Bevallingsverhaal: “Mijn bevalling was in volle gang, terwijl op datzelfde moment mijn man een auto ongeluk kreeg en naar het ziekenhuis werd gebracht”

| ,

Daar zat ik dan, 34w3d zwanger bij de diplomauitreiking van mijn oudste broer. Een warme dag. Met mijn grote buik was ik voor mijn doen flink aan het zweten en puffen op de stoel. Mijn schoonzus zat naast me en zei dat ik er niet goed uit zag. Het plan was om met z’n allen nog gezellig wat te gaan eten na de ceremonie, maar het leek me toch verstandiger om zo snel mogelijk naar huis te gaan, op de fiets weliswaar. Enkele uren later lag ik aan de CTG met mijn partner aan mijn zijde in het ziekenhuis. Mijn schoonzus had het goed gezien: de weeën waren begonnen. Zo abrupt als ze begonnen waren, eindigden ze ook. Wel had het 2 centimeter ontsluiting opgeleverd waardoor er besloten werd dat ik de rest van de zwangerschap bedrust moest houden.

23 Oktober 2017 (37w6d)

03.00 uur

Wanneer ik voor de vierde keer denk dat ik naar de wc moet om te plassen, sta ik geirriteerd op. Ik zet twee stappen en mijn vliezen breken. Ik maak Sezar wakker en zeg dat de bevalling echt begonnen is en stuur snel een appje naar mijn ouders die in het buitenland wonen. Ik sta stijf van de spanning, maar behalve wat krampjes en lichte weeën gebeurt er nog weinig.

08.00 uur

Ik heb de verloskundige geinformeerd. Ze geeft aan dat ze er binnen een uurtje is. Ik vertel Sezar dat hij beter gewoon naar de universiteit kan gaan vandaag, maar dat ik hem zal bellen zodra het vordert.

09.00 uur

De verloskundige is samen met de stagiaire bij ons thuis. Ze stellen voor om te toucheren. Net als een paar weken eerder zit ik nog steeds op 2 centimeter. Ik word gestript om het proces iets te versnellen. We spreken af dat ze rond 15.00 weer langs komen.

15.00 uur

Ze staan weer voor de deur en eigenlijk is er nog erg weinig vooruitgang. Ik word nogmaals gestript en dit keer spreken we af dat ze om 19.00 terug komen om samen richting het ziekenhuis te gaan. Zodra ze vertrokken zijn, stap ik in de douche en al snel worden de rugweeën krachtiger.

16.30 uur

Ik heb contact met Sezar en hij geeft aan dat hij net mijn kraampakket heeft opgehaald bij het postkantoor (deze was helaas niet op tijd in huis) en binnen 20 minuten thuis zal zijn.

17.30 uur

Sezar is er niet. Ik bel, ik bel nog een keer, nog een derde keer, maar ik krijg geen contact. Ik ben gefrustreerd. Hij is vaker te laat, maar mijn onderbuikgevoel vertelt me dat dit niet goed zit. Tien minuten later belt hij zelf om te vragen hoe het met me gaat. “Waar ben je?”, is het eerste wat ik zeg. “Schat, kun je de weeën nog opvangen? Ik ben binnen 30 minuten thuis.”. “Sezar. Serieus! Waar ben je?!” Er volgt een lange stilte en hij geeft aan in het ziekenhuis te zijn. “Maar waarom, we hebben toch afgesproken dat je mij zou halen? We gingen samen met de verloskundige… Waar ben je mee bezig?”. Hij vraagt me om rustig te blijven en niet te schrikken, maar vertelt dat hij een ongeluk heeft gehad. Onze auto is door een vrachtwagen geraakt en de airbag is af gegaan. Hij moest verplicht mee naar het ziekenhuis om zijn nek te laten controleren. Hij geeft aan dat zijn ouders onderweg zijn om hem te halen, omdat onze auto total loss verklaard is. Ik hang op en hoewel ik erg rustig was geweest de hele dag, kwam alle paniek er uit. Daar zat ik dan. In mijn eentje. Ik wist dat de weeën te heftig waren om de twee trappen nog af te lopen en de deur open te doen als de verloskundige er aan zou komen. In de tussentijd informeerde ik mijn ouders en nog geen minuut later belde mijn oudste broer. “Ammie, wil je dat ik naar je toe kom? Ik weet dat je de trap niet af kunt, maar probeer je buren te roepen dan kunnen ze de deur voor me openen.” Ik vertel dat het niet nodig is en dat het wel gaat. Mijn broer zegt dat dit niet het moment is om me groot te houden en dat hij me inmiddels wel kent. Daar heeft hij gelijk in. Ik geef aan dat ik het prettig zou vinden als hij samen met zijn vrouw naar het ziekenhuis gaat om te kijken hoe Sezar er aan toe is. Dit doen ze en 15 minuten later word ik opnieuw gebeld, dit keer om aan te geven dat Sezar onderweg is en in de tussentijd zal mijn oudste broer aan de lijn blijven.

19.00 uur

We zitten bij de verloskundige en stagaire in de auto onderweg naar het ziekenhuis. Zodra we aankomen, ga ik in de douche zitten in de hoop dat de bevalling eindelijk gaat doorzetten. De weeën zijn inmiddels krachtiger. Zelf ben ik extreem uitgeput door de slapeloze nacht en de stress van het ongeluk.

21.00 uur

Er wordt besloten om morfine toe te dienen, zodat ik kan slapen en weer wat kracht heb om hopelijk de volgende dag te bevallen. Helaas brengt de morfine me niet in slaap, wél lijk ik er ontzettend high van te worden.

24 Oktober 2017

8.30 uur

Na een nacht alleen maar te hebben liggen vloeken en niet geslapen te hebben, komt er eindelijk een team binnen om me te toucheren. Er wordt aangegeven dat ze vannacht constante weeënactiviteit hebben geconstateerd, dus erg benieuwd zijn naar hoe ver ik ben op geschoten. Wat een teleurstelling. Ik zit nog steeds op 2 centimeter. Het team geeft aan dat ze me weeënopwekkers zullen geven. Ik glimlach, maar zodra ze de kamer verlaten breek ik. We zijn inmiddels 29.5 uur, een ongeluk en heel wat minder slaap verder, maar nog steeds geen baby.

09.00 uur

De weeënopwekkers worden toegediend.

10.30 uur

Ik weet niet meer waar ik het zoeken moet. Ik heb rugweeën en ik weet niet hoe ik ze kan opvangen. Ik vraag om een ruggenprik. Nee, ik smeek om een ruggenprik.

11.10 uur

Ik val weg tussen de weeën door. Er wordt aangegeven dat ik wakker moet blijven, anders kunnen ze geen ruggenprik zetten. De prik wordt gezet.

11.20 uur

Ik heb eindelijk het gevoel dat ik me weer een beetje normaal kan gedragen. Ik ben weer rustig, er is geen paniek en ik mag elk kwartier op het pompje drukken. Ik bel de verloskundige om te vertellen hoe het er voor staat. Zij geeft aan dat ze er op rekenen dat het nog een aantal uur zal duren, dat we om 13.00 opnieuw bellen en ze naar het ziekenhuis zal komen. Ik hang op. Ik voel mijn benen nog steeds. Ik voel de weeën, maar ik voel ook wat anders. Persdrang.

11.30 uur

Ik verzoek het team om me te toucheren. “Nee mevrouw, dat kan niet. U zit nog lang niet op 10 centimeter. We hebben net de ruggenprik gezet.” Ik kijk Sezar aan en hij weet dat ik het meen. “Zou u toch even kunnen kijken? Ze zegt dat ze het echt niet meer tegen kan houden.” De gynaecoloog zegt dat het niet nodig is en dat vrouwen dit vaker voelen. Ik vertel haar dat als ze me nu niet helpt, ik de baby er zonder haar hulp uitduw.

11.40 uur

“Mevrouw, u heeft gelijk. U heeft volledige ontsluiting en mag gaan persen.”

12.01 uur

Daar is ze dan, onze prachtige dochter Aurélie. 49 Centimeter en 3020 gram. Het mooiste, kleinste wezentje dat ik ooit heb ontmoet.

AMBER

Plaats een reactie