Wij wilden de pleegzorg in, maar om een bizarre reden werden we niet toegelaten

| , ,

Wist jij dat er in Nederland jaarlijks 3500 pleegouders nodig zijn? Vorig jaar waren er 2566. Dat betekent voor de snelle rekenaars onder ons dat er alleen al vorig jaar 934 kinderen in Nederland over bleven. Wij besloten dat wij er iets aan wilden doen. Een steentje bijdragen. Al was het maar één kind. Alleen wisten wij toen nog niet wat ons te wachten stond.

Wij begonnen ons huwelijk beiden met een dochter uit een vorige relatie. De wens ons gezin uit te bereiden groeide al snel. Het zwanger worden wilde niet echt vlotten, maar de wens van een groot gezin bleef sterk bestaan. Adoptie of pleegzorg werd een reële optie. Na wat online research zaten wij letterlijk met tranen in onze ogen lamgeslagen op de bank. Hoe kon dit? Er ging een hele nieuwe wereld voor ons open. Hoe kunnen er kinderen in Nederland zijn, geen haar minder of beter dan die van ons, die geen veilig thuis hebben?

Online las ik de persoonlijke verhalen over pleegzorg. Eén staat mij nog altijd op mijn ziel gegrift. Een meisje met grote ogen en blonde krullen, ze zocht een thuis en vertelde wat zij dan het allerliefste zou willen. Dat was een gezin om gezellig samen mee te eten. Daarna op de bank met elkaar te lachen voor de televisie. Ik kan er nog van huilen als ik hier aan denk. Sterker nog ik huil alweer. Mijn hart brak in tien stukken. Ik kon niet meer slapen van ellende. De slogan van de campagne luidde: “super gewone mensen gezocht”. Het spookte dagen lang door mijn hoofd. Wij zijn die super gewone mensen die ze zoeken. We hebben een fijn gezinshuis, een auto, mijn man heeft een goede baan, ik ben huismoeder, we hebben genoeg geld en bovenal we hebben een goed hart met ruimte voor meer. Online vroeg ik de informatiemap pleegzorg aan en we schreven ons in voor de voorlichtingsavond met aansluitend de pleegouder training. Gespannen als op een sollicitatiegesprek liepen wij in onze beste kleding en goed gemutst het vrolijk gekleurde gebouw in Hilversum binnen. De mevrouw achter de balie bracht ons naar een zaaltje met nog vijf koppels. Allemaal net zo gespannen en allemaal met een eigen verhaal. Van een koppel homoseksuele mannen, een gezin met al drie eigen kinderen en een onvruchtbaar stel. Het zat er allemaal bij. En wij dus ook.

De training zou zes avonden beslaan. Al snel werd ons verteld dat het merendeel van de aspirant pleegouders die zich aanmeldden uiteindelijk toch afziet van het pleegouderschap. Het zou toch heftiger blijken te zijn dan het in eerste instantie leek. De training is bedoeld om helder in kaart te brengen wat er bij het gezin past. Of daar überhaupt ruimte is voor een pleegkind. Wij besloten dat onze match een kindje tussen de 1 en de 4 jaar oud zou zijn. Crisisopvang leek ons te heftig, altijd een kamertje klaar hebben staan om dan plotseling midden in de nacht een bang en verward kindje op te vangen. Daarna moet het kindje dan weer weg, hopelijk door naar een lang verblijf pleeggezin. Nee, dat zouden wij niet aan kunnen. Zoveel leed. Gewoon eerst elkaar leren kennen en aanvoelen of er een match is. Zodat het kind bij ons kon blijven tot het uitvliegt net zoals onze andere kinderen. De training bleek inderdaad zwaar en vooral erg persoonlijk te worden. Alles werd op tafel gegooid. Je eigen jeugd en opvoeding kwamen bijvoorbeeld regelmatig aan bod. We keken filmpjes over de ontwikkeling van een kind, we deden rollenspellen, dronken koffie en spraken als de training er weer op zat vaak nog een uur na. Het leek wel groepstherapie. Regelmatig werd er gehuild, soms ook gelachen, al viel er niet veel te lachen. De meeste verhalen zijn vreselijk. Het verlangen groeide en de ideeën kregen vorm. Misschien toch wel crisisopvang. Als een kindje weggerukt is uit het enige vertrouwde dat hij of zij kent, ook al is dat een zwakbegaafde moeder en een vader met losse handjes, stort zijn wereldje volledig in. Op dat moment het verschil kunnen maken voor een kind kan cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling in zijn leven.

De training zat erop en voor ons was het helder. We gaan ervoor! Het zal niet altijd leuk zijn, het zal bikkelen worden, maar met een rotsvast vertrouwen; wij kunnen dit! Vanuit crisisopvang bij een goede match overgaan in langdurige pleegzorg. Zo min mogelijk gesleep met het kindje. Het kan om een kind gaan die geen ouders meer heeft door ziekte of een ongeluk. Misschien zelfs een baby die niet gewenst is. Te zware psychische problematiek was een no go. Ons samengestelde gezin konden wij niet te zwaar belasten met bijvoorbeeld agressie of een zeer zorgintensief kind. Er zaten nog wat haken en ogen aan, maar niets dat binnen een gezin niet opgelost kon worden. We kregen een VOG (Verklaring omtrent gedrag) en een rapport van de kinderbescherming die zijn goedkeuring uitsprak over ons als toekomstige pleegouders. In ons laatste gesprek zat onze altijd zo vriendelijke ietwat truttige pleegzorgbegeleidster nors tegenover ons. Ze gluurde vanachter haar bril argwanend naar ons. Wat was dit? Zo kenden wij haar helemaal niet! Bijna geïrriteerd begon zij te praten. “Wij hebben besloten jullie als pleegouders af te wijzen.” Er ging een schok door mij heen. Vol ongeloof keek ik haar aan terwijl zij verder vertelde. “Ja, helaas was het mij geheel ontgaan dat uw man blijkbaar heeft deelgenomen aan een realityprogramma. Helaas stopt het hier voor jullie.” Ze haalde haar neus op alsof ze naar iets smerigs keek. “Maar ik begrijp het niet? We hebben toch goedkeuring van de kinderbescherming gekregen? We hebben nog nooit een misstap in ons leven begaan! Mijn man heeft al meer dan tien jaar een keurige baan we betalen netjes belasting. We zijn toch geen criminelen of junkies?” Waarom ga ik nu in de verdediging? Wij hoeven ons toch nergens voor te schamen, mijn man is een goed en lief mens. Bovenal een geweldige vader. Dat vonden zij zelf ook. We kregen een dikke tien in de beoordeling na de training! Dat is toch niet voor niets? We zijn niet aan de drank of drugs, we hebben geen strafblad, geen schulden. Mijn man bleef rustig. “Jammer dat u zo denkt.” Ik kon niet meer zo kalm blijven. “Als u hem na alles wat u over ons en ons gezin weet nu slechts gaat oordelen op selectieve beelden van meer dan tien jaar geleden doet u ons onrecht aan!” Ik voelde zijn hand in mijn hand komen. Zijn blik zei genoeg; laat het, het heeft geen zin. Ik voelde mijn tranen prikken. Van verdriet en het gevoel van onrecht. We kwamen toch iets brengen? Iets goeds vanuit ons hart. Ik kon het niet geloven. Zelfs met drank- of drugsmisbruik in je verleden of een strafblad mag je nog altijd pleegouder worden. De wet overtreden, een veroordeling, illegale praktijken en zelfs een gevangenisstraf diskwalificeert je niet per definitie als pleegouder. Dat snap ik ook wel, want er zijn te weinig pleegouders en te veel kinderen die een plek nodig hebben. Er is niet echt heel veel keuze en bovenal mensen kunnen veranderen. Wie is er nu nog precies dezelfde persoon als tien jaar geleden? Of nog sterker wie is er nog hetzelfde gebleven na het ouderschap? Ik lijk niet eens meer op wie ik was voordat ik moeder werd.

Mijn man heeft meer dan een decennium geleden, toen hij nog geen vader was meegedaan aan een spel op tv. Samen met andere volwassen mensen in een huis vol camera’s die allemaal hetzelfde doel voor ogen hadden en vrijwillig aan dit experiment meespeelden. Ja, er werd gedronken, mensen werden verliefd, mensen hadden seks, kregen ruzie, gingen uit elkaar, er werd gescholden. Het spel werd gespeeld, keihard. Het ging immers om een geldbedrag en wel groot genoeg om je hele levensloop en dat van je familie te kunnen veranderen. Mensen slaan elkaar voor een paar euro regelmatig de hersenen in. Kijk maar eens naar die ongure types bij opsporing verzocht. Die mogen dan overigens weer wel gewoon pleegouder worden. Ik kon er met mijn kop niet bij. Er zijn 51.000 kinderen in Nederland die wegens omstandigheden niet meer thuis kunnen wonen. 51.000 Kinderen die mishandeld, verwaarloosd of verlaten zijn. Goedemorgen! Er zijn niet genoeg mensen bereid om al deze kinderen op te vangen. Wie gaat er voor deze kinderen opdraaien? Wie neemt de verantwoordelijkheid voor deze kinderen op zich? Alleen, achtergelaten en vergeten. De mevrouw van pleegzorg? Die kijkt wel link uit. Wie dan wel? Wij wilden die verantwoording dragen voor één kindje. Een kindje waar niemand meer naar omkijkt. Waar geen tijd, geld, ruimte of aandacht voor is. Het begint toch allemaal bij één? Het had allemaal geen zin. Haar besluit stond vast. Daar stonden we weer. Met ons goede gedrag. Weer buiten en lamgeslagen. Voor het vrolijk gekleurde gebouw. Inmiddels is ons gezin gezegend met nog een klein meisje van ons samen. Dagelijks geniet ik van ons fijne gezin van drie meiden. Toch kan ik het soms niet laten te kijken naar dat plekje over op de bank.

Super gewone mensen gezocht. Misschien zijn wij toch niet super gewoon genoeg. We hebben een eettafel om samen aan te eten, een bank om samen op te liggen en een tv om samen voor te lachen, maar bovenal hebben wij een heleboel liefde. Is dat dan niet gewoon genoeg?

Liefs,

ROBIN (klik hier voor haar Instagram)

Plaats een reactie