Ik was een kraamvrouw, zonder baby

| ,

Een dag na mijn uitgerekende datum, beviel ik van ons overleden zoontje

Net na de bevalling was ons kindje nog warm en zacht. We hebben hem meteen volop geknuffeld, geaaid, besnuffeld, kusjes gegeven en dichtbij ons gehouden. Al snel werd hij kouder en stijver. En wij waren zó moe. Het was inmiddels 5 uur ‘s ochtends, dus legden we hem in zijn ziekenhuisbedje. Die paar uurtjes voor het ochtend werd, lag hij zo tussen ons in. In een zelfde soort bed als mijn dochter drie jaar eerder. Een eeuwigheid geleden. Een wereld van verschil. En toen werd het ochtend. Continue voelde ik een combinatie van trots en blijdschap overschaduwd door intens verdriet, onbegrip en leegte. Elke keer als ik naar mijn kindje keek, was ik intens gelukkig en leek ik een seconde lang te zweven om vervolgens met grof geweld neergehaald te worden door verdriet, pijn en gemis. Het gemis van hem nog heel lang bij ons mogen houden. En dat gemis is zó oneerlijk. Want alles was zoals het moest zijn. Met het allermooiste snoetje. Zo prachtig en lief. Het leek alsof het universum een verdorven spel met ons speelde. Hier, je krijgt een voorproefje van hoe mooi het had kunnen zijn. Smachtend steek je je armen uit. Om vervolgens mis te grijpen in het niets. Wat overblijft is leegte en intens verlangen. Je voor altijd afvragend hoe het had kunnen zijn.

Ze zeggen wel eens dat ouders hun leven lang bezig zijn met het loslaten van hun kind

Dat begint al vroeg bij de eerste nacht slapen in het eigen bedje, de eerste keer naar de crèche, de eerste logeerpartij bij opa en oma en op latere leeftijd alleen naar school fietsen, op kamers wonen en een eigen gezin stichten. Normaal gesproken heb je een heel leven lang de tijd om je ‘baby’ los te laten. Maar hoe doe je dat in hemelsnaam in vijf dagen? Dagen die normaal in het teken staan van elkaar leren kennen zullen bij ons alleen maar draaien om afscheid nemen. Toch pakten wij langzaam de realiteit weer op. We ontbeten en dat smaakte verrassend goed. Niet gek dat ik honger had na de bevalling en de achtbaan aan emoties, die looping na looping leek te maken. Rond 11 uur ‘s ochtends werd het dan echt tijd om ons zoontje uit handen te geven aan de patholoog. Wat was het moeilijk om hem nu alweer kwijt te zijn.

Voordat we naar huis gingen, spraken we met de psycholoog van het ziekenhuis

We namen de stappen in het rouwproces door en probeerden een inschatting te maken van hoe we het deden. De belangrijkste vraag was hoe we het rouwproces zo goed mogelijk konden laten verlopen, ook voor onze dochter. Het advies was om vooral eerlijk te zijn. De feiten niet mooier maken dan ze zijn. Ik had bijvoorbeeld al samen met haar de traktaties gemaakt voor de crèche. Moest ik haar nog laten trakteren? Ze was natuurlijk wèl grote zus geworden. Het leek de psycholoog beter om dit niet te doen, omdat er volgens haar geen sprake was van een feesje. Hier heb ik later overigens spijt van gehad, want ook al was het verdrietig, ons kindje was wèl geboren en dat mocht ook best gevierd worden. Bovendien had ik onze dochter dan ook de kans geboden om haar verhaal aan de kindjes op de crèche te vertellen. Ze heeft dit nu slechts mondjesmaat gedaan.

Daarna reden we naar huis, zonder onze zoon

Hij lag niet in mijn armen maar in de koude kelder van het ziekenhuis waar hij werd onderzocht. Ik voelde me leeg en moe. Mijn lichaam deed pijn en ik ervaarde alle lichamelijke ongemakken die je voelt als verse kraamvrouw na een pittige bevalling. Maar dan zonder de gelukshormonen, natuurlijke hoogtepunten bij het zien van je kindje en het gevoel van onmetelijk groot geluk. In plaats daarvan was het oorverdovend stil. Ik was een kraamvrouw. Een kraamvrouw zonder kind.

Rond het middaguur kwamen we thuis, met een lege maxicosi, zonder baby

Zo kon ik een klein moment de realiteit ontvluchten. Al keek ik wel continue naar de mooie foto’s die op mijn telefoon stonden. Verdrietig, maar zo trots op onze knappe zoon. ‘s Middags brachten mijn ouders onze dochter thuis. We hadden haar enorm gemist. Tijdens de dagen dat ze uit logeren was, verlangden we constant naar foto’s en updates. Plotseling werden we overbezorgde ouders. Onze dochter was zelf ook van slag en had voor het eerst heimwee. Het was dus heerlijk om haar weer thuis te hebben. Haar zien, voelen, ruiken en knuffelen werkte troostend. Op die manier kon ik ook toegeven aan de knuffelhormonen, die mijn lichaam tijdens en na de bevalling volop aanmaakte.

Lichamelijk kon ik nog niet veel

Ik miste de kraamzorg ondanks dat mijn vriend, ouders en schoonouders ons hielpen. Het voelde niet goed om hen steeds voor mij te laten lopen. In bed heb ik na de bevalling overdag nauwelijks gelegen. Ik had er geen behoefte aan om daar alleen te zijn ook al had ik last van naweeën en stuwing. Medicijnen tegen stuwing slikte ik niet, want die konden ook zorgen voor depressieve gevoelens. Ik was al down genoeg, dus besloot moeder natuur haar onverbiddelijke gang te laten gaan. Mijn lichaam schreeuwde om een levend kindje en dus was het advies van de verloskundige om de boel strak af te binden. Ik koos die nacht voor een knellende sportbeha. Wonder boven wonder was de stuwing de volgende ochtend verdwenen. Schijnbaar begreep mijn lichaam razendsnel wat er aan de hand was.

Aan het einde van de dag kregen we een vervelend telefoontje van het ziekenhuis

We moesten halsoverkop beslissen of we het hartje en de longen van onze zoon wilden laten onderzoeken in het LUMC. Het onderzoek zou twee weken kunnen duren en we zouden onze zoon dan pas later kunnen begraven óf moesten hem begraven zonder zijn hartje en longen. Van de gedachte dat onze kleine baby twee weken alleen in een koud mortuarium zou moeten liggen werd ik zo ontzettend bedroefd. Ook begraven zonder zijn hartje was gevoelsmatig geen optie. Na alles afwegen besloten we om het onderzoek gewoon in Den Haag plaats te laten plaats vinden. Dan maar met een iets minder goede microscoop. De kans dat daardoor doorslaggevende bevindingen zouden worden gemist, was volgens de artsen niet groot.

De volgende dag hielden we constant onze telefoon in de gaten

We belden meerdere keren met onze uitvaartverzorgster. Zij zou onze zoon ophalen in het ziekenhuis en thuisbrengen. Om 17:00 uur was het eindelijk zo ver. Wij waren er klaar voor en verlangden hevig naar ons kindje. Onze deuren stonden open. Hij kwam eraan.

LAURA

Plaats een reactie