Noors* gehuil komt niet alleen door haar gebroken sleutelbeen

| ,

In deze minireeks neemt Elianne jullie mee in het verhaal van Noor*.

Noors verhaal begint bij – hoe kan het ook anders – haar geboorte. Noor is ons tweede kindje. Haar broer Luuk is geboren met een keizersnede. Bij Noor kreeg ik tijdens de zwangerschap de keuze: een geplande keizersnede of een natuurlijke bevalling. Ik koos voor de natuurlijke bevalling. Bij een natuurlijke bevalling na een keizersnede is er een klein risico op een scheur in de baarmoeder en daarom moest ik medisch bevallen.

Luuk is pas geboren met 41 weken en vijf dagen, dus ik verwachtte eigenlijk niet dat Noor heel vroeg zou komen. Toen ik 39 weken en zes dagen zwanger was, voelde ik ’s morgens gerommel in mijn buik. Mijn man was aan het werk. Ik heb in de ochtend nog thee gedronken met een vriendin, terwijl onze zoontjes samen speelden. Toen zij weer naar huis gingen, fietste ik mee met Luuk achterop om nog even brood te halen. Ik begon toch wel te twijfelen of het gerommel het begin van de bevalling zou kunnen zijn en ik wilde zorgen dat we brood in huis hadden voor als mijn man en ik naar het ziekenhuis zouden zijn voor de bevalling. Toen we weer thuis kwamen, heb ik nog even gestofzuigd. Daarna was het gerommel toch wel echt te herkennen als weeën. Ze kwamen steeds regelmatiger en ik moest ze wegzuchten. Ik belde mijn man en mijn moeder dat ze moesten komen. Hierna belde ik het ziekenhuis. Tijdens het telefoongesprek moest ik al een paar weeën wegzuchten, dus we mochten zo snel mogelijk komen.

Om half drie ’s middags waren we op de verloskamer. De klinisch verloskundige controleerde gelijk de ontsluiting. Vijf centimeter al! “Dat schiet op”, dacht ik. Een uurtje later heb ik om pijnstilling gevraagd, omdat de weeën pijnlijker werden en steeds vaker achter elkaar kwamen. Ik kreeg een pompje met Remifentanil. Het pompje haalde de scherpe randjes er van af en maakte mij sloom en onder invloed. Ik heb de rest van de dag op mijn zij gelegen, zuchtend en drukkend op het knopje van de medicatie. ’s Avonds ging de ontsluiting toch een stuk langzamer. Ik kreeg nog een infuus met weeënopwekkers voor het laatste stukje. Om elf uur ’s avonds mocht ik persen. Ik heb alles gegeven en heel snel werd Noors hoofdje al geboren. Maar toen bleef haar schouder steken. Ik moest mijn benen in de lucht gooien en daarna plat op bed leggen. Toen dat ook niet hielp, heeft de arts-assistent die de bevalling leidde met haar handen geprobeerd Noors schoudertje naar buiten te krijgen. Ineens hoorden we een knappend geluid. Ik was zelf best wel wazig door de Remifentanil en even dacht ik nog dat het knappende geluid de vliezen waren of iets dergelijks. Maar het was Noors sleutelbeentje. Met een gebroken sleutelbeentje kwam het mooiste meisje ter wereld. Op 17 januari 2020 om 23:17 werd Noor op mijn borst gelegd. Ze was stil. “Ze doet het niet. Ze doet het niet”, zei ik tegen mijn man. Ik weet niet hoe lang het heeft geduurd, maar uiteindelijk ging ze toch huilen. Wat waren we blij om haar gehuil te horen! Toen wisten we niet dat we dat geluid nog veel vaker en langer zouden gaan horen.

Noor werd snel van mij af gehaald en door de kinderarts nagekeken. In de tussentijd werd ik gehecht. Noor werd naar de high care van de neonatologie afdeling gebracht. De verpleegkundige gaf mij de keuze: eerst douchen of eerst naar neonatologie. Die keuze was snel gemaakt. Ik wilde naar mijn dochter! Ik werd opgefrist en daarna met bed en al naar de high care gebracht. Daar lag mijn lieve meisje. Net geboren, alleen een luier aan en een soort netverband om haar schouder. Ze werd op mijn borst gelegd, maar het lukte haar niet te drinken. We knuffelden samen tot ik terug ging naar de verloskamer. Daar heb ik gedoucht en werd ik verhuisd naar de kraamafdeling. Zonder mijn baby. Mijn man ging naar huis, waar mijn moeder op Luuk aan het passen was.

De dagen die volgden bleef Noor op neonatologie. Met haar 4120 gram leek ze een reus tussen alle kleine, te vroeg geboren baby’s. Ze lag aan de monitor en had een infuus met morfine tegen de pijn van haar breukje. Toch was ze nog steeds oncomfortabel. De kinderartsen en verpleging waren zoekende waar dat vandaan kwam. Ze kreeg naast de morfine ook paracetamol en een neusmaagsonde, omdat het drinken niet goed lukte. De veronderstelling was toen nog dat ze niet goed kon drinken door de pijn.

Noors gezichtje was helemaal blauw door de bevalling. Uit haar bloedwaarden bleek ook dat ze een te hoog bilirubine had. Ze werd een paar keer onder een blauwe lamp gelegd om het bilirubine af te breken. Ze kreeg een brilletje op om haar ogen te beschermen. De fototherapie werkte gelukkig wel en na een paar sessies onder het blauwe licht was haar bloed weer goed. Om uit te sluiten dat er nog iets aan de hand was dat Noors onrust kon verklaren, werd er een echo van haar hart en een foto van haar longen gemaakt. De uitslag was gelukkig goed. Het drinken ging nog steeds niet heel goed, maar ze kon wel beetjes drinken uit de borst. De sonde mocht er uit. En na vijf dagen neonatologie mocht ze eindelijk mee naar huis!

In de dagen en maanden die volgden zouden we er achter komen dat Noors onrust niet alleen kwam door haar gebroken sleutelbeen. Maar eerst stond ons nog heel veel gehuil en onrust te wachten. Dat wisten we nog niet toen we Noor mee naar huis namen. We dachten dat ze last had van de breuk en dat het vanzelf beter zou gaan. We zagen de grote zwarte dreigende wolk niet die stiekem boven ons hing, maar die zouden we gauw genoeg merken.

ELIANNE

Plaats een reactie