Fay is 17 jaar oud en gaat bevallen

| ,

Onverwacht zwanger

Fay vindt het zwaar. De bevalling is nu al een paar uur in volle gang, maar de ontsluiting laat op zich wachten. Ze loopt door de verloskamer tijdens het opvangen van de weeën. Bij iedere wee zie ik de frons tussen haar ogen dieper worden. Joris zit op de stoel aan de rand van de kamer en kijkt met grote ogen toe wat er gebeurt. Op een krukje aan de andere kant van de kamer zit Vanessa, de moeder van Fay. Ik zie dat Fay haar postuur heeft, maar dan net een tikkeltje dunner. Haar ronde buik glimt van de spanning die de huid haast uit elkaar lijkt te doen knappen. Daarin zit een klein meisje in. Ze was niet gepland. Fay is pas 17 jaar oud. Fay en Joris kwamen achter de zwangerschap toen zij al bijna 14 weken zwanger was. Dat had ze niet verwacht. Door haar ziekte van Crohn keek ze niet raar op van een bolle, gespannen buik. Pas toen ze ging tellen hoe lang ze al niet ongesteld was geweest, viel het kwartje dat de bolling niet vanuit haar darmen kwam.

Ik check de ontsluiting van Fay

Ik stel mezelf voor en ga op de zadelkruk zitten die naast het verlosbed staat. ‘Je bent goed bezig meid, vind je het pittig?’ Fay heeft net een wee opgevangen en haar ogen vangen mijn meelevende blik. ‘Nou, het is echt gewoon kut hoor dit’, zegt Fay. ‘Dat is het ook, maar je doet het maar mooi.’, antwoord ik. ‘Vind ik ook’, bemoeit haar moeder zich ermee. ‘Kan ze al een ruggenprik krijgen? Dat wil je graag toch Fay?’ Fay knikt. ‘Dat snap ik, dat kan zeker. Je had bij mijn collega 4 centimeter twee uurtjes geleden. Ik kan kijken hoe het er nu voor staat en dan kunnen we dat regelen. Zou je dat willen?’, zeg ik. Fay knikt, vangt weer een wee op en komt vervolgens soepel het bed op. Ze heeft haar broek en onderbroek nog aan. ‘Zal ik je helpen?’, wijzend naar haar broek. ‘Nee, hoor’, zegt ze al trekkend aan haar broek.

Na uren ligt Fay te kronkelen in bed

Fay heeft 5 centimeter bij het inwendig onderzoek en krijgt vervolgens een ruggenprik van de anesthesist. De pijn is een stuk beter te doen als ik terugkom op haar kamer na 1,5 uur. Ze kijkt me aan en glimlacht. ‘Beter?’, vraag ik haar. ‘Ja, echt wel’, zegt ze zacht. De monitor voor de hartslag van de baby zit vast aan haar buik, een bloeddrukmeter zit om haar bovenarm en vanaf haar linker schouder komt een slangetje naar boven waar de ruggenprik-medicatie doorheen druppelt. Ze heeft net een katheter in haar blaas en ik zie in de zak heldere urine lopen. De uren kabbelen zo voort en als ik twee uurtjes later weer op de kamer kom, ligt Fay te kronkelen in bed. De tranen stromen over haar wangen en haar moeder houdt bezorgd haar hand vast. Joris staat naast het bed van Fay en houdt liefdevol zijn hand op Fay haar hoofd. Vanessa kijkt me aan als ik binnenloop. ‘Het is niet normaal zo hoor,’ zegt ze. ‘Ik heb nooit een ruggenprik gehad, maar ik begrijp dat daar de pijn echt van weg moet zijn. Maar die is echt niet weg.’ Ik hoor de bezorgdheid in haar stem. Wat lijkt me dat lastig als je eigen kind gaat baren, terwijl ze zelf nog een kind is. ‘Soms kan het zijn dat de bevalling dan enorm opschiet. Ik zal eens kijken naar de ontsluiting. En wie weet kunnen we als het nog niet zo ver is wat doen aan de ruggenprik. Een extra bolus geven van de medicatie bijvoorbeeld’, zeg ik. Fay kijkt me aan. Haar ogen zijn groot, haar blonde haar zit in een knot op haar hoofd. Haar voorhoofd glimt van het zweet en over haar wangen druppelen tranen richting haar hals. Ik ga op het voeteneind van het bed zitten en pak de hand van Fay, hij is warm en klam. Ze schrikt van mijn aanraking. ‘Het is nu hevig, dat komt vaak omdat het laatste stukje snel gaat. Aan deze pijn kunnen we weinig meer doen ben ik bang. Ik zou willen voorstellen om…’ Ik maak mijn zin niet af, er komt weer een wee. Fay gooit haar hoofd in de nek en begint te gillen. Ze laat mijn hand los en grijpt het laken rondom het matras beet. Haar knokkels worden wit. Ik adem in door mijn neus en blaas vijf keer diep uit om Fay een voorbeeld te geven. ‘Probeer me maar na te doen Fay’, moedig ik haar aan. Tranen rollen over haar wangen en ze blijft gillen van paniek. De pijn overvalt haar duidelijk. ‘Je kan dit’, zeg ik en doe de ademhaling nog eens voor. De tranen blijven stromen, maar ze pakt heel knap de ademhaling op. Vanessa komt aan de andere kant van het bed staan en pakt haar andere hand. Fay blijft mij aankijken en ik help haar de wee door. ‘Zal ik kijken hoe het ervoor staat?’, probeer ik mijn zin van even daarvoor af te maken. Fay knikt.

Ik zie het perineum opbollen

Voorzichtig voel ik met twee vingers naar de ontsluiting. Ik stuit gelijk op het hoofdje. Net op dat moment komt er een wee aan. Fay kronkelt van de pijn door het bed. ‘Voel je druk?’ vraag ik. Fay geeft geen antwoord en gilt en draait. Ik haal mijn vingers uit haar en moedig haar aan om te gaan persen. ‘Fay, je hebt tien centimeter. Het hoofdje van de baby zit hartstikke diep. Je mag meepersen, misschien geeft je dat wat verlichting.’ Fay lijkt het niet te horen. Vanessa aait Fay liefdevol over haar bezwete hoofd. Het kan Fay niet meer schelen wat haar moeder allemaal ziet, ze zit vol in de weeën. Ik zie aan Vanessa dat het haar moeite kost om het droog te houden. Haar dochter die hier bevalt, de intense pijn. Ans, de verpleegkundige, gaat aan de andere kant van Fay staan. ‘Liefje, de pijn van de weeën is enorm. De druk is gigantisch. Het enige wat jij kan doen, is verstand op nul en je kleintje eruit persen’. Ans haar harde stem haalt Fay weer even in het hier en nu. ‘Pak maar even een washandje,’ zeg ik tegen Joris. Joris staat snel op en loopt om het bed heen, zichtbaar blij met zijn taak. ‘Je kan het meisje,’ zegt Ans. ‘Een hap lucht nemen en zo hard als je kan poepen, probeer het maar gewoon.’ Fay ontspant even nu de wee weg is. ‘Precies Fay,’ zeg ik. ‘Probeer het maar. Je kan het, écht!’ Vanessa is stil en blijft haar dochter strelen over haar bovenarm. De wee dient zich weer aan en Fay lijkt zich te herpakken. Uit volle kracht perst ze mee met de wee. Ik zie gelijk het perineum opbollen. ‘Goedzo!’, roepen Ans en ik verblijd in koor. ‘Nu een nieuwe ademteug en probeer het nog maar eens.’ Het lukt Fay niet door te pakken. Ze kermt van de pijn en gooit haar hoofd in haar nek. ‘Fay, ga ervoor! Die wee van net, ik zag bijna het hoofdje,’ bluf ik om Fay door te laten zetten. Ik weet niet of het haar helpt. Ze vindt het vast hartstikke spannend. Ze probeert een beetje te duwen maar stopt er abrupt weer mee. ‘Ik kan dit niet! Ik wil het niet! Dit moet stoppen!’ Ik heb met haar te doen. ‘Je kan het wel, echt! Probeer het maar, we helpen je.’ Ik geeft wat instructies voor bij de volgende wee. Ze knikt me kordaat toe. Haar mascara inmiddels tot ver op haar wangen.

Fay voelt het hoofdje branden

Joris heeft een washandje in zijn hand en kijkt met de ziel onder zijn arm toe. Naast mij, aan het voeteind blijft hij staan. Ik denk niet dat dit de beste positie voor deze jongen is en kijk naar Ans. Ans heeft al door dat Joris wat sturing nodig heeft. ‘Kom hier’, ze pakt hem bij de schouders en geeft en een klein duwtje om haar positie bij het hoofd vervolgens over te nemen. ‘Ga hier maar staan,’ zegt Ans tegen Joris. ‘Houd het washandje een beetje tegen haar hoofd en hals, dat geeft haar vast verkoeling. En vanaf daar kan je mooi de geboorte van je dochter zien. Zijn wangen bijna even rood als die van Fay. Hij heeft zichtbaar geen idee wat hem allemaal overkomt. Er komt weer een wee aan en we herhalen de aanmoedigingen en positieve woorden. Na drie weeën heeft Fay flink de smaak te pakken. Ze perst uit volle kracht, soms wel zes keer, tijdens de wee mee. Na een dik kwartier persen, komt er bolletje met haar tevoorschijn. Een groot voordeel van onvoorbereid alles over je heen laten komen is dat de natuur het over neemt en soms gaat dan een uitdrijving hartstikke snel. Dat zie ik wel vaker bij deze jonge meiden. Fay voelt het hoofdje branden, haar perineum komt op spanning. ‘Probeer te zuchten Fay’, zeg ik. Ze perst onvermoeibaar door. ‘Zuchten Fay!’, roep ik dit keer wat harder. ‘Zuchten!’, roepen Ans en ik dit keer in koor. We blazen om Fay voor te doen wat we bedoelen. Ze zucht mee. En Vanessa ook.

Fay strekt haar armen uit

‘Daar komt ze, Fay, houd vol!’ Ik word enthousiast van de snelheid van deze baring en bewonder Fay om haar doorzettingsvermogen. ‘Zuchten, zuchten, zuchten.’ Heel langzaam glijdt het hoofdje tot bijna het grootste deel staat. ‘En nu weer een klein beetje persen’, zeg ik met mijn ogen gericht op Fays perineum. Ze doet precies wat ik vraag en heel langzaam glijdt het gladde bolletje met blond haar naar buiten. Fay begint te gillen. ‘Auw! Auw! Fuck mam, auw, dit doet fucking pijn. Auw!’. ‘Komt goed. Komt goed,’ hoor ik haar moeder naast haar zeggen. ‘Even blijven zuchten nu’, zeg ik terwijl ik het hoofdje voorzichtig met beide handen omklem. ‘Kijk maar’, roept Ans. ‘Kijk, daar komt jullie meisje.’ Ook Joris draait voorzichtig zijn hoofd naar de geboorte. ‘Och, kijk nou’, zegt Vanessa. Fay is ineens compleet helder en strekt haar armen uit waarna ze het meisje van me overneemt. Fay legt haar op haar borst. Ze lacht en huilt tegelijk. ‘Welkom, meisje. Welkom!’, zegt ze tegen het kindje. Ans begint haar af te drogen. Ik trek mijn handschoenen uit en pak het fototoestel van het tafeltje af. Snel ontgrendel ik de telefoon en begin met foto’s maken. Door de telefoon zie ik de ontlading op ieders gezicht. Tranen bungelen over drie paar wangen. Ik zet een stap dichterbij om het kleintje op de foto te zetten.

Joris zakt ineens in elkaar

Als ik de camera even in mijn hand vasthoud zie ik ineens Joris zijn blik. De rode wangen van zonet maken plaats voor een lijkbleek gezicht. Met drie stappen ben ik bij hem. ‘Ans!’, roep ik, die zich verschrikt omdraait. ‘Kom zitten Joris!’, zeg ik terwijl ik hem vasthoud en met mijn voeten een stoel probeer aan te schuiven. Ans kijkt van mij naar Joris en kan hem vervolgens samen met mij nog net vastgrijpen voor hij door zijn benen zakt. We duwen hem in de stoel en ik haal snel wat ranja en een koud washandje. Ans breng Joris weer bij en duwt zijn hoofd tussen zijn benen. Ik doe de natte, koude lap op Joris zijn nek en als hij weer een beetje reageert, geef ik hem een rietje tussen zijn lippen aan om de mierzoete ranja te drinken. Het duurt niet lang voor hij weer goed bij is, maar we laten hem even op de stoel naast het bed zitten. ‘Hé, mietje!’, hoor ik vanuit het bed. We kijken allemaal op naar het rode, bezwete hoofd dat een groot contrast vormt met dat van Joris. ‘Zo zwaar was het toch allemaal niet?’ We lachen allemaal. Joris houdt zijn hoofd nog even beneden. Nadat de placenta wordt geboren en ik Fay’s perineum heb gehecht, laat ik het jonge stel met de kersverse oma even bijkomen.

LISA

Plaats een reactie