Collinda: “Kerst 2019 zal ik nooit meer vergeten”

| ,

Abonneer je op deze reeks via de roze button onderaan deze blog, dan krijg je een berichtje zodra er een nieuw deel wordt geplaatst!

Collinda schrijft een reeks over haar zoontje Jens*. Het vorige deel staat hieronder.

Ik was 41 en onverwacht zwanger: “Het ziekenhuis bleef benadrukken dat we alle testen moesten doen, maar dit wilden we niet” 

Ik wilde een natuurlijke bevalling, maar kleine Jens dacht er anders over

Jens lag de laatste keer goed, maar draaide regelmatig. Ze hadden Jens in het ziekenhuis al een keer geprobeerd te draaien in mijn buik. Het deed zo veel pijn, dat ik gilde dat ze moesten stoppen. De weeën gingen door en ik pufte ze heel ontspannen weg. De gynaecoloog kwam kijken en hij constateerde dat Jens dwars in mijn buik lag. Dag natuurlijke bevalling, het werd een keizersnede. Ik voelde direct dat Jens geboren zou worden op de sterfdag van oma. “Prima”, zei ik, “als dit beter is, dan doen we dat”. De doula was ook gearriveerd, maar tijdens de keizersnede mocht alleen mijn man erbij zijn.

Jens wilde niet uit mijn buik

De keizersnede begon. Ik voelde paniek bij de gynaecoloog. Er kwam nog een gynaecoloog bij. Ze kregen Jens niet uit mijn buik. De wond werd nog groter gemaakt en met geweld is Jens door twee gynaecologen uit mijn buik getrokken. 10 minuten voor 12 werd Jens geboren op de sterfdag van mijn oma. Ik kreeg Jens niet te zien. Mijn man zag hem wel. Hij was een lappenpop op de grens van leven en dood. Jens ging direct door naar de kinderarts. Ik hoorde hem niet huilen. Ik zei tegen mijn man: “Hij gaat toch wel huilen?!”. Mijn man pakte mijn hand beet en antwoordde met tranen in zijn ogen: “Het komt goed”. Een paar seconden later hoorden we hem huilen. Wat waren we blij. Mijn man liep met Jens naar de couveuse afdeling en mijn wond in mijn buik werd ondertussen dichtgenaaid. Doula Wilma bleef bij mij Dit was een fijne oplossing, dan was ik niet alleen.

Het syndroom van Down

Ik werd naar de couveuse afdeling gebracht en kreeg Jens voor het eerst in mijn armen, wat een gelukzalig gevoel. Jens lag heerlijk op mijn borst toen de kinderarts kwam. Hij vertelde dat Jens waarschijnlijk het syndroom van Down zou hebben. Ik zei direct: “Dat is geen enkel probleem. Jens is van harte welkom in ons gezin”. Mijn man schrok wel. Hij zag een zwaar gehandicapt kind voor zich, wat niet kon lopen, wat ik begrijp. Ik heb in de gehandicaptenzorg gewerkt, dus ik wist meer van Downsyndroom af dan mijn man. We moesten 48 uur wachten tot de uitslag. “Wat fijn dat ik het niet wist in de zwangerschap, want dan had ik geen onbezorgde zwangerschap gehad”, dacht ik. “Er hadden dan allerlei onderzoeken plaatsgevonden en er werden dan ook angstscenario’s verteld door de gynaecoloog. Ik heb nu genoten van mijn zwangerschap”. Ik zag het downsyndroom niet als zwaar, maar een verrijking voor ons. Kinderen met Downsyndroom hebben de puurste harten en doen alles vanuit hun kern. Natuurlijk besefte ik mij ook dat het zwaarder zou worden als bij de andere drie kinderen.

Kerst 2019 om nooit te vergeten

Jens lag op de couveuse afdeling, omdat hij zich nog niet goed warm kon houden, en hij had een sonde in zijn neus voor de voeding. Verder zag alles er goed uit. Ik werd met bed en al zo vaak als ik wilde naar de couveuse afdeling gereden. Eerste Kerstdag werd een prachtige dag. Overdag had Jens zijn oudste zus Rianne hem voor het eerst aangekleed en vastgehouden. Ze had kerstsloffen en -muts op. Ook Jens zijn jongste zus Eline had Jens voor het eerst vastgehouden. Jens zijn oudste broer Timo keek vol trots naar zijn kleine broertje, maar vond nog het te spannend om hem vast te houden, zo klein en al de slangetjes. Timo was bang dat hij per ongeluk een slangetje eruit zou trekken.

Wat waren we gelukkig en trots op Jens

Rianne zei: “Dit is de leukste kerstvakantie ooit”. Mijn man reed met de kinderen naar huis, zodat ik kon rusten. Eline wilde bij mij blijven en dat mocht, zo konden we samen slapen. Ik had al het eten voor kerst voor de geboorte van Jens besteld. We zouden gourmetten en één avond uit eten gaan met beide ouders erbij. De kerstcadeautjes lagen klaar onder de boom. Maar nu  Jens geboren was, lagen we onverwacht in het ziekenhuis. Alles moest omgegooid worden. Mijn man bakte al het gourmetvlees thuis en nam het mee naar het ziekenhuis. De kerstcadeautjes zouden we openmaken als ik met Jens thuis zou komen. We hebben met elkaar en beide ouders in mijn ziekenhuiskamer kerst gevierd. Jens konden we zien op de babyfoon. De couveuse afdeling was elders in het ziekenhuis, wat ik niet fijn vond. Ik wilde mijn kind altijd bij me hebben, maar dit kon niet. Toch was het in mijn beleving de fijnste en intiemste kerst ooit. De liefde en verbinding was zo voelbaar.

Jens moest met spoed geopereerd worden

Jens was de hele dag onrustig. Je zag aan hem dat er wat aan de hand was. De kinderarts onderzocht hem en ze kwam erachter dat Jens een gaatje in zijn darmen had en daardoor zijn voeding liet staan in zijn buik. Hierdoor had Jens hevige buikpijn. Hij moest diezelfde avond nog geopereerd worden in het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam. Jens is geboren in het Beatrix ziekenhuis in Gorinchem, dus hij moest vervoerd worden met de ambulance. Ik mocht in een aparte ambulance er achteraan. De artsen hadden mijn bloed nodig. Wat waren we verdrietig. Afscheid nemen van Jens brak mijn hart. Ik voelde zoveel pijn en verdriet. Ik dacht: “We gaan Jens misschien verliezen”. Dat gevoel ervaarde ik voor de tweede keer vanaf zijn geboorte. Zijn broer en zussen namen huilend afscheid en gingen met opa en oma mee naar huis. Mijn man reed met de auto achter mijn ambulance aan. Daar lag ik in de ambulance met sirene, vastgesnoerd op een brancard, vol emoties, net bevallen, met vragen. We kwamen aan en we  konden direct afscheid nemen van Jens, voordat hij de operatiekamer in ging.

We werden naar een kamer gebracht op de kraamafdeling

Ik was zo moe. Ik had fysieke en emotionele pijn. Mijn man mocht gelukkig blijven. Ik wilde niet alleen zijn. Ik lag op bed en mijn man in een relaxstoel en zo probeerden we te slapen. Midden in de nacht kwam de chirurg vertellen dat de operatie goed was gegaan. Ik vroeg aan de chirurg hoe Jens aan dat gaatje in zijn darmen kwam, maat dat wisten ze niet. Het was onverklaarbaar. ‘s Morgens gingen we direct kijken bij Jens. Hij lag aan de beademing en werd in slaap gehouden, zodat hij sneller kon herstellen. Dezelfde dag mocht Jens naar een gewone afdeling. We kwamen aan op de afdeling en de kamer waar Jens zou verblijven. Ik begon te huilen, want ik zag allemaal ouders die bij hun baby waren, dat wilde ik ook. “De hele dag bij mijn baby zijn, knuffelen, vasthouden wanneer ik wil”, dacht ik. Ik was in de veronderstelling dat ik weer weg moest. De verpleegkundige stelde mij gerust: “Je mag hele dag bij Jens blijven en doen wat je wilt”. Wat was ik blij, en mijn man en kinderen ook.

Die avond ging ik naar mijn kamer in het kraamhotel

Daar zou ik vijf dagen blijven. Mijn man zei heel lief: “Laat je maar lekker verwennen”. Zo voelde het niet voor mij. Ik voelde mij verscheurd. Ik was nog nooit zo lang van huis geweest zonder mijn man en kinderen. Iedere avond gingen we weer uit elkaar. Dat vond ik zo moeilijk, mijn kinderen en man ook. Vooral onze jongste dochter huilde iedere avond als ze naar huis ging. Ik lag dan alleen op een kamer. Jens lag ergens op de benedenverdieping. Ik voelde mij zo eenzaam. Ik kon bijna nog niks zelf, want de grote wond van de keizersnede deed veel pijn.

Iedere morgen was ik vroeg bij Jens

Ik werd dan door een verpleegkundige in de rolstoel gebracht. Het ging iedere dag beter met Jens. Hij werd onderzocht op de ziekte van Hirsprung (een darmziekte die veel voorkomt bij kinderen met Downsyndroom) en hij moest leren zelf te drinken, zodat hij zonder sondevoeding mee naar huis kon. Op zondag 29 december, kwamen de opa’s en oma’s op bezoek. Jens droeg een zuurstof brilletje en hij was opgezwollen van het vocht. Hij voelde zich niet fijn, zijn zuurstof in zijn bloed was ook onstabiel, dat zagen we op de monitor. We dachten dat het te druk was voor hem. De volgende dag mocht ik naar huis. Ik vond dit heel moeilijk. Ik wilde naar huis naar mijn man en kinderen, maar Jens moest nog in het ziekenhuis blijven. Er vonden 30 december onderzoeken plaats waarom Jens zo benauwd was en zoveel vocht vasthield. Rond de middag kregen we te horen dat Jens naar de kinder-IC werd overgeplaatst, omdat hij meer zuurstof nodig had. Nadat we Jens naar de IC hadden gebracht, reden we naar huis. Wat vond ik het moeilijk om afscheid te nemen. Bovendien wisten we niet wat er met Jens aan de hand was. Huilend zat ik in de auto naar huis. Ik voelde mij zo verscheurd, alsof ik moest kiezen tussen mijn kinderen. Ik wilde bij al mijn kinderen zijn. En dat kon niet. Thuis voelde ik blijdschap, angst, verdriet, eenzaamheid, verscheurdheid en dat allemaal door elkaar heen. Ik was blij dat ik weer thuis was bij mijn andere kinderen, maar ik miste Jens. Voordat we sliepen, belde ik naar het ziekenhuis. Het ging redelijk goed met Jens.

De volgende dag, 31 december was onze oudste zoon jarig

13 Jaar werd hij die dag. We hadden het in november al gevierd. Ik wilde toch bij zijn verjaardag zijn, aan de andere kant wilde ik ook naar Jens toe. We besloten in de ochtend naar Jens te gaan en dan zouden we later die dag thuis met elkaar Timo zijn verjaardag vieren. In het ziekenhuis kregen we slecht nieuws: Jens lag aan de beademing, omdat het slecht ging met hem. We kregen ook de uitslagen van de onderzoeken: Jens had Pulmonale Hypertensie. Dit is een zeldzame ziekte en komt meer voor bij kinderen met Downsyndroom. Dit betekende voor Jens dat er een constante hoge bloeddruk in zijn longen zat, waardoor zijn hart flink moest werken. Daarom had hij het benauwd en hield hij ook vocht vast. Hij moest aan de beademing om de hoge bloedruk in zijn longen te verlagen. Hij werd in slaap gebracht en aan allerlei monitoren gelegd. Er kwamen nog meer slangen in zijn lijfje. We dachten: “Dit gaat hij redden”. Daar gingen we volledig van uit. We hebben geen tel gedacht dat hij hieraan zou overlijden. De arts had ook in het gesprek gezegd dat Jens heel ziek was, maar dat hij hier overheen kon groeien.

‘s Avonds reden we naar huis met een zwaar en verdrietig gevoel

Timo was jarig, het was Oudjaarsdag, maar alles gleed langs mij heen. Het was 0.00 uur en ik kon geen gelukkig nieuwjaar zeggen. Ik wilde maar één ding: Jens thuis, ons gezin compleet. Ik voelde mij verscheurd. Mijn man zei nog heel lief: “Volgend jaar is hij erbij”. Hij wist toen nog niet dat hij er dan ook niet bij zou zijn.

Lees HIER verder.

COLLINDA

Insta: dewegnaardekern

Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids&Kurken op Instagram te volgen.

Abonneer je op deze reeks via de roze button onderaan deze blog, dan krijg je een berichtje zodra er een nieuw deel wordt geplaatst!

Plaats een reactie