Andermans kind corrigeren, top of flop?!

| , ,

“Haar kind brak ons huis af”

Tien jaar geleden hadden wij nog geen kinderen. Een stel vrienden van ons had dat al wel. En wat voor eentje. Kleine Frits, die als het even kon, je hele huis kon afbreken wanneer ze pas drie minuten binnen waren. Terwijl ik mijn antieke lampentstel probeerde te vangen, het toastje filet american uit mijn hoogpolige kleedje schraapte en angstvallig mijn oma’s servies van het theetafeltje weghaalde, zat zijn moeder er smakelijk naar te kijken met het peukje in haar linkerhand en het wijntje in haar rechter (Echt mensen, tien jaar geleden werd er nog binnen gerookt, totaal niet relevant, maar wel waar). De moeder van Fritsje leek totaal niet te zitten met het gedrag dat haar oogappeltje liet zien. Eerst wachtte ik geduldig af tot ze Frits zou aanspreken. Niets. Daarna besloot ik bij iedere catastrofe mijn vriendin aan te kijken. -hinthint- Niets. Toen probeerde ik te kuchen met een veelbetekenende blik erbij. Niets. Als laatst optie heb ik kleine Frits even in de kraag van zijn polo gevat. Over de tafel heen getild en voor de neus van moeder neergezet. “Zo. Vriendin. En nu ga je Frits even normen en waarden bijbrengen.”. Grapje. Dat durfde ik niet. Dus ik zei voorzichtig: “Frits, liefje, zullen we het servies van Laura maar even laten staan?”

Mijn eigen oogappeltje

Nu waren wij afgelopen weekend weg met vrienden en hun kinderen. Met zijn negenen in een huisje. Super gezellig, zonder meer. Maar ook een hele opgave, want vier kinderen bij elkaar. Het maakt ruzie, het reageert op elkaar, ze sloven zich on-ge-lo-fe-lijk uit. Het woord piemelkut is elke twee minuten wel gevallen, gevolgd door veel gelach. En met die uitsloverij, druk- en gek doen gaat het ook mis. En onze middelste oogappel is een oogappel met handjes. En als hij het niet kan winnen; een oogappel met losse handjes. Ik persoonlijk vind het dan fijn als onze vrienden ook zeggen dat hij zijn handjes thuis moet houden als ze het zien. Zalig om mijn eigen kind een weekendje niet te hoeven opvoeden, ja toch? Grapje.

Maar in sommige situaties vinden we het dus wel normaal om andermans kind aan te spreken. Met zijn allen in zo’n huisje dan bijvoorbeeld. Want ja, soms ziet het ene paar ouders iets gebeuren en soms ziet het andere paar ouders iets onder de kinderen gebeuren, dan is het wel zo prettig als iedereen de uitslovers een beetje de goede kant op proberen te sturen. In zo’n huisje merk je dan wel dat het een stuk gemakkelijker is om te reageren als hun kinderen onderling elkaar een mep geven, dan wanneer een van hun kinderen ons kind een mep geeft. Je wil natuurlijk niet jouw eigen oogappeltje voortrekken, want ja, de vriendschap is meer waard dan een paar ruziënde kinderen.

Vreemde mensen die je kinderen aanspreken daar hebben we over het algemeen alweer een stuk meer moeite mee dan wanneer het bekenden zijn. Als jouw loshandig oogappeltje in de ballenbak getergd wordt door een propje van een kop groter en jouw kindje inmiddels al 15 keer jankend naar je toe gekomen is dat dat ene dikke jongetje hem er niet bij laat omdat jouw zoon ‘het wachtwoord’ moet vertellen en hij de 16e keer het grotere kind aan de kant hoekt, omdat hij er ook bij wil, denk je ongetwijfeld: “Tsja, eigen schuld”. Als de moeder van dit betreffende jong vervolgens naar je toe komt, dat jouw oogappel haar zoon geduwd heeft en dat zij het zag gebeuren. “Tsja, als mijn kind tig keer vraagt er langs te mogen en jouw kind denkt dat heel Ballorig van hem is. Dan krijg je dat.” En nu wegwezen alsjeblieft.

Evenals de situatie waarin jouw dreumesje op het loopfietsje van het restaurant rond rijdt en de vrouw van drie tafeltjes verderop grijpt jouw dreumesje wel even bij de arm. Terwijl zij met indringende ogen en een blik om bang van te worden zegt: “DÁT mag hier dus niet!”. Moet jij kalm blijven mam. Maar je zegt: “Vrouw, het loopfietsje ís van het restaurant. Dus bemoei je even met de klodder ketchup die op je wang hangt, maar niet met mijn kind.”

Wat is nu eigenlijk mijn punt? Ik doe mijn best om alle drie de oogappels zo goed mogelijjk op te voeden, maar in sommige situaties komt het voor dat een ander iets ziet gebeuren en ik niet. Wanneer het gegronde redenen zijn en bekenden spreken mijn kind op een redelijke manier aan, vind ik het dikke prima. Ze mogen gerust weten wat wel- en niet kan. Maar… wanneer het onredelijk is, ik het totaal overdreven vind en het er gewoon niet mee eens ben, word ik uiterst onsympathiek.

Wat vind jij er van als een ander jouw kind aanspreekt.

a. Ik ben de relaxtheid zelf. Ik vind het relaxed als een ander mijn kind aanspreekt. Kan ik me lekker focussen op mijn sociale omgeving en mijn wijn. Vooral de wijn.

b. Ik ben opvoedkundig goed. Ik spreek met het grootste gemak andere kinderen aan op hun gedrag. Als ouders het zelf niet snel genoeg doen, dan doe ik het wel. Zij mogen dit uiteraard ook bij mijn kroost.

c. Not-done. Ik vind dat ouders verantwoordelijk zijn voor hun eigen kinderen. Ik wens dat niemand mijn oogappel aanspreekt en ik zal ook nooit een ander kind aanspreken op zijn of haar gedrag.

d. Kom niet aan mijn kind Als een ander mijn kind aanspreekt heeft de ander een fittie met mij. Als een ander kind iets doet kan ik daar wel wat van zeggen overigens. Maar dat is dan weer anders……

e. Anders, nl:………….

LAURA

Plaats een reactie