Bevallingsverhaal: “Ik haal diep adem, maar merk dat dit niet meer goed lukt, ik word wazig”

| ,

De wekker gaat vroeg, maar ik ben al eventjes wakker

Ik maak mijn man wakker en ga mezelf opfrissen. Er schiet van alles door mijn hoofd. Vandaag 23 maart 2023 is de dag, eigenlijk kan ik het nog niet helemaal bevatten. De dag waar ik al zo lang naar uit kijk. Samen pakken we in stilte de laatste spulletjes in en wachten we op mijn zusje. Zij komt op ons zoontje Joe passen. Hij is 15 maanden en is verdrietig als we weggaan. Ik knuffel hem wel 10 keer en besef mij heel goed dat hij nog maar heel eventjes onze baby is. Gauw halen we mijn moeder op en rijden dan naar Tilburg. We zijn allemaal zenuwachtig. Eenmaal aangekomen worden we naar de triage gebracht, omdat mijn kamer nog niet klaar is. Ik neem plaats op het bed en maak een kletspraatje met de lieve verpleegkundige die mij nog herkent van de vorige keer. Ze plaatst een infuus en stelt me nogmaals gerust dat de blaaskatheter pas na de ruggenprik gezet zal worden. Ik ben opgelucht en probeer wat te ontspannen.

Mijn telefoon gaat op stil

Ik kleed mij om in één van die vreselijke OK-jasjes. Op de voorbereidingsruimte kletsen we de tijd weg met allerlei verpleegkundigen en assistenten. Elk van hen is verbaasd als ze horen dat dit mijn derde kindje is. Nog verbaasder als ik ze vertel over het verloop van deze zwangerschap. Voor ik het weet komen ze ons halen en voel ik de koude lucht van de operatiekamer. Ik schrik van de hoeveelheid mensen, maar weet dat dit normaal is. Stuk voor stuk zijn het fantastisch lieve mensen. Ik mag gaan zitten voor de ruggenprik en voel de koude eerste naald. Voor wat lijkt als een eeuwigheid word ik geprikt en gepord. 21 naalden, 7 pogingen. “Het lukt mij niet mevrouw, ik haal mijn collega erbij”. Inmiddels doet alles pijn. Ik word duizelig van alle naalden. Een verpleegkundige probeert me gerust te stellen, terwijl de volgende naalden al in mijn rug zitten. Eindelijk, het zit goed. Langzaam worden mijn benen warm. Ik mag gaan liggen. De blaaskatheter wordt geplaatst waar ik tot mijn grote opluchting niks van voel. Mijn man komt naast mij zitten. Ik voel zijn warme hand op mijn hoofd. De operatie begint en na heel wat getrek en gesjouw aan mijn buik door de vele verklevingen heen wordt er geroepen: ‘Doek omlaag!’ 

Mijn man probeert zo goed als kan mijn hoofd omhoog te houden

Door het plastic zeil zien we een piepklein hoofdje tevoorschijn komen uit mijn buik. Met een luid gebrul maakt hij zijn entree. Ze houden hem dicht tegen het zeil aan. Snel onderzoeken ze hem, terwijl mijn man naast hem staat. Ze zorgen er allemaal voor dat ik mijn zoon goed kan zien. Ze knippen zijn navelstreng door en zetten een mutsje op. De hele fanfare verplaatst zich naar mij en ik krijg mijn kleine hoopje baby op mijn borst in de buideltop. Oh wat is dat een heerlijk gevoel! Ik neem zijn gezichtje in me op en voel zijn kleine vingertjes op mijn vinger, hij is sterk. Onder zijn mutsje zit een hoopje donker haar en meteen zie ik het kuiltje in zijn wang. Wat is hij mooi. Met ogen wijd open kijkt hij me aan en om zich heen.

Ik haal diep adem, maar merk dat dit niet goed lukt

Ik voel me duizelig en het wordt wazig voor mijn ogen. Ik wil het niet zeggen, want ik ben bang dat ze dan de baby meenemen. De verpleegkundige die naast me staat merkt dat er iets is. Ik geef toch bij mijn man aan dat ik me niet heel goed voel. Mijn hartslag daalt snel en mijn temperatuur is onder de 34. “Shit, dat is niet goed”, denk ik. Ondertussen voel ik mezelf wegzakken en geven ze de baby aan papa. In de verte hoor ik de artsen zeggen dat er meer medicatie toegediend moet worden. Achteraf was dit om mijn hart weer wat sneller te laten kloppen. Naast mij zie ik mijn man met mijn nieuwbakken baby zitten en ik voel mij naast ronduit slecht ook enorm trots. Na een poos wachtenm mogen we naar de verkoever en krijg ik mijn baby weer bij me. Op de verkoever krijg ik direct weer allerlei controles en een warmtemachine om warme lucht onder de inmiddels flinke stapels dekens te pompen. Het blijkt dat het blok van de ruggenprik uiteindelijk te hoog gezet is, waardoor ik in ademnood kwam en mijn hartslag snel daalde. De lage temperatuur is hier een nare bijkomstigheid van en dit moet nu snel weer omhoog.

Mijn temperatuur is op dat moment nog maar 33.8 en dat is te laag

Tijdens het “wachten” komt mijn baby op mijn borst. Hij wil niet aanhappen en steekt in plaats daarvan zijn duim in zijn mondje. Mijn man maakt foto’s en filmpjes. Hier ben ik ontzettend blij mee, want op dat moment voel ik mij zo slecht dat ik het zo snel mogelijk achter de rug wil hebben. Het voelt alsof er bakstenen op mijn benen vallen door het uitwerken van de ruggenprik en niet lang daarna voel ik de eerste naweeën al. 

Mijn man appt mijn moeder dat we naar de kamer mogen

Ik ben blij. Ik kan eindelijk onze zoon aan haar laten zien. Deze prachtige vrouw is bij al mijn bevallingen geweest en dat is elke keer een enorme steun geweest. Als we op onze kamer aan komen, zie ik haar staan en ik laat vol trots mijn kleine jongen zien. “Daar is hij mam, zie je zijn donkere haartjes? En zie je het kuiltje? Wat is hij lief he mam!” Ik geniet ervan om haar zo trots te zien. Mijn moeder mag hem aankleden en zelf merk ik dat ik een beetje wegdoezel. In gedachten wandel ik nog eens door deze zwangerschap heen. Alle angsten die we hadden, de pijn die overheerste en daarna het gevoel van trots. Want ik heb mijn kleine jongen tot 39 weken mogen dragen. Een termijn die de artsen niet hadden voorspeld. Wat een zwangerschap en wat een toch wel intense bevalling. Terwijl ik mijn zoveelste nawee wegpuf, kijk ik naar het hoopje baby in de armen van mijn man. “We hebben het geflikt kleintje, jij en ik”. Welkom op deze gekke wereld lieve Teddy. Deze plek is weer wat mooier nu jij er bent. 

DEBORAH

@deborahjoanne_

Plaats een reactie