Nele is helemaal zelfstandig bevallen op de bijrijdersstoel van een rijdende auto, ze redde het ziekenhuis net niet

| ,

Bij de geboorte van onze eerste dochter in 2016 ging alles al best vlotjes – wel had ik drie dagen weeën, maar tien dagen na de uitgerekende datum ging ik tegen de middag met vijf centimeter onsluiting de verloskamer in en die avond om 20.00 uur was Helena er. Bij de geboorte van Mathis in 2018 ging ik ‘s nachts om 3 uur binnen en om 9 uur werd hij na amper vijf minuten persen geboren.

Dit was mijn derde zwangerschap en omdat ons gezin hiermee compleet zou zijn heb ik alles heel bewust beleefd: mezelf meer geïnformeerd, op social media doula’s en vroedvrouwen gevolgd en de bijzondere bevallingsverhalen van mensen gelezen. Na al die info ging mijn voorkeur uit naar een thuisbevalling, maar mijn man wilde liever naar het ziekenhuis en ik slaagde er niet in een verloskundige te vinden voor thuis. Hoewel de zwangerschap even vlekkeloos verliep als de vorige twee, was ik met al twee koters in huis toch best vermoeid, dus stopte ik een maand voor de uitgerekende datum met werken, ervan uitgaande dat de kleine meid wel iets vroeger zou willen komen. Niet dus! Vijfenhalve week later was er met 42 weken zwangerschap nog geen ontsluiting of enig ander teken dat de bevalling spontaan op gang zou komen. Er werd een inductie gepland. Zaterdagavond kreeg ik ongeveer om de tien minuten vrij draaglijke weeën en toen we om 12 uur gingen slapen zei ik nog tegen mijn man dat we met wat geluk niet tot dinsdag zouden moeten wachten. Niet in het minst hadden we kunnen vermoeden dat Morgane twee uur later al in onze armen zou liggen!

Iets na één uur werd ik plots wakker met heel heftige, maar onregelmatige weeën. Een kwartiertje later realiseerde ik me dat onze kleine meid er na alle vertraging opeens haast achter wilde zetten, dus ik duwde mijn man wakker met de woorden: ‘Ik wil nu naar het ziekenhuis!’ Hij belde zijn moeder om te komen passen op Helena en Mathis en gooide onze tassen in de auto, terwijl ik met heel wat tussenstops naar beneden kwam gesukkeld. 

Het kwartier waarin mijn schoonmoeder onderweg was leek een eeuwigheid te duren. Ik kon écht geen ondergoed meer aankrijgen en zat te puffen naast de stoel. Onze gynaecoloog woont om de hoek en ik droeg mijn man op hem te bellen met de boodschap dat we volgens mij het ziekenhuis niet meer zouden redden, ook al was mijn water nog niet gebroken. ‘Vertrek toch maar’, was de boodschap en met de moed der wanhoop strompelde ik naar de auto terwijl mijn schoonmoeder kwam aangereden in de hare.

Ik was niet meer in staat normaal te gaan zitten en zat op mijn knieën achterstevoren in de passagiersstoel toen we vijf minuten later werden tegengehouden door de politie. Nadat ze zagen wat er aan de hand was werden we in sneltempo en mét zwaailicht begeleid naar het ziekenhuis. Vlak voordat we er waren, voelde ik een enorme druk. ‘Het hoofdje komt!’, riep ik. ‘Stoppen?’ vroeg mijn man? ‘Nee, rijden!’ Ik voelde tussen mijn benen en tot mijn verbazing hing daar een zachte bubbel. Hoewel ik ook het hoofdje kon voelen, besefte ik na enkele tellen dat mijn dochter nog in de vruchtzak zat! Ik scheurde hem instinctief open en op 500 meter van het ziekenhuis zwom kleine Morgane naar buiten. Op het moment zelf voelde ik alleen opluchting. Ik dacht er helemaal niet over dat er net iets heel uitzonderlijks was gebeurd. Iedere bevalling is hoe dan ook uniek! Ik had weleens gelezen over een vrouw die perse een zelfstandige bevalling wilde, zonder hulp en ik vond het idee toen absurd. Achteraf moet ik toegeven dat – als alles goed gaat – een vrouw toch echt in staat is het nodige te doen als de situatie erom vraagt. Enkele dagen later zei mijn man al lachend: ‘Jij wilde een thuisbevalling, ik wilde naar het ziekenhuis, nu hebben we dan de gulden middenweg genomen’. Het was in elk geval een nacht om nooit te vergeten!

NELE

Plaats een reactie