Bevallingsverhaal: “Ik ben tweemaal niet bij de geboorte van mijn kinderen geweest”

| ,

Ik raakte zwanger terwijl mijn rug slecht was

In 2017 raakte ik – ongepland – zwanger. Ondanks dat ik altijd een kinderwens heb gehad, bekroop mij een enorm angstig gevoel. Ik had vreselijke last van mijn rug, zo erg dat ik deels was afgekeurd en mezelf de dag doorsleepte op medicatie (familie van morfine). Mijn angst was dat de zwangerschap vreselijk zwaar zou worden, maar vooral ook dat ik mijn kind(eren) niet genoeg zou kunnen bieden in het leven. Mijn omgeving voedde deze gedachtes. Regelmatig kwamen er opmerkingen of dit wel slim was, met mijn rug. “Hoe wil je dit allemaal gaan doen?!”, hoorde ik vaak. Na een aantal weken was de grootste angst geslonken en werd ik langzaam erg enthousiast. Vooral omdat ik merkte dat het vrij goed ging met mijn rug. Ik ben abrupt gestopt met al mijn medicatie en dat verliep prima. Wel twijfelde ik over de bevalling. Ik kon geen kracht zetten. In een auto stappen deed ik bijvoorbeeld door mijn benen te ondersteunen. Zo kreeg ik ze binnenboord. Ik had shared care; een verloskundige én een gynaecoloog hielden mij in de gaten. De situatie met mijn rug werd uitvoerig besproken en we besloten een geplande keizersnede. Dit gaf enige rust. In de loop van de tijd bespraken we het plan: van pijnstilling en verdoving tot geboorte. Ik werd gezien door verschillende specialisten waaronder een anesthesist. Hij vertelde dat een normale ruggenprik – spinale prik – bij mij niet gezet mocht worden. Ik ben in 2014 geopereerd aan mijn rug en als er in die geopereerde ‘holle’ ruimte in mijn rug medicijn kwam, zou dit niet goed aflopen. “Prima”, dacht ik nog. “Ik krijg een keizersnede, daar wordt een epidurale prik voor gezet.

Ineens werd het plan omgegooid

Mijn gynaecoloog besloot met 30 weken zwangerschap dat wij toch voor een vaginale bevalling zouden gaan. Ik was helemaal in shock. Ik ging daar toch mee akkoord en wilde het proberen. Mijn man en ik gooiden alle plannen overboord en sloten ons snel aan bij een bevallingscursus. Ik begon met het schrijven van een bevallingsplan, of eigenlijk bevallingsplannen. Ik schreef er namelijk drie: voor een vaginale bevalling, een keizersnede met een ruggenprik en een keizersnede onder volledige narcose. In 2016 ben ik een week opgenomen geweest in het ziekenhuis met onverklaarbare klachten en hoofdpijn. Een ruggenmergpunctie was nodig, omdat de artsen een hersenvliesontsteking vermoedden. Op de SEH mislukte deze handeling. De dagen erna lukte het nog steeds niet. De artsen kwamen niet op de juiste plek.

De inleiding

Met 39 weken was het zover. Ik werd ingeleid middels een ‘ballonnetje’ en overnachtte in het ziekenhuis. De volgende dag had ik 3 cm ontsluiting en werden mijn vliezen gebroken en de weeënopwekkers gestart. Ik belandde in een heuse weeën storm. De eerste kon ik nog opvangen. Bij iedere check bleek mijn ontsluiting gestagneerd te zijn op 4 cm. De weeënopwekkers werden opgehoogd. Na een aantal uur was er helaas geen resultaat. Er werd kort besloten om te kijken of mijn lichaam zonder de medicatie het zou overnemen, maar tevergeefs. De opwekkers werden weer gestart en ditmaal kreeg ik been- en rugweeën. Ik kon ze niet meer opvangen en wist geen houding meer aan te nemen. Nog steeds was ik vastbesloten om door te zetten, nu ging ik voor die vaginale bevalling ook! De dienstdoende gynaecoloog had inmiddels al meerdere malen geopperd dat ik ook voor een keizersnede mocht kiezen, want dit was pure uitputting. Maar ik wilde dat niet. Mijn man, de verpleging, mijn moeder die er inmiddels was, iedereen zei mij goed na te denken en dat het geen ‘falen’ was zoals ik het op dat moment noemde, als ik voor de keizersnede zou gaan. Uiteindelijk om 18.00uur ging ik overstag.

Toch een keizersnede

De arts zei dat ik om 20.00uur naar de OK mocht. Ik raakte overstuur. “Nog twee uur die weeënstorm voor niets?”, dacht ik. Dat trok ik niet meer. Ze besloten naar de OK te bellen en alles te versnellen. Ze maakten mij klaar voor vertrek. Er werd een katheter geplaatst op de kamer. Hierna reden ze mij naar de OK. De zenuwen in combinatie met de weeënstorm zorgden voor pure spanning door mijn hele lijf. ‘Ontspannen’, zeiden de verpleegsters mij toen ik klaar zat voor de epiduraal. Ontspannen… Ik zat in een flinke weeënstorm, met allerlei snoertjes tussen mijn benen, ik had enorme rugpijn en was kapot van de hele dag, nee, ontspannen zat er niet in. Ik deed mijn best en de anesthesist zette de prik. “Au”, dit ging niet goed. Ik hoorde de anesthesist mompelen. Er kwam een nieuwe poging. Een iets fellere ‘au’ ontsnapte. Het gemompel van de anesthesist werd luider. Bij een derde poging gaf ik aan dat ik een wee moest opvangen anders kon ik niet met bolle rug zitten. De woorden die ik achter mij hoorde waren: ‘Ja, als we dat gaan doen, zijn we morgen nog niet thuis’. Ik mocht dus mijn weeën niet opvangen van de anesthesist. Het was inmiddels zondagavond, wellicht had hij de avond anders voor zich gezien, ik ook. Afijn, een volgende poging kwam. Inmiddels huilde ik van de pijn. Mopperend vroeg de anesthesist waar het pijn deed. Ik riep uit: ‘Overal!’ Dat was niet het juiste antwoord. Mopperend riep hij dat hij niets had aan dat antwoord. De volgende poging werd ik door vele handen stilgehouden en mijn man werd naast me gezet om mij rustig te krijgen. Ik gilde en smeekte of ze wilden stoppen. Ik dacht letterlijk dat ik doodging. Alsof er een bijl in mijn lies gezet werd, steeds maar weer en weer en weer. Een van de laatste dingen die ik hoorde was de gynaecoloog: “Stop, tot hier!”

Onder algehele narcose

Ik voelde hoe ik achterover gelegd werd en hoe mijn polsen vastgebonden werden. Het schort kwam te voor schijn en mijn buik werd ontsmet. “We bereiden zo veel mogelijk voor nu je wakker bent, zodat jij en je kindje zo kort mogelijk onder narcose zijn”. Het kapje werd al over mijn mond en neus gezet. Klappertandend en met tranen over mijn wangen knikte ik dankbaar. Ik wilde alleen nog maar dat dit zou stoppen. Ik heb de geboorte van mijn dochter gemist. Ik was een paar minuten wakker toen mijn meisje bij me gebracht werd en op dat moment vergat ik wat er zojuist gebeurd was. Alles was goed. Ze was hier. Mijn man daarentegen heeft alles veel bewuster meegemaakt. Hij heeft een flinke klap gehad en zei meteen dat we het bij één kind moesten houden. Dit wilde hij mij nooit meer zien doormaken. Ik wuifde het weg. Ze is er toch, helemaal gezond?! Het was een uur of 11 in de avond toen we op onze kamer gebracht werden. Die nacht was pittig en ging aan me voorbij, tijd om stil te staan bij de bevalling was er niet.

Ik hield buikpijn aan de rechterkant, links niet

De volgende ochtend stonden de twee gynaecologen aan mijn bed. Ze waren verrast te zien dat ik al op mijn benen stond en zelf gedoucht had, na afgelopen avond, zo intens. Ze vonden het een goed idee als ik met de anesthesist in gesprek zou gaan, voor de verwerking. Hier had ik weinig behoefte aan. “Snel vergeten en door”, dacht ik. Ik wilde aansterken en naar huis, genieten van het wondertje dat in mijn armen lag. Dit bleek te hoog gegrepen. Ik had flinke pijn en gaf thuis met regelmaat aan bij de verloskundige dat ik zo’n pijn had in mijn buik wanneer ik ging zitten. Rechts in mijn buik voelde het alsof het open trok. Dit werd weggewuifd. “Wat wil je, je hebt een buikoperatie gehad, natuurlijk doet dat pijn”, zei de verloskundige ook. Dat ik aangaf dat rechts anders voelde dan links, daar werd niet naar geluisterd. Tot dag 10 thuis…

Plotseling werd ik dood- en doodziek

Die nacht huilde onze dochter enorm. Ik wilde haar verzorgen, maar dit lukte niet. Ik ijlde en kon mijn hoofd niet meer optillen. In de ochtend belde ik de huisarts. Ik vroeg of ze op visite kon komen. Ik had 40 graden koorts, veel buikpijn en voelde aan alles dat het niet goed ging. “Dat kan niet. Een visite is alleen voor zieke oude mensen”, zei de huisartsassistente. Weer voelde ik me niet gehoord. Na veel aandringen kon er toch iemand langskomen. Om 14 uur. Het was nu 8.30 uur. Zo lang hield ik dit niet vol. Er werd gesnauwd aan de telefoon dat ik moest wachten. Dus dat deed ik, dood- en doodziek… De huisarts kwam eindelijk. ‘Kunnen jullie zelf naar het ziekenhuis? Anders bel ik nú een ambulance’, waren haar woorden. We besloten zelf te gaan. Ik had geen behoefte aan een circus voor de deur.

Door de oog van de naald

Op de SEH werd ik naar een triagekamer gesneld en daar werd bloed afgenomen. Allerlei medische termen vlogen me om de oren. Helaas kende ik die termen door mijn medische achtergrond. Mijn angst groeide. Er werd gesproken over tachycardie en sepsis. Ik schrok. “Shit, een bloedvergiftiging?” Ik dacht dat het mijn maag was in eerste instantie, maar uiteindelijk bleek ik geïnfecteerde bloedinkjes te hebben in mijn buik. Ik werd opgenomen en kreeg medicatie. Ik heb denk ik alle gynaecologen gezien tijdens mijn verblijf en alsmaar hoorde ik hoe ik door het oog van de naald gekropen was. Eindelijk, mocht ik dan naar huis en kon ons mooie avontuur beginnen, dachten we.

In gesprek met de anesthesist

Na een paar maanden moest ik geopereerd worden aan mijn pols en kwam de traumatische ervaring van de bevalling er alsnog uit. Hierna ben ik toch het gesprek met de anesthesist aangegaan. De beste man gaf aan dat hij de beste prikker was van het ziekenhuis en dat ik waarschijnlijk mijn dag niet had, en hij misschien ook niet. Mijn oren klapperden, maar ik liet het gaan. Ik dacht: “Jou zie ik toch nooit meer”. En dat had ik dus helemaal mis… Met 11 maanden werd mijn dochter ziek, zodanig dat zij een operatie nodig had (mijn blog hierover kunnen jullie teruglezen: de herpesvinger van Riley) en je raadt het al: de anesthesist bleek dezelfde als tijdens mijn bevalling. Ik brak. Het personeel op de OK schrok enorm. Ik deed kort mijn verhaal en de anesthesist werd erbij gehaald. Dit moest opgehelderd worden, want mijn dochter ging bijna onder het mes. Al met al is het goed gegaan. Maar laten we zeggen dat tact niet tot zijn talenten behoort. De arts kwam binnen en vertelde heel serieus over de operatie van onze dochter. Via de andere deur kwam de anesthesist binnen en bulderde: ‘Ik denk dat jullie je dochter kwijt zijn’. Dit is iets wat je dus niet wilt horen. Hij bedoelde dat het personeel helemaal verliefd was op ons meisje, maar wij – en de chirurg- schrokken ons helemaal kapot!

Ook bij de tweede bevalling moest ik onder narcose

In 2020 raakte ik zwanger van onze zoon. Dit keer besloot ik direct voor een geplande keizersnede te gaan. We voerden veel gesprekken, ook over de epidurale prik. Ik had een volledig ander team en vol goede moed gingen wij de OK op. De afspraak was om het drie keer te proberen. Lukte het dan niet, dan zou het weer een narcose worden. Wat een andere beleving! Ik had geen weeënstorm en zat rustig op het bed. De gynaecoloog praatte met mij en hield mijn handen vast, terwijl de anesthesist de prik zette. Dit deed zeer, maar was te doen. De anesthesist wilde na de tweede poging stoppen. Ze wilde het niet nogmaals proberen in verband met het welzijn van zowel mij, als mijn zoontje. Ik wilde door, maar het lukte niet. Ze kon niet in de holle ruimte in mijn rug komen. “Jouw anatomie klopt niet”, zei ze. Ik was ontzettend verdrietig. Het voelde alsof ik faalde. Daarnaast had ik zo gehoopt dit keer de geboorte mee te mogen maken. Helaas is dit wederom niet gebeurd. Onder volledige narcose is ook mijn tweede wondertje geboren. Het verdrietige gevoel dat ik er niet ‘bij’ was blijft denk ik altijd bij me. Gelukkig heb ik van beide geboortes ontzettend mooie foto’s en zelfs filmpjes. Dankbaarheid overheerst ieder ander gevoel. Ik ben dankbaar dat ik mama mag zijn van mijn twee prachtkinderen. Dat is echt alles waard.

AMANDA

Plaats een reactie