De navelstreng zat 3 keer om Julia’s nek gedraaid, hierdoor kreeg ze geen zuurstof meer

| ,

Beginnende weeën

Ons verhaal begon in de nacht van dinsdag op woensdag. Ik sliep onrustig door krampen in mijn buik. Ze kwamen constant terug, maar waren nog te doen. ‘s Ochtends belden we de verloskundige. Ze constateerde dat dit een klein begin was, maar dat dit echt nog wel even ging duren. We kregen de tip om even te gaan lunchen ergens om zo afleiding te zoeken. Het duurde de hele dag. Die nacht werden de krampen heviger en sliep ik de hele nacht niet. Rond een uur of drie ben ik naar beneden gegaan, zodat mijn man nog kon slapen. Tegen de ochtend belden we de verloskundige weer. Hoewel het toch echt al wel weeën waren, schoot het niet op. We besloten dat ze me zou strippen en een aantal uur later terug zou komen. Ook toen was er nog weinig verandering. Ze brak mijn vliezen en het ziekenhuis werd gebeld.

De hele zwangerschap had ik al het gevoel dat ons kindje in het ziekenhuis geboren moest worden

Tegen het middaguur kwamen we daar aan. Ook daar wilde het niet opschieten en kreeg ik een aantal keer weeënopwekkers toegediend. Rond 18.30 kwam het punt dat ik het zonder pijnstilling niet meer trok, zeker niet met het tempo waarin het verliep. Mijn ontsluiting werd gecheckt en ik hoorde: ‘Pijnstilling kan niet meer, want je hebt nu 9 cm ontsluiting.’ Het kon nu toch niet lang meer duren. Niets was minder waar. Het persen duurde lang. Ik weet nog dat ik de verloskundigen tegen elkaar hoorde zeggen: ‘Waarom draai je nou toch meisje?’ Toen kwam het punt dat ze met elkaar fluisterden in plaats van hardop praten. Ik wist meteen dat er iets mis was. Ik vroeg nog: ‘Wat is er aan de hand?’ Ik kan mij niet meer goed herinneren of ze dat wat er toen ging gebeuren op dat moment uitgelegd hebben of pas achteraf. Ik was kapot en aardig van de wereld.

Het bleek dat Julia voor het geboortekanaal was gaan draaien en zo de navelstreng tot drie keer om haar nek gedraaid had

Ze kreeg geen zuurstof meer. Ze hebben toen de navelstreng moeten doorknippen en haar er uitgetrokken. Binnen twee tellen stond de hele kamer vol. Naast mijn hoofd werd een tafel uit de muur geklapt waar ze haar oplegden. Ze moest beademd worden, omdat ze dat op dat moment niet zelf deed. Ook had ze meconium in haar longen wat er met een slangetje uitgepompt moest worden. Het lukte. Ze ademde weer. Mijn man werd gevraagd of hij het laatste stukje van de navelstreng wilde doorknippen. Ik riep nog: ‘Er zit een camera in mijn tas!’ Daarna werd ze een paar tellen bij mij neergelegd en vervolgens in de couveuse meegenomen.

Onze dochter Julia was er, maar het was niet goed

Daar lag ik dan. Moeder geworden, maar zonder mijn kind in mijn armen. Ik moest gehecht worden, omdat ze mij flink hadden moeten inknippen. Dit duurde lang. Daarna ging ik nog onder de douche en moesten we wachten tot we, na een paar uur, eindelijk naar onze dochter mochten. We belden onze ouders en konden alleen maar zeggen: ‘Onze dochter is geboren. Ze heet Julia, maar het is niet goed. We weten niet wat er is, alleen dat het niet goed is.’ Eindelijk mochten we naar haar toe. Ze lag in de couveuse te slapen. Ze konden er nog niet veel over zeggen. Omdat we allebei doodmoe waren, besloten we onze ogen even dicht te doen. Op dat moment kwam de kinderarts weer binnen. Ze hadden in haar bloed gezien dat ze zuurstofgebrek had door de navelstreng om haar nek. Na overleg met de kinderarts in het Sophia Kinderziekenhuis besloten ze dat ze daarheen zou gaan en dat ze gekoeld zou worden. Dit om eventuele hersenschade die nog kon ontstaan te voorkomen. Hersenschade die er al zou zijn kon niet meer ongedaan gemaakt worden. Met spoed kwam er een ambulance voor Julia. Ze werd in een speciale couveuse gelegd. Het was een heftig gezicht. Zo’n klein meisje in zo’n groot gevaarte. Ook toen moesten we weer wachten. De ambulance die mij naar het andere ziekenhuis zou brengen was geen spoed. Dus we moesten wachten tot er eentje vrij was. Mijn man reed met onze auto en spullen achter de ambulance aan. Ik kon alleen maar denken: “Ik wil naar mijn kind toe!”

Baby Julia had een koelpak aan

Eenmaal op de afdeling in het Sophia aangekomen waar ik zou slapen, werd ik helemaal opnieuw onderzocht. Toen mochten we naar haar toe. Het was nu al tegen de ochtend. Daar lag ze. In een klein, apart kamertje op de NICU. Ze had een koelpak aan en zat aan allerlei apparaten. Het meest vreselijke gevoel. Je kindje ligt daar en je kunt niks. Julia zou 72 uur gekoeld worden op 33,5 graden. Vervolgens mocht ze langzaam opwarmen en daarna in de MRI gaan. Wij konden alleen maar wachten en bij haar zijn. Na de eerste nacht daar in het ziekenhuis hoorden we dat ik ontslagen zou worden en dus naar huis moest. Weer brak de paniek uit, want we wilden altijd bij haar kunnen zijn. De verpleging van de NICU regelde voor ons dat we in het Ronald McDonald Huis konden verblijven. Hierdoor konden we ieder moment van de dag bij haar zijn, maar kon ik ook even gaan rusten. Iets wat ik hard nodig had.

De uitslag van de MRI

Er volgden twee spannende momenten. Na het opwarmen zouden ze de beademing stoppen, zodat ze weer zelf kon proberen te ademen. Het kon ook gebeuren dat ze dat niet zou doen. Gelukkig ging dit goed. Daarna was het tijd voor de MRI. We konden ons geluk niet op toen de arts bij ons kwam om te vertellen dat de MRI helemaal goed was. Er was geen hersenschade! We hoorden dat Julia weer terug ging naar het Ikazia, waar ze geboren was. Daar moest ze aansterken en leren drinken. Iets wat een grote uitdaging zou worden. Op de couveuseafdeling in het Ikazia kon maar één ouder blijven. Iets wat ik op dat moment niet zag zitten. De verpleegkundige raadde ons aan om samen thuis te slapen en dan ‘s ochtends naar het ziekenhuis te komen. In het ziekenhuis zouden ze goed voor haar zorgen en zo konden wij er uitgerust voor haar zijn als ze weer mee naar huis mocht.

Eindelijk mocht Julia mee naar huis

1,5 week brachten wij iedere dag van ‘s ochtends tot ‘s avonds in het ziekenhuis door. Het drinken van Julia ging langzaam. Ze dronk maar maximaal 10cc zelf, omdat ze te moe was. De rest kreeg ze via de sonde. Tegen het einde van die 1,5 week kwam de kinderarts en zei: ‘Als jullie het zien zitten dan gaan we jullie leren om sondevoeding te geven. Dan kan ze mee naar huis.’ Dit deden we en toen we het allebei goed konden, was het moment daar. Ons meisje mocht mee naar huis. Thuis hebben we nog een aantal weken de voeding deels via de sonde moeten geven. Tot ze het ineens doorhad, haar flessen helemaal leegdronk en de sonde er zelf uittrok.

Inmiddels zijn we bijna drie jaar en meerdere controles bij kinderarts en neuroloog verder. Julia doet het erg goed. Wij beseffen ons nog iedere dag dat wij onwijs veel geluk hebben met onze gezonde dochter bij ons, want we weten dat dit ook heel anders had kunnen zijn.

SANDRA

2 gedachten over “De navelstreng zat 3 keer om Julia’s nek gedraaid, hierdoor kreeg ze geen zuurstof meer”

  1. Ontroerend. Goed dat steeds meer mensen hun verhalen delen. Het maakt de spanning niet ongedaan maar geeft hoop en steun.

    Beantwoorden

Plaats een reactie