Geboorteverhaal van tienermoeder Noah: “Ik zag een plasje bloed op het bed, maar ik was pas ruim 34 weken zwanger”

| ,

Mijn naam is Noah. Ik ben 20 jaar oud en moeder van de kleine Chez. Chez is nu 9 maandjes en hij doet het onwijs goed. Dat was tijdens de zwangerschap wel even anders. Mijn zwangerschap liep in het begin eigenlijk vlekkeloos. Ik had nergens last van en voelde me goed! Ik had wel veel harde buiken en de verloskundige zei dat ik het wat rustiger aan moest doen. Toen ik 34 weken en 4 dagen zwanger was begon het. Ik lag op bed met mijn vriend en hadden het over hoe het zou zijn met een de kleine naast ons. Wij verheugden ons onwijs op de komst van de kleine. Tijdens het gesprek moest ik niezen en ik voelde tegelijk wat langs mijn benen lopen. Ik dacht eerst dat het mijn afscheiding was, want dat was tijdens de zwangerschap veel vloeibaarder dan normaal. Ik ging opstaan om naar de badkamer te lopen en het af te vegen, totdat ik een plasje bloed op het bed zag liggen. Ik schrok enorm en ik zei meteen tegen Rick dat het niet goed was. Ik liep naar de wc en ik dacht dat mijn vliezen waren gebroken. Ik keek naar beneden en zag dat het bloed was in plaats van vruchtwater. Ik rende naar de badkamer en ging op de wc zitten. Ik had een heel spoor bloed achter me gelaten en ook mijn benen zaten vol met bloed. In de wc voelde ik de stolsels vallen. Ik schreeuwde naar mijn vriend: ‘Rick, oh neeee, kom gauw en bel de verloskundige!’ Hij kwam direct en schrok zelf ook enorm van het bloedspoor en vroeg wat er aan de hand was. Ik begon te huilen en raakte in paniek! Ik dacht dat ik ons zoontje zou verliezen en wilde zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Rick hielp me goed en deed mijn kleding aan. We hadden de verloskundige al gebeld en die zei dat ik nog onder controle was bij het ziekenhuis, want bij 29 weken zwangerschap had ik een eerdere bloeding gehad en zelfs vijf dagen in het ziekenhuis gelegen voor een “dreigende vroeggeboorte”. Gelukkig konden we direct terecht in het ziekenhuis.

Even later zaten we in de wachtkamer en voelde ik de baby gelukkig schoppen. Dit gaf mij en goed gevoel, maar als nog wilde ik graag wel snel gecheckt worden. Toen ik op het ziekenhuisbed lag, gingen ze weer kijken of mijn baarmoedermond verkort was. Dat was het geval en daarom wilden ze mij in het ziekenhuis houden. Het was toen 22 juni om half twee s’ middags op en de weeën begonnen. Om de 10 minuten had ik last van een paar steken die een paar seconden duurden, er zat een ritme in. Ik was bang dat ik toch echt ging bevallen, maar ik was er dit keer wel klaar voor. Ik moest in het ziekenhuis blijven. De weeën gingen ineens weer weg. “Vals alarm!”, dachten we. Om 5 uur ‘s nachts begonnen de weeën weer. Ze waren mild, maar kwamen wel weer in een ritme. Ze bleven maar komen en werden steeds heftiger. Dit was voor mij een teken dat ik die dag ging bevallen. De weeën waren voor mij makkelijk weg te puffen en ze waren niet pijnlijk. Tot een uurtje of 1 s’ middags begonnen de weeën toch heftiger te worden. Ik had het met de verpleegster over pijnstilling gehad en wilde zelf graag een ruggenprik. Ik moest aangeven als het echt niet meer ging. Om 1 uur had ik 3 centimeter ontsluiting en een uur later had ik al 6 centimeter. Ik wilde toen wel graag een ruggenprik hebben, maar de verpleegster gaf aan dat het veelste snel ging bij mij en zij niet het risico wilde lopen dat ik op de gang zou bevallen. ‘Lekker dan’, dacht ik. Dat was voor mij een teken dat ik voor mezelf moest gaan schakelen en het echt op mijn eigen kracht moest gaan doen. Het ging onwijs snel allemaal, want een uur later mocht ik gaan persen. Ik had namelijk tegen 3 uur ‘s middags al 10 centimeter ontsluiting!

Ik lag op mijn zij en toen begon het! Ik voelde wat drukken beneden, maar kon het niet tegen houden. Ik kende deze druk niet. Toen bedacht ik mij dat dit wel eens de persweeën zouden kunnen zijn. Ik riep tegen de verpleegster: “Het gaat gebeuren! Ik kan hem niet meer binnen houden!” Ze zei dat ze de gynaecoloog moest halen en daarop nog moest “wachten”. Ik gaf aan dat het haast had, omdat mijn lichaam zelf ging persen. Toen de gynaecoloog er aan kwam ging het nog veel sneller. Ze vertelde l precies wat ik moest doen bij een wee en daar hield ik me aan. Ik mocht beginnen met persen en de gynaecoloog had net haar handschoen vast, toen ze hem al zag komen. Twee keer persen en hij was geboren: Chez. Op 23 juni om 14:45 uur. Omdat Chez vijf weken te vroeg was, hadden ze het opvangbed al klaar gezet. Maar toen hij eruit was deed hij het direct al heel goed! Hij huilde meteen en mocht zelfs 10 minuten op mijn borst liggen. Ik voelde mij heel gelukkig op dat moment, maar ook verdrietig. Ik wist dat ik morgen naar huis mocht, maar dat ik mijn kindje in het ziekenhuis moest achterlaten. Ik wist natuurlijk dat het voor een goed doel was. Het was voor ons echt aftellen totdat hij mee naar huis mocht. Het was best moeilijk om je eigen kleine mannetje zo in een couveuse te zien liggen en altijd op het rode knopje te moeten drukken om je eigen kind vast te kunnen houden. Het voelde krom, maar ik begreep het wel. Chez deed het naar omstandigheden super goed! En na 2.5 weken mocht hij eindelijk mee naar huis. Toen kon het mama en papa zijn pas echt beginnen.

NOAH

Plaats een reactie