Verloskundige Marlies schat de bevallingssituatie voor het eerst verkeerd in

| , ,

Het is 18:55 uur. Mijn dienst van 24 uur gaat zo starten, ik neem het over van een collega. Terwijl ik de telefoon tussen mijn oor en schouder klem, ga ik aan de keukentafel zitten en start ik de laptop op. Vanuit huis kunnen we inloggen in ons softwaresysteem. In het logboek kan ik precies zien welke telefoontjes er vandaag geweest zijn en in de agenda welke kraamvisites gepland staan voor morgen. Ik lees dat mijn collega bij de Italiaanse Lesli is geweest tegen vijven. Lesli is vandaag precies 40 weken zwanger. In verwachting van haar eerste kindje en halverwege haar zwangerschap naar Nederland gekomen. Haar moeder is Nederlands, dus ze spreekt redelijk Nederlands, maar met een flink accent. Lesli heeft vandaag gebeld met de praktijk omdat haar vliezen gebroken zijn en de weeën begonnen na de lunch. Ze noemde het zelf trouwens geen weeën, maar grote golven. Grandi ondate. Mijn collega is gaan kijken, maar die was nog niet onder de indruk. ‘De krampjes waren er wel, maar ze waren niet sterk en krachtig en duurden nog kort. Ik verwacht er nog niet teveel van. Misschien zijn het toch wat voorweeën geweest?’, zegt de collega aan de telefoon. ‘De weeën vond ze ook best pijnlijk, dus ik heb haar verschillende tips gegeven om goed te kunnen ontspannen. Ben benieuwd of ze je nog gaat bellen straks.’ ‘We gaan het zien.’, zeg ik. ‘Het zou natuurlijk nog kunnen doorzetten.’ We nemen de verdere dingen door, en na 20 minuutjes ben ik bijgepraat. We verbreken de verbinding en ik besluit om even wat mailtjes weg te werken. Nadat ik daarmee klaar ben, heb ik het koud. Het bloed is uit mijn handen weggetrokken door het typen, ze zijn wit. Mijn nagels blauwpaars. Een warme douche zal me vast goed doen. De diensttelefoon leg ik op de rand van de wasbak, het belvolume op de hoogste stand. Je weet het maar nooit wie er kan bellen. Ik sleep dat ding altijd overal mee naar toe, zelfs naar de wc. Ik wil niet weten hoeveel mensen ik al te woord heb gestaan vanaf het kleinste kamertje. In de douche lijkt het altijd alsof ik ’s werelds grootste filosoof ben. Vele gedachtes passeren de revue, ondertussen zing ik voor de vierde keer hetzelfde liedje wat in mijn hoofd blijft zitten. Terwijl ik net mijn haren sta in te zepen gaat de telefoon. Ik draai de kraan dicht en hups al druppend van het water de douchecabine uit. Bibberend van de kou op mijn natte lijf pak ik de telefoon. Ik hoor de stem van Giuseppe. Hij praat in een paniekerige mix van Engels, Italiaans en een taal die ik nauwelijks kan verstaan. Naast een boel gebrabbel versta ik alleen zijn ‘Beebie, beebie. Pain Lesli pain…’. Het beste is dat ik gewoon even ga kijken. Ik ben benieuwd wat ik zal aantreffen. Ik knijp mijn ogen samen want er druipt shampoo in mijn ogen en het prikt enorm. Ik kijk naar mezelf in de spiegel en ik schiet in de lach. Ik lijk wel een verstrooide professor, door de grote witte wolk van shampoo op mijn hoofd. De vegen mascara onder mijn ogen laten me eruit zien als een panda. Snel zet ik de douche nog even weer aan om me af te spoelen. Ik föhn mijn haar niet, maar bind het in een knot op mijn hoofd. Nadat ik mijn gezicht heb schoongemaakt, ga ik als koos make-uploos naar beneden. Tas mee en go.

Tien minuten later rijd ik de wijk in waar Lesli woont. Rijen portiekflats staan achter elkaar. Het is een regenachtige koude avond, dus om te voorkomen dat ik compleet doorweekt raak, denk ik niet lang na. Ik pak alleen mijn visitetas uit de kofferbak. Daarin zit mijn doptone om het hartje te luisteren en de bloeddrukmeter. De verlostas met instrumenten kan ik straks nog wel ophalen, maar Lesli wil toch poliklinisch in het ziekenhuis bevallen, dus ik denk dat ik dit helemaal niet nodig heb. Ik loop naar de juiste voordeur en druk op de bel. Het duurt lang voor de deur naar het trappenhuis opengaat. De regendruppels slaan tegen mijn gezicht en lekken in mijn nek. Als ik even later het kleine flatje inloop, slaat de hitte me om mijn gezicht. Ik werp een blik op de thermostaat: 27 graden. De ruiten zijn beslagen van het condens. Het is rommelig in het appartement en dat verbaast me eerlijk gezegd. Lesli is namelijk een gracieuze dame. Ze ziet er altijd keurig uit, met opgestoken haren en perfect gestifte lippen. Zelfs nu staat ze opgetut naast de keukentafel in een negligé. ‘Buonasera.’, klinkt het zachtjes. Het glanzende satijn accentueert Lesli’s silhouet. Het koningsblauwe jurkje staat prachtig bij haar olijfkleurige huid en spant strak om de zwangere buik. Giuseppe daarentegen ligt in smoezelige joggingsbroek op de bank en in zijn shirt zitten zweetplekken. Hij frunnikt aan het petje op zijn hoofd. ‘Contrazioni di assestamento, ad un minuto l’una dall’altra.’, zegt hij gehaast. Ik spreek geen Italiaans, maar voor ik kan vragen wat hij bedoelt vult Lesli hem al aan. ‘Hij heeft gelijk-e.’, zegt ze kalm en met hét stereotiepe, herkenbare geluid van het Italiaans: de toevoeging van klinkers na ongeveer elke lettergreep. ‘Die weeën komen sneller-e, ze nemen echt toe. Het lijkt alsof ze elke minuti zijn-i.’ Ik observeer. Kijk naar de rustige vrouw. Het is een trucje wat je als verloskundige aangeleerd krijgt in de opleiding. Het is een soort helikopter-view. Je kan binnen een paar seconden de situatie inschatten. Ik zie dat partner gespannen is (niet te missen), maar het lijkt alsof Lesli niet goed in partu is. De weeën komen wel elke vijf minuten, maar ze hoeft nauwelijks te zuchten. Dit kan nachtwerk worden. Ik kijk op mijn horloge: 20:31 uur.

‘Zullen we toch even controles doen?’, vraag ik. Lesli knikt en gaat me voor naar de slaapkamer. Ze gaat eerst op de rand van het bed zitten en ademt daar heel beheerst een wee weg. Ik pak mijn doptone en een setje handschoenen uit mijn tas. Vanmiddag had Lesli een stugge baarmoedermond en geen ontsluiting, vertelde de collega. Haar lichaam leek toen niet klaar om te bevallen. Als ik haar nu zo zie, zal het misschien een beetje zijn opgeschoten, maar vast niet heel ver in het proces. Toch heb ik het mis en het inwendig onderzoek verrast ons echter beide! Ze heeft 10 centimeter ontsluiting! Ik snap er niks van, mijn inschattingsvermogen heeft me in de steek gelaten! Ik voel voorzichtig opnieuw, om er zeker van te zijn dat ik het niet fout heb. Toch voel ik geen randje van de baarmoedermond, ik stuit direct op het babyhoofd. ‘Je hebt volledige ontsluiting Lesli!’, zeg ik opgewekt. Het lijkt een aansporing voor Lesli. Haar ademen verruilt ze ineens voor zacht grommen. Haar buikspieren gaan in een reflex harder aanspannen, de persdrang dient zich aan. En terwijl ik met opgetrokken wenkbrauwen vrolijk kijk wat er gebeurd, zakt mijn mond ineens open van verbazing. De volledige omvang van het hoofd verschijnt binnen één wee. Oh wow. Dit gaat wel heel snel. ‘Shit. Ik heb mijn tas met alle spullen nog in de auto’, zeg ik in het luchtledige. Niemand reageert. Ik denk na en maak een rekensom. Het trappenhuis naar beneden, naar de auto, tas pakken en dezelfde route weer terug. Als ik ren kost het me misschien 5 tot 7 minuten, maar dat blijkt nog te lang. Lesli heeft haar ogen dichtgeknepen en perst inmiddels mee, Giuseppe staat van een afstandje met ogen als schoteltjes te kijken. Hij lijkt wel een standbeeld, zo versteend. Tussen het puffen door praat Lesli tegen Giuseppe. Ik herken het woord liefje (tesoro) en handdoeken (asciugamani puliti) van mijn vakantie in Verona een tijdje geleden. Snel pakt Giu uit de kast een stapel schoon wasgoed en gooit het op het bed. Ik kan nog net een schone handdoek van de stapel pakken en direct daarna wordt de baby geboren. Met een boogje belandt hij in de stapel zachte handdoeken. Het kleintje begint direct te huilen. Ik kijk naar Lesli die haar hoofd achterover in het kussen gooit en uitpuft. Naast het bed zit Giuseppe op zijn hurken te kijken naar het tafereel. Snel droog ik de huilende baby af en leg hem op de borst van Lesli. De wekker op het nachtkastje van Lesli laat zien dat het 20:41 uur is. Dat is nog eens razendsnel bevallen van een eerste baby! Ik ben blij dat alles goed is gegaan en dat ik de spullen uit mijn verlostas niet nodig heb gehad. Dat is precies waarom ik zo van de verloskunde houd, denk ik glimlachend. Geen dag is hetzelfde!

MARLIES (klik hier om op haar Instagram te koekeloeren)

Plaats een reactie