Bevallingsverhaal: “Ik ben nooit bang voor de bevalling geweest”

| ,

Toen ik erachter kwam dat ik na onze missed abbortion weer zwanger was, kon ik het bijna niet geloven. Ik was zo onwijs blij en mijn vriend kreeg de grijns ook niet meer van zijn gezicht af toen ik hem de test liet zien. Ik wilde al moeder worden vanaf dat ik klein was en ik kon dan ook niet wachten tot ik zelf ooit met zo’n mooie ronde bolle buik rond zou lopen. En toen was het zo ver, ik was zwanger. Ik had er een goed gevoel over en bij de eerste echo werd dit gevoel bevestigd. Er was een levend vruchtje te zien met een kloppend hartje van zo ongeveer 6 weken. Iedere daaropvolgende echo vond ik magisch: dat flikkerende lichtje, het geluid van het kloppende hartje en dat er binnen in mijn buik een mensje ronddreef dat op en neer hupste. Zelfs al zag ik dat de echoscoop op mijn buik stond, het was soms niet te geloven wat er allemaal in mijn buik gebeurde.

Met 16 weken deden we een extra echo voor de geslachtsbepaling. We wilden graag ons kindje zoveel mogelijk zien. En waar ik al vanaf het begin dacht dat het een meisje zou zijn, was vriendlief er van overtuigd dat het een jongetje was. Verrassend genoeg voor hem bleek het inderdaad een meisje te zijn. Een dochter was wat ik met mij mee droeg. Tijdens de zwangerschap keek ik erg uit naar het moederschap en het kleine meisje wat er in mij groeide. Waar ik minder tot eigenlijk absoluut niet naar uitkeek, was de bevalling. Oh my, wat zag ik daar tegenop. Ik had zelfs momenten waarop ik het echt benauwd kreeg bij de gedachte aan bevallen alleen al. Ik las erover. Ook keek ik naar bevallen met Bobbie op TLC en gek genoeg kalmeerde me dat soms wel. Toen op het werk het een keer ter sprake kwam, kreeg ik van een collega de gouden tip: ‘Ja het doet pijn en niet zo’n beetje ook, maar je lijf kan dit. Het gaat voorbij en als de verloskundige zegt “stoppen”, stop dan. Onthoud dat je op dat moment je hachje kan redden’. Ik heb dit advies bij me gedragen de rest van de zwangerschap. Voornamelijk de boodschap om het los te laten en dat ik geen controle heb over de zwangerschap en bevalling, onthield ik. De kleine komt wanneer ze wil en er klaar voor is. Dat is iets waar je niets over te zeggen hebt. En oh, wat klopte dat!

Tijdens één van mijn laatste controles bij de verloskundige bleek mijn bloeddruk wat verhoogd. Na wel vier hele druppels urine ingeleverd te hebben om te sticken, bleek dat ik ook wat eiwitten in mijn urine had. Op naar het ziekenhuis voor extra onderzoek. Ik zou gebeld worden met de urine uitslag. Helaas was mijn urine niet goed. Ik moest terugkomen om een bokaal op te halen om 24-uurs urine op te vangen. De volgende dag leverde ik samen met mijn moeder de urine in. “Wilt u wachten op de uitslag?“, vroeg de verpleegkundige. Ik wilde liever thuis gebeld worden. Dat mocht. “Maar de kans is groot dat u terug moet komen”, voegde ze er aan toe. Dat vond ik geen punt.

Zo gezegd zo gedaan. Rond de klok van 13:00 uur werd ik opgebeld. Er waren teveel eiwitten en mijn bloeddruk was te hoog. Ik had een milde vorm van preclampsie (zwangerschapsvergiftiging). Dit nieuws verraste mij totaal niet, gezien mijn bizarre staat van het vasthouden van vocht. Mijn tenen leken op knakworstjes. Mijn enkels? Vanuit mijn kuit had ik gewoon voeten of iets wat ervoor moest doorgaan. “Dus mevrouw de enige remedie hiervoor is om de placenta geboren te laten worden. Een klein detail is dus dat de baby dan ook moet komen.” Ik belde direct mijn vriend met de boodschap dat hij naar huis moest komen. Ook heb ik de barbecue van mijn moeder voor haar 30-jarig huwelijk afgezegd. Ik pakte snel de laatste spullen. Op naar Harderwijk. Onderweg belde ik de verloskundige, zodat ze wist dat ik zou worden ingeleid en dat ik dit dus helaas zonder hen zou gaan doen.

In het ziekenhuis had ik nog niets aan ontsluiting. Mijn baarmoeder was zelfs nog niet verstreken. Er was geen enkel teken dat die kleine meid eruit wilde. Na het plaatsen van een ballonnetje (bah ,dat deed echt wel even zeer) moest ik die nacht in mijn eentje blijven. Dat was echt niet leuk. De volgende ochtend werd ik rond 06:00 uur wakker met erge rugpijn. Ik besloot wat over de afdeling te lopen (lees: waggelen) in de hoop dat het wel wat losser zou worden. De nachtdienst spotte me en wilde wel gelijk even de voortgang van het ballonnetje checken. Yes, ik had 2 centimeter ontsluiting en ik was daarmee dus inleidbaar! Ik belde mijn vriend op. Hierna kreeg ik mijn eigen kamer, at ik mijn ontbijt en voelde ik al vrij snel wat gerommel. Ik was positief. Ik verwachtte aan het einde van de dag toch wel mijn dochter vast te houden. Al snel begonnen de buikweeën en nog sneller werden dit rugweeën. Kort daarna arriveerde mijn wederhelft. Oh, wat waren die weeën rot. Vooral toen ze niet meer stopten en ik in een weeënstorm terecht kwam. Op handen en voeten zat ik op de grond mijn stinkende best te doen om nog ergens een moment te vinden om adem te halen. Toen gaf ik aan dat ik pijnstilling wilde krijgen. De verloskundige kwam erbij en ging gelijk een ruggenprik voor me te gaan aanvragen.

Toen de ruggenprik zat, was dat zó heerlijk. Ik kon weer ademhalen. Gelijk kreeg ik weer een controle. Ik zat op 4,5 centimeter ontsluiting. “Nou”, dacht ik, “dit gaat best vlot”. Echter bleek bij iedere daaropvolgende controle dat ik nog steeds op 4,5 centimeter zat. Toen de wisseling van dienst was en de late dienst kwam om te controleren, gaf de verloskundige aan nog iets grondiger te willen kijken. Ik vond het best, want ik voel er toch niets meer van. Ik zat echter nog steeds op 4,5 centimeter. Er kwam nog wat informatie bij: “De kleine ligt nog behoorlijk hoog en ze is een sterrenkijkertje”. Dit in combinatie met dat het mijn eerste bevalling was en mijn dochter aan de grote kant was, maakte dat de verloskundige ging overleggen met de gynaecoloog. Ze deed nog wel eenmaal de medicatie omhoog en kwam over twee uur weer terug. Ik zei al gelijk tegen mijn vriend: “Nou, let op: dit wordt een keizersnede. Ik geloof er niets van dat ze eruit wil komen”.

Twee uur later kwam de gynaecoloog zelf kijken. Er was geen millimeter ontsluiting erbij gekomen . Inderdaad we gingen voor de nooduitgang, via de buik. Door naar de OK. Niet veel later was ze daar! Onze lieve kleine Nina, brullend, met een flinke bos haar en nog een flinke laag huidsmeer. De artsen zeiden dat ze zelf nog wel even was blijven zitten als de zwangerschapsvergiftiging er niet een stokje voor had gestoken.

Ik heb mijn bevalling als heel fijn en heel erg positief ervaren. Geen moment was er paniek, angst of iets in mij wat dacht dit niet aan te kunnen. Ik denk oprecht dat er blanco ingaan en ontspannen het over me heen laten komen, geholpen heeft. En uiteraard het hele fijne team aan zorgmedewerkers en liefste vriendje die niet van mijn zijde week.

YVONNE

Plaats een reactie