Bevallingsverhaal: Ik word 2.5 uur gehecht, maar thuis knappen de hechtingen open

| ,

Het is 31 augustus 2017, Jinthe is weer extreem rustig in mijn buik. Ik ben nu 39 weken zwanger. Ik merk geen beweging. Ik voel me er totaal niet gerust op, net als eerder rond 34 weken zwangerschap. Ik bel de verloskundige en mag langskomen. We luisteren naar het hartje. Alles lijkt goed, maar in verband met verminderde beweging, mag ik langs het ziekenhuis voor een CTG.

De controle

De CTG lijkt goed. Ik mag de volgende dag weer terug komen voor een CTG. Ik ga samen met mijn man. Wederom lijkt het goed, al nemen ze het wel serieus dat ik Jinthe eigenlijk niet voel bewegen. Ook op de CTG is te zien dat ze erg rustig is. Ik neem het weekend goed rust en we komen op zondag 2 september terug voor controle. Het is mijn eerste zwangerschap dus ik twijfel wat normaal is. “Hoort het dat ik zo weinig tot eigenlijk niets voel?”, vraag ik me af. “Nee niet echt. Het voelt behalve dat ik een dikke buik heb ook niet enorm “zwanger” meer, omdat ik gewoon geen bewegingen voel.”

Er wordt voor een inleiding gekozen

Die zondag is het CTG wel goed, maar weer hetzelfde verhaal dat het geen goed teken is dat ze weinig tot niet beweegt. Er wordt besproken om te gaan inleiden. Ergens vind ik het besluit wel prettig, omdat het ook erg veel onrust geeft dat het mogelijk niet goed gaat met Jinthe. De verloskundige en gynaecoloog komen langs en brengen een ballonnetje in om de bevalling op te wekken. Dit ballonnetje plaatsten gaat zeer moeizaam en geeft een pijnlijk en ongemakkelijk gevoel. Mijn lichaam lijkt totaal nog niet toe te zijn aan bevallen. Ik moet een uur aan het CTG. Ik begin toch behoorlijk wat krampen te krijgen. “Oef, dit doet me erg denken aan die enorme menstruatiekrampen toen ik jong was. Maar hoe pijnlijk zijn weeën dan wel niet?”, bedenk ik me. Na dat uur drukken we snel op de bel met de vraag of ik naar het toilet mag. Eenmaal op het toilet valt zo het ballonnetje eruit. Ik ben zo stom verbaasd dat ik het ballonnetje zo vastpak en zonder iets te zeggen aan de verpleegkundige laat zien. De verpleegkundige geeft aan dat het ballonnetje mogelijk niet goed heeft gezeten, omdat het ook zo lastig te plaatsen was.

Ik heb al 4 cm ontsluiting!

De verloskundige heeft alle spullen al gepakt om een nieuwe te plaatsen, en excuseert dat dit wederom even niet fijn gaat aanvoelen. Tot er een soort lachje van de verloskundige komt. Ik snap totaal niet waarom, tot ze zegt: “Je hebt al 4 cm ontsluiting! Een nieuw ballonnetje is niet nodig!” De menstruatiekrampen waren toch weeën. We laten mijn lichaam zijn werk doen, want zetten de weeën uit zichzelf door. We mogen samen naar een mooie kraamsuite voor de nacht. Die avond heb ik nog wel wat krampen, maar het stelt niet veel voor en we pakken nog een goede nacht slaap.

Ik kom in een hel van pijn

De volgende ochtend gaan we naar de verloskamer en hebben eigenlijk nog niet goed het besef dat het die 3 september dan ook echt allemaal gaat gebeuren! Om 9.30 breekt de verloskundige mijn vliezen. Het infuus wordt opgestart. Dan worden de weeën ineens heel heftig uit het niets. Ik raak direct in paniek van die enorme golf en aanslag op mijn lichaam met pijn. Gelukkig heb ik een draadloos CTG en kan ik ook direct naar de wc. Ik vraag om hulp. Een verloskundige probeert mij door de weeën heen te coachen. Ik heb mijn ogen dicht en ben direct compleet het tijdsbesef kwijt. Ik heb paniek in mijn hoofd en het is een complete hel van pijn. Ik kan niet bijkomen tussen de weeën door. Het is zo intens. Een student verloskundige kan me heel goed krachtig door de weeën heen praten, en dat heb ik ook echt nodig. Iemand die mij continu vertelt wat ik moet doen. Daarmee gaat mijn ademhaling nog redelijk goed.

Onder de douche

Ik heb sterk de behoefte om onder de douche te staan en dat kan. Het water wordt om de paar minuten een beetje kouder en dan weer warmer, dat geeft mentaal gezien ook een fijne afleiding. Tijdsbesef heb ik totaal niet meer. Ik weet alleen dat ik dit nog uren en uren moet gaan zien vol te houden. Ik denk dat dat idee mij de meeste paniek gaf. Voordat de bevalling begon was ik in een erg positieve mood. Ik dacht het wel aan te kunnen aangezien ik in het beging van de zwangerschap ben opgenomen in het ziekenhuis met OHSS* en 9 dagen ondragelijke pijn heb gehad. Deze bevallingspijn was toch wel weer een hele andere pijn en zo intens. “Wat heb ik me hier in vergist, hoe ga ik dit overleven!”, dacht ik wanhopig. Ik zei er niets over. Ik bleek heel stil te zijn geweest, maar in mijn hoofd en lichaam was het een complete hel.

Persdrang wegzuchten

Op een gegeven moment begin ik lage oergeluiden te maken. Geluiden die je normaal gezien niet kan maken. Ik snap er totaal niets van. Ik heb om 11:05 een drukgevoel. Ondanks dat drukgevoel, mag ik nog niet persen. Ik heb geen idee of ik dat al doe en ook geen idee hoe ik het niet moet doen. Ik heb er totaal geen controle op. Dan zeg ik: “Ik wil een ruggenprik”. Ze kijken naar de ontsluiting: ik zit al op 9 cm, dus een ruggenprik is te laat. Ze zien dat Jinthe het zwaar heeft met de bevalling. Haar hartslag is niet optimaal. Ik moet op mijn linkerzij liggen, de weeeën wegzuchten en vooral niet persen. Om 11:20 heb ik volledige ontsluiting. Maar om 11:25 zakt haar hartje ook echt een paar keer weg.

Het gaat niet goed met Jinthe in de buik

Mijn man wordt een krukje aangeboden om naast mij te gaan zitten. Het wordt voor hem ook erg intens, omdat hij ziet dat het niet goed gaat. De gynaecoloog komt en er wordt direct een vacuümpomp gepakt. Er gaat een noodbel af en de hele kamer staat vol met mensen. Iedereen is heel stil. Behalve degene die tegen mij spreekt. De weeën zijn vanaf dat moment ook totaal niet meer zo intens pijnlijk. Er worden meerdere knips gezet. Ik wilde dat geluid nooit horen, maar op dat moment maakt het niets meer uit. Ik voel er niets van door de verdoving. Na één keer persen, is er nog één kans voor mij. Op de achtergrond wordt de OK klaargemaakt voor een spoedkeizersnee. Het bloed van Jinthe is gecontroleerd en haar conditie blijkt alles behalve goed.

Dan mag ik mijn ogen opendoen en Jinthe aanpakken

Met één pers en de vacuümpomp wordt Jinthe bijna geboren. Ik heb mijn ogen nog dicht tot de gynaecoloog zegt: “Ze wordt geboren. Doe je ogen maar open”. Dat doe ik. Ik pak haar ook nog zelf aan. Ze ligt bij me en laat al goed van zich horen door hard te huilen! Ik wil ook huilen van verbazing en geluk, maar er komt geen traan. Ik ben in een complete waas en helemaal kapot. De placenta komt er direct aan en de navelstreng wordt doorgeknipt. Ik probeer naar Jinthe te kijken en laat mijn ogen daarna wat dichtzakken. Een verpleegkundige komt na een tijdje Jinthe aanleggen voor de borstvoeding.

De gynaecoloog moet mij 2.5 uur hechten

Na een tijdje voelt mijn onderrug helemaal niet prettig aan. Ik voel ineens dat er een hechting wordt gezet, een hele scherpe steek. Hierdoor wordt ik weer wakker. Ik besef dat ik niet eens weet hoe laat Jinthe geboren is. De tijden worden me verteld. De gynaecoloog zegt dat de bevalling maar 2,5 uur heeft geduurd en dat ze nu ook zo’n 2,5 uur al aan het hechten zijn. “We zijn bijna klaar”, eindigt hij. Het is een behoorlijke shock dat de bevalling zo kort duurde en het hechten in vergelijking zo lang. Ik blijk ook een behoorlijke hoeveelheid bloed te zijn verloren, waardoor ik me mogelijk ook niet al te goed voel.

Ik blijf weken met een open wond zitten

We verblijven nog een nachtje in het ziekenhuis om bij te komen. De volgende ochtend gaan we naar huis en vervolgen we de kraamweek met onze kraamzorg.
Helaas verloopt de kraamweek niet fijn. De hechtingen van de knip knappen letterlijk los. Ik voel het meerdere keren losschieten, tot ik in de nacht zelf kijk en erachter kom dat het een hele open wond is. Ik loop nog 12 weken met deze wond van de knip. Huilend bel ik meerdere keren het ziekenhuis op. Ik weet niet waar ik het zoeken moet. Uiteindelijk mag ik toch langskomen en is het relatief snel opgelost. Hierna herstelt het snel en kan ik ook eindelijk normaal naar het toilet. Daarna begint pas de weg van de verwerking en het durven beseffen dat we ons wondertje, Jinthe echt bij ons hebben.

*Het Ovariële Hyper Stimulatie Syndroom (OHSS) is een complicatie van de IVF- of ICSI-behandeling. Door de hormonen ontstaan er meerdere eicellen tegelijk waardoor de eierstokken groter worden. Naast een aantal grote eitjes, zijn er ook een flink aantal middelgrote eitjes.

DANIELLE

Plaats een reactie