstjes doorgestuurd met dingen die Farley moest halen zodra ik was bevallen. Steak tartare, oesters, sashimi, rauwmelkse kazen. Alles wat ik niet mocht eten tijdens de zwangerschap. En toen was ik bevallen… Zonder herinnering aan een bevalling en ons nieuwe onderkomen was het Ronald McDonald huis. Ik wílde niets ervan meer eten. Het voelde niet alsof ik het had verdiend. Op de zaterdag dat we gingen lunchen met mijn zus en zwager stonden er alleen maar dingen op de kaart die ik niet had mogen eten als ik nog zwanger was geweest. Met tegenzin bestelde ik de steak tartare. Ik wílde het niet. Maar het voelde tegelijkertijd als een pleister die ik misschien maar snel van de wond moest aftrekken. Het was zo’n drempel om dat weer te mogen eten. Zit je dan, met tranen in je ogen en zonder smaak, steak tartare naar binnen te schuiven. Dat is wel het toppunt van verdriet.

Zonder kind heb je ook geen recht op cadeaus?

Oké, dit punt zal vast niet voor iedereen op gaan. In mijn, totaal niet representatieve, onderzoek kwam eruit dat 100% graag cadeaus ontvangt als rouwende kraamvrouw. Dan hebben we het over de categorie: Herinneringscadeaus zoals naamarmbandjes, poster van de sterrenhemel bij geboorte, eigenlijk álles met de naam van het overleden kind… En de meningen zijn wat verdeeld over dingen als kleding en knuffeltjes. Ongeveer 70/30. Hiermee kan je alle kanten op dus is mijn advies: Vraag het de rouwende kraamvrouw in kwestie. Ik voel het op het moment van schrijven al wel anders dan toen Nola net was geboren en overleden, dus wellicht dat de hormonsters al wat aan het afnemen zijn. Ik ga wel schrijven hoe het op dat moment voelde, ook al klinkt het misschien verwend. Wij hebben echt een paar héle mooie cadeaus gekregen (ook al veel gehad voordat ze was geboren), maar toch beduidend minder dan wanneer Nola was blijven leven. Dat mokkende kleine kind zoals ik me voelde en waar ik eerder al over schreef? Dat ging ook zeker hier over. Ik dacht op een gegeven moment: ‘Mijn kind gaat al dood en dan krijg ik ook nog eens geen cadeaus. Alleen maar bloemen’ (Ik beweer ook zeker niet dat een net bevallen en hormonale rouwende kraamvrouw het toppunt van redelijkheid is. Ik vertel je gewoon in alle eerlijkheid wat er door mij heen ging).

Nu snap ik ook wel dat het misschien spannend is om een kraamvrouw in de rouw cadeaus te geven, misschien raakt ze dan nog wel meer overstuur? Mijn advies: vraag het haar. Zeg haar dat je een cadeau hebt gekocht, maar niet goed weet wat je ermee moet doen (als je al iets hebt gekocht toen je nog niet wist dat het kind zou overlijden). Zo ken ik ook nog wel moeders die zelfs nog items voor de kinderkamer hebben aangeschaft of deze verder hebben afgemaakt nádat het kind al was overleden. Dat het kind dood is betekent gewoon nog niet dat de ouders (zeker de moeder) ook al klaar zijn om van alle hoop en verwachtingen afscheid te nemen. Als je iemand in je omgeving hebt waarvan je weet dat het kindje gaat sterven of al gestorven is, dan vind je hieronder suggesties voor een cadeau die zijn goedgekeurd door verschillende lotgenoten. Als je googled op ‘leuk kraamcadeau’ krijg je namelijk honderden suggesties, voor een dood kind niet.

– Fles wijn (uit het geboortejaar bijvoorbeeld) met een kaartje om over X jaar samen open te maken en op het kind te proosten.

– Gepersonaliseerde cadeaus met de naam van het kind (dit hoeft dus ook zéker niet veel te kosten, kan ook een zelfgemaakt kralenarmbandje zijn)

– Boompje planten uit naam van het kind

– Bon/bijdrage voor het laten afdrukken van een foto/fotoalbum

– Mooie kaarsen (kaarsenhouder)

– Geboorteposter / poster van de stand van de sterren

– Kraammassage

– Herinneringenkist

– Mooi notitie schriftje en pen om gedachtes in op te schrijven (niet iedereen voelt de behoefte om een openbare blog te schrijven ;))

– Een (zelfgebreide) sjaal of trui voor de moeder die wel wat warmte kan gebruiken

– Passend gedicht uitgeprint in een mooie lijst

– Droogbloemen, als je dan toch bloemen wil geven (Nee serieus, het is écht fantastisch hoeveel mensen aan ons en Nola hebben gedacht… Maar al die bossen bloemen… Je kon je kont niet meer keren in huis. Mijn Bloomonaccount heb ik ook even stopgezet. Voorlopig geen bloemen meer voor ons).

Heeft mijn kind het koud?

Zodra je kind is overleden kun je je nog zorgen maken of het het niet koud heeft of te warm. Zo was Nola al overleden en heb ik haar vestje toch maar weer uitgetrokken, omdat ik bang was dat ze het anders te warm zou hebben met de tropische temperaturen. Zo sprak ik een andere moeder die zich zorgen maakte of haar meisjes (een tweeling) het niet te koud hadden waar ze lagen begraven. Een andere moeder die het urntje met de as meenam op de eerste vakantie, omdat ze het niet aankon haar dochter alleen thuis achter te laten… Ach de moederlijke bezorgdheid stopt niet wanneer het kind al dood is.

Met wie ben je nou weer aan het appen?

Mede door het schrijven van deze blog ben ik in contact gekomen met ontzettend veel lotgenoten. Over de meest heftige verhalen praten we alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Farley wordt er soms nog wel eens moe van dat ik constant aan het appen ben met andere “zielige moeders”.

Dan vraagt Farley: ‘Met wie ben je nou weer aan het appen?’

Ik: ‘Ja met C.’

Farley: ‘Oh wacht… Niets zeggen… Is dat die van dat gaatje in de baarmoeder, van een eerdere buitenbaarmoederlijke zwangerschap, die toen is gescheurd en dat daardoor haar kindje in de buik is overleden?’

Ik: ‘Nee, Dat is M.’

Farley: ‘Ohja… Is het dan die ene van die tweeling die drie weken na elkaar zijn geboren en overleden?’

Ik: ‘Nee, dat is E…. C is degene waarvan het kindje via een inleiding is geboren en vervolgens een onzichtbare afwijking had waar niets aan gedaan kon worden. Die kans van 1 op 8 miljoen ofzo. Het was nog nooit voorgekomen in Nederland.’

Farley: ‘Ohja, en die woont bij Den Bosch toch?’

Ik: ‘Nee, dat is een andere E. Die van de totale placenta loslating bij 32 weken’.

Wat brengt dan de toekomst?

Dat een volgende zwangerschap geen feest meer zal worden (zeker met alle verhalen van andere moeders met wat er mis kan gaan) dat zal ondertussen wel duidelijk zijn. Geen enkele mijlpaal waarbij ik even opgelucht adem zal halen. Zo zijn er moeders die 9 maanden lang een soort van vertikken te geloven dat het kind het gaat overleven, uit angst zich teveel te binden en weer zo kapot te gaan als de eerste keer. Categorie eerst zien, dan geloven. Een andere moeder, wiens dochter bij 39 weken plots in de buik was overleden, hield bij de zwangerschap die erna volgde bijna manisch bij wanneer het kindje bewoog. Schriftjes vol met aantekeningen over de tijden dat ze de kleine had voelen bewegen, omdat ze als de dood (ha-ha) was dat ze een vermindering in beweging zou missen (Het mag duidelijk zijn dat deze moeder niets anders had kunnen doen in de eerste zwangerschap, maar toch, oh dat schuldgevoel…). Ze had dus stápels schriftjes met daarin: 10:31… 10:38… 11:02…11:19…

Over al deze dingen spreek ik met anderen en daar lachen we dan maar om. We hebben namelijk ook heus wel door dat het niet “normaal” is. Maar het is cru want, als je kind overlijdt, is het dus wel ineens heel “normaal”…

MEIKE

Plaats een reactie