Mijn baby zakte herhaaldelijk voor de hoortest, ik kreeg een knoop in m’n maag

| ,

Op 16 maart 2016 zijn wij ouders geworden van onze oudste zoon Laurens

Wat wilden wij graag ouders worden en wat waren we dankbaar dat dit was gelukt! De weken na de geboorte leefde ik in een roes. Ik liet alles een beetje over mij heen komen. Ik had mij weinig ingelezen en was er van overtuigd dat alles met betrekking tot het moeder worden wel op zijn plek zou vallen in de komende periode.

De hoorscreening gaf tot twee keer toe een negatief resultaat

In de eerste week na de geboorte kwam de wijkverpleegkundige voor de hielprik en de hoorscreening. Ook dit liet ik rustig over me heen komen. Onze kraamhulp leidde alles in goede banen en ik keek van een afstandje toe hoe de onderzoekjes bij mijn kind verliepen. Tijdens de hoorscreening was Laurens wat onrustig. Hij bewoog veel en huilde. “Misschien moet je hem even aanleggen”, zei de verpleegkundige. Ik was nog wat onzeker over het geven van borstvoeding en vooral in het ‘openbaar’, dus ik legde hem onhandig aan. Laurens werd onrustiger, waarschijnlijk door mijn onrust. De verpleegkundige plaatste de dopjes in zijn oren en zette het apparaat aan. Ik keek naar de slangetjes en hoe deze waren geplaatst. Het zag er niet heel erg stabiel uit en ik vroeg mij af hoe het kon dat zo’n belangrijke test op zo’n fragiele manier werd afgenomen. De uitslag kwam: negatief. Opnieuw rommelde de verpleegkundige aan de slangetjes en oortjes van Laurens en zette het apparaat aan. De seconden tikten weg, terwijl we allemaal wachten op de uitslag. Ook de tweede keer was de test negatief. Ik keek de verpleegkundige aan en vroeg: “Wat betekent dit?” Ze glimlachte naar me en gaf aan dat ik mij geen zorgen hoefde te maken, dit gebeurde namelijk regelmatig. Vaak zat er vruchtwater in de oren of waren ze wat snotterig. Ze gaf aan dat ze een week later weer terug zou komen om het onderzoek opnieuw uit te voeren. Deze zou vast een goede uitslag geven.

Dat was raar, pas de vierde keer gaf de gehoortest een positieve uitslag

Een week later stond ze weer op de stoep. Ook deze keer was Laurens erg onrustig. Ik nam hem in mijn armen, aaide hem en sprak zachte woordjes. Dit keer had ze een ander apparaat bij zich, namelijk eentje met plakkertjes voor op het hoofd. Deze test werd alleen uitgevoerd als de normale test meerdere negatieve uitslagen gaf. Ze voerde de test uit: weer negatief. Dit was het eerste moment dat ik een lichte knoop in mijn maag voelde. Ze gaf aan dat ze de test nog eenmaal mocht uitvoeren en daarna een verwijsbrief zou schrijven naar het audiologisch centrum. Ze probeerde mij gerust te stellen, dit gebeurde namelijk ook regelmatig. “Daar hebben ze betere apparatuur waardoor ze veel beter kunnen testen. Er is slechts een heel klein percentage kinderen met slechthorendheid en doofheid. Maak je niet ongerust, er is vast niks aan de hand.” Nogmaals gaf de test een negatieve uitslag. De moed zakte in mijn schoenen. De tot nu toe onbezorgde kraamweek werd ineens een stukje grijzer doordat we naar het audiologisch centrum moesten voor vervolgonderzoek. Ze pakte de verwijspapieren om in te vullen, totdat Laurens ineens in slaap viel. Ze keek me aan en zei: “Eigenlijk mag het niet, maar ik ga de test nog een keer uitvoeren. Hij is nu zo rustig.” Ineens gaf het apparaat een ander geluid en slaakte ze een kreet van vreugde. De test was positief! Ze pakte de verwijspapieren, verscheurde ze en daarmee had Laurens zijn eerste groene vinkje verdiend. Ik vroeg nog of dit normaal was en we niet alsnog naar het audiologisch centrum moesten. Ze schudde haar hoofd en zei dat dit zo vaak voor kwam, dat ik me absoluut geen zorgen hoefde te maken. Mijn zorgen verdwenen en ik stapte weer terug in mijn blauwe geluksbubbel.

Het viel ons op dat Laurens veel geluid en lawaai produceerde

In de maanden daarna ontwikkelde Laurens zich motorisch uitzonderlijk goed. Hij liep met 8 maanden, klom regelmatig uit zijn bed (inclusief slaapzak) en klom met gemak over de geplaatste traphekjes heen. Wij wisten niet beter en dachten dat dit normaal was. Toen hij begon met brabbelen, viel ons niks geks op, behalve dat hij alles met nogal veel geluid produceerde. Wat wel opviel was dat het slapen een steeds groter probleem werd naarmate hij ouder werd. Als baby huilde hij zichzelf altijd al in slaap, maar toen hij richting de 1 jaar ging, werd het huilen geschreeuw en kwam hij regelmatig uit bed. Inmiddels wist de hele buurt wie Laurens was en kregen we veel commentaar: “Mishandelen jullie hem ofzo?” of “Jeetje, hij lijkt wel een speenvarken.” De meest bizarre opmerkingen heb ik naar mijn hoofd gehad. Toch wilden we niet toegeven aan zijn gehuil, want we wilden hem niet pamperen. Steeds vaker kwam hij uit bed, steeds langer hield hij het geschreeuw vol en onze avond stond steeds meer in het teken van het slapen van Laurens.

Een kleine sluipmoordenaar had zijn intrede gemaakt in ons gezin

De situatie ging van kwaad tot erger. Nog voordat we de kamer uit waren, was Laurens al uit bed geklommen. Urenlang waren we aan het aanmodderen, legden we hem zonder wat te zeggen weer terug in bed en zaten we uren tegen de deur te wachten tot hij aan de andere kant van de deur in slaap was gevallen. Onze nachten beperkten zich tot een paar uur slaap, de avonden met rust waren weg en ons sociale leven werd in rap tempo op een laag pitje gezet. We wilden elkaar niet meer alleen laten, dus stopten we met onze hobby’s en uitjes. Steeds vaker zat ik huilend op de bank. Enerzijds volledig opgebrand door de minimale energie, anderzijds door het enorme faalgevoel wat er ontstond. Wat deden wij fout als ouders? Elke instantie die we om hulp vroegen gaven tips die we al 100x hadden geprobeerd. Ze geloofden ons niet en dachten dat we ons aanstelden. Continu kregen we de deksel op onze neus en steeds meer liepen we rond met het gevoel dat we alleen waren. We zaten volledig opgesloten in de situatie.

“Wat is er toch met je aan de hand met mijn zoontje?”, vroeg ik mij zachtjes af

Naarmate Laurens ouder werd, werd hij ook fysiek sterker. Hij was inmiddels 3.5 jaar oud en begon ons te schoppen en te slaan. Hij kreeg enorme driftbuien en haalde het bloed onder onze nagels vandaan. Ik stortte volledig in en stond op het punt mijn koffer te pakken en ergens anders naartoe te gaan. Ook al was het maar voor een nachtje slaap. Ik wilde zo niet meer verder. Op een middag was ik thuis met Laurens en zat ik hem te observeren. “Wat is er toch met je aan de hand?”, vroeg ik mij zachtjes af. Wat me inmiddels opviel, was dat zijn taalontwikkeling langzaam tot stand kwam. Hij brabbelde ons de oren van ons hoofd, maar we verstonden er weinig van. Ik had om advies gevraagd bij het consultatiebureau, maar zij vonden het geen reden tot zorg. “Hij liep motorisch toch voor?”, zeiden ze. Daar lag zijn interesse, niet bij het praten. “Dat komt vanzelf goed”. Toch vond ik het vreemd. Alle kinderen om hem heen spraken vele malen beter. Ik dacht terug aan de hoorscreening na de geboorte. Hoe kan het dat je zo vaak een negatieve uitslag krijgt en ‘ineens’ een positieve? Ik vroeg in mijn omgeving aan andere ouders of ze dit herkenden. Niemand had dit meegemaakt. Alle kinderen waren met vlag en wimpel geslaagd. En ineens viel het kwartje. “Kan hij ons wel horen?” Mijn hart maakte een sprongetje. Dit zou het antwoord kunnen zijn op al onze problemen: het slapen, praten en de woede-uitbarstingen. Ik belde het CB voor een verwijzing naar het audiologisch centrum en legde uit waarom. Ze lachte me nog net niet uit. Wat ik dacht was volgens haar echt onzin. Op dat moment ging er een knop bij mij om. Dit liet ik mij niet gebeuren. Ik eiste een verwijzing. Als ik hem niet kreeg, dan stapte ik op mijn fiets en haalde ik hem persoonlijk op. Ze ging overstag. Ik voelde me trots. Ik was voor het eerst echt voor mijn kind opgekomen.

De gezichten van de audiologen staan bezorgd

En daar zat ik dan, die bewuste dag bij het audiologisch centrum, te wachten op de uitslag. Mijn hart klopt in mijn keel. Wat als er niks uit de onderzoeken komt? Wat nou als ik wederom naar huis word gestuurd met de boodschap: “Er is niks met uw kind aan de hand mevrouw.” De audiologen kwamen binnen en namen plaats. Hun gezichten stonden bezorgd. Ik wist genoeg. “Mevrouw, we hebben helaas slecht nieuws. Uit de onderzoeken van vanmorgen blijkt dat uw kind ernstig slechthorend is. We begrijpen niet hoe dit gemist is in het verleden en al helemaal niet dat hij überhaupt kan praten. Dit is een uitzonderlijke situatie mevrouw.” Het ging allemaal langs me heen. Enerzijds was ik dankbaar dat we eindelijk wisten wat er met Laurens aan de hand was, anderzijds brak mijn hart in 1000 stukjes. Ik stapte in de auto en bleef een tijdje doelloos voor mij uitkijken. De tranen stroomden over mijn wangen, 100 vragen popten zich op in mijn hoofd met als belangrijkste vraag: “Hoe nu verder?”

Lees HIER het vervolg

HANNA 

Plaats een reactie