Ik heb altijd en overal angst dat mijn kind iets overkomt

| ,

Als je kindje om wat voor reden dan ook in het ziekenhuis ligt, kan dit voor ouders erg angstig en spannend zijn. In onze langdurige ziekenhuisperiode van onze dochter hebben wij ook veel angst gevoeld. Ik was 24/7 in Nijmegen in het ziekenhuis vlak bij onze dochter. Doordat ik zo dichtbij stond, heb ik verschillende soorten angst gevoeld.

Ik was bang om mijn dochtertje te verliezen

Mijn eerste angst was nog voor haar geboorte. Toen wij van de gynaecoloog hoorde dat ze de bevalling wilde opwekken. Maar dat was niet het enige wat ons verteld werd. Het was de vraag of Hannah levend geboren zou worden of dat ze tijdens of kort na de bevalling zou overlijden. Wat was ik bang. Een droom die eindelijk was uitgekomen en dan zouden we ons kindje moeten verliezen? Ik durfde niet aan deze gedachte te denken. Ik was zo overstuur die avond, maar we moesten door, want de bevalling moest opgewekt worden.

Toen Hannah geboren was kon ik niet bij haar zijn. Er ging zoveel door mij heen: “Wat zou er toch gebeuren met haar achter die deur? Zou ze zelf ademen? Zou ze blijven leven?” Veel vragen waarbij ik moest wachten om een antwoord te krijgen. Toen mijn man kwam vertellen dat ze zelfstandig ademde, viel er een last van mijn schouders. Ons sterke meisje was een echt vechtertje.

Daarna stapte ik de rollencoaster in. Artsen zeiden dat ze de 24 uur door moest komen, dan hadden we een mijlpaal bereikt. Gespannen wachtte ik die 24 uur af. Hierna volgde de eerste week. Ik vroeg me als ik Hannah zag liggen af: “Zou ze ooit zelfstandig ademen. Zou ze ooit zelfstandig drinken?” Angsten waar een ouder met een voldragen kindje en een gezonde start, niet over na hoeft te denken. Elke dag voelde ik de angst: Zal ik vandaag mijn mooie meisje verliezen? Soms bedacht ik in gedachten wat mijn reactie zou zijn. Ik voerde dan in gedachten slecht nieuws gesprekken. Maar toen het moment kwam dat Hannah haar eerste heftige incident kreeg (hier schreef ik al eerder over), konden we alleen nog maar kijken. Mijn hoofd was helemaal leeg. Het enige wat ik kon denken was weer: “Zou ik haar nú dan toch verliezen?” Wat was ik bang. Vanaf die dag heb ik elke dag die angst gevoeld. Dit ging in de periode dat wij in het ziekenhuis waren iedere dag door.

Toen we thuiskwamen werden de angsten alleen maar erger

En toen kwamen we thuis. Eigenlijk begon het toen pas echt. We moesten zelfstandig voor onze kleine meid zorgen. Als jonge moeder nam ik zo’n klein kwetsbaar meisje van 5,5 pond mee naar huis. Ze had nog een neusmaagsonde waar ik zelf continu de voeding door gaf. “Maar wat als de sonde verschuift en daardoor de voeding in haar longen terecht komt?!”, dacht ik. Ik wist wel dat die kans klein was, maar toch voelde ik die angst. We wisten dat haar longen erg kwetsbaar waren. Een longontsteking konden we er nu niet bij hebben.

Na een paar weken thuis werd Hannah steeds meer verkouden. Ze kreeg ook wat verhoging. We hadden het al een paar dagen aangekeken. En gezien Hannah haar moeilijke start, gaf de huisarts aan om altijd laag drempelig te bellen. Toen heb ik toch maar de gebeld. We mochten langs komen. Hannah bleek tegen een longontsteking aan te zitten. Door haar sonde konden we thuis behandelen. Ik was gelijk weer onrustig. Ik sliep slecht. De angst dat het alsnog mis zou gaan, kwam nog meer naar boven. Ik moest mij groot houden, want ik moest voor mijn zieke meisje zorgen.

Ik was bang dat Hannah het niet aankon

Hannah werd steeds groter. Ze groeide heel goed. Maar wat voor fase we ook in gingen, alles vond ik extra spannend en ik was bang dat Hannah het niet aan kon. Toen ze steeds beter speelgoed in haar hand kon vasthouden, nam ik altijd haar eigen speelgoed mee. Speelgoed van andere kindjes vond ik eng. “Zoveel bacteriën op andermans speelgoed. Wat als Hannah daar ziek van wordt?!”, dacht ik dan.

Vorig jaar juli was het erg warm. Hannah mocht voor het eerst in het zwembad. Ondanks dat het zo warm was, was ik nog steeds bang dat ze een kou zou vatten. “Zou ze niet ziek worden nu ze in het zwembad ligt?!”, spookte er dn door mijn hoofd. Toch haalde ik haar er niet uit. Want ik zag ook hoe fijn ze het vond. Ze viel zelfs in slaap. Ondanks dat ik genoot, kwam steeds weer die angst er doorheen.

Al die bacteriën vormden en bedreiging in mijn hoofd

We kregen nog lang kraambezoek. Als er dan kinderen kwamen, vroeg ik altijd van te voren of ze verkouden waren. Dan mochten ze niet komen hoor. Hannah was ook niet veel gewend wat betreft geluiden om haar heen. Dit was voor mij een reden om haar in haar wiegje te leggen. Dan kon ze heerlijk uitrusten en hoefde niemand haar aan te raken. Ik durfde er niet altijd wat van te zeggen en keek dan soms echt de tijd weg dat bezoek weer weg zou gaan. Dan kon ik al het speelgoed van Hannah schoonmaken en deed ik haar boxkleed in de was. Zo waren alle bacteriën weer weg.

Ik probeerde er steeds relaxter in te worden. Hannah moest uiteindelijk wennen aan bacteriën van andere kindjes. Ik dacht in november: “Ik ga een heerlijke boswandeling maken met Hannah”. Ze werd steeds wijzer. Het was zo mooi in het bos. Dus ik maakte veel mooie foto’s van haar. Omdat ze nog niet zelfstandig kon zitten, zette ik haar tegen een boom aan. Ik legde allemaal bladeren om haar heen. Dit stond zo mooi. Ze vond het zelf ook erg leuk. Maar ze had toen de leeftijd dat ze alles wat ze in haar handen had, in haar mond stopte. Ze had ineens een tak te pakken en ja hoor, deze ging in haar mond. Ik pakte hem snel af. Ik probeerde tegen mezelf te zeggen: “Niks aan de hand. Dit moet ze ook leren. Dit hoort erbij. Dit doet elk kind”. Maar die avond kreeg Hannah koorts. Mijn angst kwam weer terug. “Zou ze nu echt ziek worden van haar eerste ervaring in het bos?” Ik had gesprekken met de maatschappelijk werker en besprak dit onderwerp. Ze zei dat ik Hannah wel moest laten ontdekken en het voorzichtig kon toelaten dat ze dingen in haar mond deed.

Ik kan het nu iets beter loslaten

Inmiddels is Hannah bijna 16 maanden. Alles gaat nog steeds haar mond in. Ik kan het nu steeds meer los laten. Ze is gek op sleutels. Ik geef haar nu altijd mijn sleutels als we in een winkel zijn. Ook speelt ze in de winkelkar met de boodschappen die ik wil kopen. Ik kan me er nu goed overheen zetten en ik weet dat het geen kwaad kan dat ze spullen in haar mond steekt.

Volledig loslaten zal ik nooit doen

Toch heb ik nog steeds als Hannah ziek is of wat heeft, dat de angst altijd weer de kop opsteekt. Ik lig dan wakker en kijk dan via de camera van de babyfoon naar haar. De angst dat er in de nacht wat gebeurt, terwijl ik het niet merk, houdt me dan ineens heel erg bezig. Ik slaap onrustig en ik voel me de hele dag erg onrustig. Ik heb het gevoel dat ik de hele dag 200% moet geven om alles in de gaten te houden. Van minuut tot minuut bekijken wat ze doet, hoe ze kijkt en wat haar lichaamstaal zegt. Veel mensen zeggen dan tegen mij: “Laat het los. Ze heeft bewezen hoe sterk. Ook nu zal ze echt wel in leven blijven. Ze kan een verkoudheid aan”. Dit vind ik zo makkelijk gezegd. De andere mensen bedoelen het goed. Maar mijn gevoel verandert daar niet door. Mijn angst zit zo diep, dat kan ik niet zomaar loslaten.

JOANNE

Plaats een reactie