Ik had al een kindje met Down, bij de volgende zwangerschap knaagde er een voorgevoel bij mij

| ,

2016 was een turbulent jaar met veel verlies in mijn schoonfamilie. Op de verjaardag van mijn man overleed plots mijn schoonvader. Dit overlijden raakte zo en deed ons beseffen dat je moet leven met de dag en doen waar je van geniet. Dus wij besloten ervoor te gaan: ons eerste kindje. Het ging zo snel, want voor we het wisten was ik al zwanger. De zwangerschap vloog week voor week voorbij. Ik genoot intens. 

De verloskundige twijfelde

Er was tussendoor een bevlogen moment tijdens mijn zwangerschap waarop ik dacht: ‘Hmmm, het zou mij niet verbazen als de kleine down heeft’. Die gedachte heb ik meteen uit mijn hoofd gezet. Dat was doemdenken. “Nergens voor nodig, want alles is goed”, corrigeerde ik mezelf. Ik was net 35 weken. Mijn buik begon te rommelen. Ik twijfelde: “Is dit het begin? Dit is veel te vroeg. Dat kan nog helemaal niet!” Toch startte de bevalling. We mochten blijven in het ziekenhuis, waar met een vlotte bevalling onze dochter E. is geboren. “Zie ik het goed? Ik zie duidelijk iets aan haar ogen”, vroeg ik mezelf af. E. ging even met de verloskundige mee voor controle. Toen ik E. weer terug kreeg, sprak de verloskundige haar twijfel uit. Ze zag hetzelfde als ik. E had veel kenmerken van het Downsyndroom. Zo is het balletje gaan rollen. Uiteindelijk bleek het echt om het syndroom van Down te gaan. Allerlei onderzoeken kwamen voorbij om te kijken wat ze nog meer mankeerde, naast haar Down. Gelukkig konden we veel afstrepen, want ze mankeerde verder niets. Ze had alleen het Downsyndroom. De eerste weken waren niet echt een roze wolk, want er waren veel vragen bij mij. “Hoe kan dit? Wat houdt het Downsyndroom in? Wat gaat het ons brengen?” Ik ben nog jong. Ik word binnenkort 26. Uit het genetisch onderzoek bleek echter dat het een foutje van de natuur was, en niets genetisch bepaald.

Het begon te kriebelen voor een tweede kindje

Omdat E. het ontzettend goed deed, besloten wij er weer voor te gaan. We wilden graag nog een kindje. Een broertje of zusje zou zo leuk zijn vóór E., maar ook goed, want daar kon ze veel van leren. In 2019 was het zover. Wij bleken in verwachting van ons tweede kindje. We waren erg blij, maar ook voorzichtig. Ik wilde alles met mijn man bespreken. Want wat als het bleek dat we weer een kindje met Down verwachten? Veel vertrouwen in mezelf had ik niet meer, want ja wie zegt dat mijn lichaam niet weer gek doet? Mijn man en ik zaten samen op één lijn. Nu moesten we de NIPT afwachten. Van daaruit zouden we wel weer verder zien. Het duurde even, maar de uitslag was goed: ons tweede kindje had geen syndroom van Down. We konden gaan genieten! Voor ik het wist was de zwangerschap weer voorbij en begon het genieten met z’n viertjes. E. leerde inderdaad zoveel van haar broertje N. 

De echo gaf een ander termijn aan, dan ik had berekend

Het begon bij ons weer te kriebelen. “Zoude we een derde kindje willen?”, bespraken we. We besloten er voor te gaan. Begin 2021 bleek ik zwanger, maar deze keer had ik een onrustig gevoel. Ik verloor tot 8 weken steeds wat oud bloed. Dat kon volgens de verpleegkundige niets bijzonders zijn. Toch zat het mij niet lekker. Ik besloot het gevoel opzij te zetten en ik probeerde te genieten. Het lukte mij niet. De eerste echo ik zou ongeveer 9 weken zwanger zijn volgens mijn eigen berekening, maar de echo gaf wat anders aan. Het kindje was erg klein en had weinig vruchtwater. De gynaecoloog gaf aan dat het nog alle kanten op kon gaan. Het kon goed gaan, maar het kon ook nog eindigen in een miskraam. Pfffff… Dat stelde mij niet bepaald gerust. Daarnaast vroeg ik mezelf af hoe ik zo verkeerd heb kunnen rekenen. Het kindje zou volgens de metingen bijna 6 weken zijn. Over twee weken mochten we terugkomen voor een nieuwe echo.

Ondanks het goede nieuws, knaagde er wat bij mij

De weken kropen voorbij. Ik had weer last van bloedverlies en was ontzettend gespannen voor de echo. Daar kwamen de verlossende woorden van de gynaecoloog: “Het ziet er goed uit. De kleine is gegroeid. Het vruchtwater is toegenomen. Je bent nu ongeveer 9 weken zwanger aan de metingen te zien”. Wat een opluchting! Mijn man wilde het nieuws graag aan de familie en vrienden vertellen. Ik vond het goed en vertelde het ook aan wat vriendinnen van mij. Maar ik bleef met dat gevoel zitten. Ik kon niet genieten en merkte dat ik mij zelf probeerde te beschermen. Maar voor wat?

Ik sprak mijn gevoel uit naar de echoscopist

Toen kwam de 11-wekenecho. De kleine werd goed bekeken. Ik sprak naar de echoscopist mijn gevoel uit. Zij gaf aan dat zij niets geks zag op de echo. De kleine zag er goed uit. Ik probeerde mijn gedachten te verzetten en te gaan genieten. Ik hoefde alleen nog deze week naar het ziekenhuis voor de medische NIPT. “Na die uitslag”, sprak ik met mij zelf af, “ga je echt genieten van de zwangerschap. Misschien is dit wel de laatste keer dat je zwanger bent. Kom op! Het is zoiets moois en magisch, zeker dat getrappel straks.” Ik keek uit naar dat moment.

De uitslag van de NIPT

Toen kwam daar veel eerder dan verwacht een anoniem belletje. Ik merkte het aan mijzelf, er ontstond spanning. “Dit is te snel”. Het was de uitslag van de NIPT. ‘Het is weer Down, mevrouw. Ik weet ook niet hoe het kan. Ik heb dit nog nooit meegemaakt’, zei de dame aan de telefoon. Alles werd stil. Ik wist niet wat ik moest denken. Ongeloof. Ik dacht dat ze het bij het verkeerde eind hadden. “Het kan toch niet zo zijn dat wij nog een keer een kindje met Down verwachten!? Hoe?!”, was het enige wat door mijn hoofd ging. Het ziekenhuis vroeg wanneer we langs konden komen voor een vlokkentest. Ik gaf aan dat ik eerst even het één en ander met mijn man wilde bespreken. Na dit gesprek heb ik direct mijn man, maar ook onze ouders gebeld. Iedereen was snel bij ons thuis. De kinderen merkten dat er wat aan de hand was. Mijn ouders namen de kinderen op sleeptouw, zodat wij nog even rustig met het ziekenhuis de uitslag en vervolgstappen konden bespreken. We vroegen of de uitslag echt klopte. “Is er niet iets verkeerd gegaan met de uitslagen?”, zeiden we tegen de arts. “Hoe kan dit? Hoe gaat alles in zijn werk? Wat is het vervolg? Hoe willen we dit verder laten onderzoeken?” Al deze vragen, de hersenspinsels sloegen op hol. En ik merkte aan mijzelf dat het zoveel energie kostte. Ik moest ingrijpen. Want als ik dat niet deed, verloor ik mij zelf en dat kon niet voor mijn andere kindjes. Ik moest sterk blijven!

Vlokkentest 

Ik was heel zenuwachtig en zo bang voor wat er ging komen. Toen we naar binnen werden geroepen, zag ik de lieve verpleegkundige die de NIPT had afgenomen. Fijn om een bekend gezicht te zien. Ze was geëmotioneerd. We praatten met haar en de gynaecoloog over de opties als ons kindje Down heeft. “Wat is er met ons dat wij misschien weer een kindje met Down krijgen?”, vroegen wij. Ze konden ons niet overal een antwoord op geven, maar ze zouden er voor zorgen dat we straks snel de uitslag kregen. Aan de hand van die uitslag zouden we eventueel doorverwezen worden naar een geneticus om het te laten uitzoeken.

De echo gaf een duidelijk beeld

Toen begon de vlokkentest. De verpleegkundige stelde mij gerust. De gynaecoloog vertelde steeds wat ze deed. Met de echo op mijn buik konden we nu voor het eerst samen onze kleine zien. Youri had de baby nog niet gezien, omdat hij niet mee mocht naar de echo’s vanwege Corona. Deze echo was duidelijk. Je zag aan het gezichtje al dat de kleine het syndroom van Down had. De handjes waren dezelfde handjes als van zijn zus. Met die korte vingertjes. Ondertussen was de gynaecoloog bezig om wat vlokken van de placenta te pakken voor de extra bevestiging. Zelf had ik deze bevestiging niet meer nodig. Ik zag het al aan ons kindje. Terwijl we de baby verder bekeken, waren er al meer dingen die opvielen, die medisch gezien niet goed waren. De verpleegkundige zag dat de kleine wat cystes in zijn nek en verdere lichaam had. Het onderzoek was afgelopen. Binnen enkele dagen zouden we de uitslag horen. Als het echt om Down ging, zouden wij de zwangerschap gaan afbreken en de kleine geboren laten worden. 

Op internet zocht ik van alles uit: wat kan en wat mag, hoe begraaf je zo’n klein kindje? Maar vooral hoe kan ik zorgen dat de baby wel geregistreerd staat als ons kindje? Want het afbreken betekende niet dat wij niet van de kleine hielden. Het bleef ons derde kindje! Maar nog een kindje met Down in het gezin was teveel gevraagd. 

Lees HIER het vervolg

MACHTELD

Plaats een reactie