Wat we ook probeerden, onze baby wilde niet eten

| ,

Lucy schrijft een minireeks op Kids en Kurken. Het is fijn als je hieronder de vorige delen leest.

Deel 1: Een baby met een eetstoornis

Het groeilijntje

Hidde zat niet meer op zijn eigen groeilijn. Hij zakte naar onderen. Daar waar ik bij de oudste alle informatie van het consultatiebureau het ene oor in liet gaan, zorgvuldig filterde, en de rest het andere oor uit liet gaan, vond ik dit bij Hidde ineens zorgelijk. Het consultatiebureau verzekerde mij dat een afbuiging in het gewicht heel normaal was met vier maanden, maar het zat mij toch niet lekker. De woorden van de kinderarts galmden door mijn hoofd : “Je moet terug komen als hij afbuigt op zijn groeicurve”. Toch nam ik ergens ook de woorden van het consultatiebureau serieus, want ook mijn oudste Jelte boog toentertijd af met vier maanden. In overleg kreeg ik, om mijn zorgen weg te nemen, een verwijzing naar een kinderdiëtiste. “Fijn!”, dacht ik toen nog.

De allereerste hapjes

De verwijzing belandde hierna in een rommellade van het dressoir, want zó zorgelijk was het niet. Toch? We startten met het geven van hapjes, want Hidde was inmiddels de vier maanden gepasseerd. “Hierna gaat het goed komen”, dacht ik. Ik pakte een fruitpotje met peer uit de lade om te proberen. Uit ervaring weet ik dat die eerste hapjes geen hele potjes zijn. Ik hield Hidde de lepel voor. Hij vond het vreselijk. We hebben er om gelachen, foto’s gemaakt en ik wijdde er een instagrampost aan, omdat hij echt heel overdreven reageerde. Ik ben nogal van het korreltje zout in het leven en sarcasme is mijn achternaam, maar toch zat er ergens ook een onderbuikgevoel bij mij. Natuurlijk zijn we het in de dagen die volgden blijven proberen, maar van peer bleef hij de rillingen krijgen. Tijd voor wat anders. We pakten een potje mango. “Ook lekker zoet, dat moet lukken”, dacht ik. Hidde trok er een minder dramatisch gezicht bij, was verbaasd over wat ik hem aan deed met dit oranje prutje, maar bij het weg slikken leek het toch weer een onprettige ervaring. De dagen daarna leek hij iets te wennen aan de mango, waardoor het voor ons echt aan de smaak leek te liggen. We oefenden door, maar eigenlijk bezorgde alles wat we aan Hidde gaven, dezelfde rillingen. Na vijf weken besloot ik de verwijzing uit het dressoir te vissen en eens te onderzoeken of dit wel zo hoorde.

De kinderdiëtist

De eerste paar afspraken voelde de kinderdiëtiste voor ons als een soort kruising tussen de kinderarts en het consultatiebureau. Ze ondervroeg ons van top tot teen. We bespraken zijn slaapgedrag, ontlasting, groei en ontwikkeling. Hidde is geen hoge snelheidstrein op het gebied van ontwikkeling, maar dat is zijn broer ook niet. Eigenlijk vonden wij niets echt zorgelijk behalve zijn gewicht dat afboog en zijn rillingen bij het eten. De diëtiste zag ook niet direct iets alarmerends, maar nam ons wel serieus. We besloten hem een paar weken te wegen bij haar op het spreekuur en de voortgang te bespreken.

Brood en beleg

Intussen passeerde Hidde de zes maanden en mochten we starten met brood geven. Fruit en groente verliepen eigenlijk alles behalve soepel, de melkvoedingen namen af, maar omdat zijn ontlasting erg vast was, leek brood een goede toevoeging. En met succes. We leken de oplossing te hebben gevonden. “Vloeibare voeding vindt Hidde niets aan. We hebben een rapleybaby”, zeiden we. Brood at Hidde direct heel goed. Hij was dolenthousiast. Opvallend was wel dat hij alleen smeerkaas of boter op zijn brood wilde. Dat hij kaas en worstjes smerig vond en ook geen andere smeerseltjes waardeerde, vond ik niet meteen vreemd. “Ik lustte ook vast niet direct pindakaas”, bedacht ik me.

Lekkernijen

Door de introductie van brood werd ook ik als moeder losser. Met de oudste was ik wat meer van het boekje: veel suikervrij en genoeg vitamientjes. Bij mijn tweede kindje deed ik eerlijk gezegd maar wat. Hiddes groei boog verder af. “Een frietje kan geen kwaad. Een babykoekje vindt hij misschien wel wat? Een stukje stroopwafel kan vast geen kwaad toch? Misschien een likje slagroom?”, probeerde ik. Maar hoe makkelijk ik ook was in de introductie van allerlei lekkers, Hidde vond er niks aan. Hij stopte het niet tot nauwelijks in zijn mond, gooide veel voedsel eruit en trok gekke gezichten van afkeer. Er leek echt iets niet goed te gaan. Omdat zijn groei toch wel ver begon te zakken en de kinderarts daarvoor waarschuwde, was ook de diëtiste alert. We kregen wat aanvullende dieetvoeding voorgeschreven en gingen daarmee aan de slag. Ook kregen we het advies toch weer wat gepureerde voeding te geven, omdat er dan ‘meer calorieën in minder hapjes’ gingen, en dat was natuurlijk helemaal waar. Maar wat we ook deden, het leek niet te werken. Bij de controle twee weken later was hij, ondanks zorgvuldige calorieberekeningen en aanvullende voedingen, niet aangekomen. Ik begon me af te vragen of ik toch de kinderlongarts weer moest inschakelen.

Lees HIER het volgende deel.

LUCY

Plaats een reactie