Tijdens de zwangerschap en bevalling van onze Lou* leek ze een kerngezonde baby

| ,

Wel, niet, wel, niet, wel… Vorig najaar kwamen onze twijfels voor een derde kindje tot een climax. Voorgaande jaren waren wij vrij zeker van onze zaak dat wij met onze twee jongens compleet waren. Niets meer aan doen. Count your blessings, koester wat je hebt en nog meer van dat soort krachttermen. Wij zijn tot over onze oren verliefd op onze jongens, die twee prachtige, heerlijke, onwijs lieve mannen (natuurlijk heus wel een gevalletje van achter het behang tot over onze oren). Kortom, wat wil je als een gelukkig gezin nou nog meer?

De wens naar een derde kindje groeide

Tot die ene dag, de welbekende druppel. Wij hadden al veel met elkaar gesproken, met mensen in onze omgeving zitten kletsen en ervaringen op internet opgezocht. En stelden onszelf de vraag: “Als wij over 20 jaar terugkijken op ons leven, zouden wij dan spijt hebben van onze keuze dat wij het niet hebben gedaan?”. Het antwoord op deze vraag deed alle seinen op groen springen. De twijfel verdween als sneeuw voor de zon. Wij wisten het zeker. Wij wilden een derde. Wij wilden nog een allermooiste cadeautje toevoegen aan ons gezin.

In één keer raak

Niet veel later was het al raak. Dat was echt mazzel! Hup, volgende maand zwanger. Echter, deze zwangerschap voelde anders dan bij de jongens. Ik was in het begin onwijs misselijk en moe. Ongekend. Je kon mij opvegen. Ondanks het verschil met de vorige zwangerschappen was ik ervan overtuigd dat ik weer zwanger was van een jongen. Na de eerste termijn echo hebben wij de jongens verteld dat zij een broertje of zusje kregen. Abel maakte zich nog druk over hoe de baby dan in mama’s buik moest komen en was zichtbaar opgelucht toen wij hem vertelden dat de baby in de buik al geregeld was. Daarna maakte hij zich zorgen over het feit dat wij nog geen kinderwagen en wieg hadden. Gelukkig konden wij hem vertellen dat wij de kinderwagen van tante Bo overnamen en dat de wieg nog op zolder stond. Faas was meteen euforisch. Een levende pop om voor te zorgen. Hoe tof was dat?

De zwangerschap verliep voorspoedig

Net zoals bij de jongens doorliepen wij de periode van echo’s en NIP-test en slaagden wij, en baby’tje Lou, glansrijk voor al deze zaken. Bij de geslachtsecho bleken wij een meisje geproduceerd te hebben, ongelooflijk, een cadeautje met een gouden rand. Wel kregen wij een extra echo voor de ligging van de placenta. Hierna volgde nog een echo, omdat Lou wat aan de kleine kant leek (uiteindelijk viel dat reuze mee met 3730 gram en 54 cm). Er leek niets om ons zorgen over te maken. Bij de jongens moest ik ingeleid worden in verband met zwangerschapscholestase, Abel bij 39 weken en Faas bij 37 weken. Omdat de kans op herhaling van cholestase bij een volgend kind meer dan 50% tot 80% is, hielden we dit bij de zwangerschap van Lou goed in de gaten. Vanaf week 35 ben ik elke week geprikt om de waarden te controleren. Vanwege mijn zwangerschapsgeschiedenis had ik nooit gedacht dat ik de 40 weken aan zou tikken. Daar had ik mij dus ook niet op voorbereid. Wat een hel. Ik had onwijs veel vruchtwater en Lou was helemaal niet zo klein, dus ik kon de laatste weken niet lopen, liggen, zitten of staan. Omdat bepaalde waarden van mijn lever plotseling omhoog gingen en ik de 40 weken gepasseerd was, mocht ik eindelijk naar de eindbaas: de gynaecoloog.

De gynaecoloog vond het welletjes

Ik zat in de wachtkamer en Steef zat in een gang voor de wachtkamer (coronabeleid). Ik had mijn telefoon ook in mijn tas gelaten. Ik vond dat ik met telefoon onbeleefd en onprofessioneel over kwam. De gynaecoloog had zichtbaar medelijden met me. Nadat hij me flink had gestript, en hij zich daar nog een paar keer voor geëxcuseerd had, vond hij deze zwangerschap ook wel welletjes geweest. Ik had pijn, de waardes van het bloed waren duidelijk verhoogd en ik had mijn 40 weken er al opzitten. Een belletje naar de kraamafdeling volgde en ik kon de volgende dag al terecht. “What?! Fuck yes!”, dacht ik. Professioneel als ik was, nam ik netjes afscheid van de gynaecoloog. Ik liep (of strompelde) verbaasd, opgelucht en blij naar Steef en vertelde hem het goede nieuws. We kregen succeswensen van zijn buurvrouw waar hij al die tijd naast had gezeten. Snel naar huis en iedereen het goede nieuws vertellen. Ook moesten we het allemaal logistiek regelen met de grote broers. De volgende dag nam ik een selfie voor de lege box, want dit was de laatste keer als gezin van vier! Daar in die lege box zou snel een lief klein zusje liggen.

Op 8 oktober moest ik om 15.00 uur naar de kraamafdeling bellen om te vragen of er plek was. En ja hoor, ik kon om 16.30 uur terecht, maar het was druk dus het kon allemaal wel wat langer duren. Steef had chocoladepepernoten, champagne, cola, chips en nog meer versnaperingen ingeslagen, dus we zouden het wel uithouden. We waren bij geen enkele bevalling zo goed voorbereid geweest, zelfs de champagne glazen zaten ingepakt in de tas. Na twee bevallingen kenden we de klappen van de zweep.

We kozen een bevaldatum

Bij de jongens verliep de bevalling nogal rap en ook nu was ik bang voor een stortbevalling. Ik had dan ook aangegeven dat ik het fijn vond als de remifentanil alvast klaar zou staan. Wij grapten nog met de verloskundigen over de datum. Steef en ik hadden de voorkeur voor 8 oktober, omdat 8 een mooier getal was dan 9. Onze verloskundige werkte die dag tot 00.00 uur en vanwege de goede klik was dat nog een reden waarom Lou echt op 8 oktober geboren moest worden. Ook stonden wij nog lang, té lang, stil bij de wagen die de kamer werd ingereden waar baby’s op worden behandeld als er iets mis is. “Die hebben jullie vast niet nodig, maar ja, het is protocol”, zegt de verpleegkundige.

De geboorte en start van Lou

Ik liep die dag al met 3 a 4 cm ontsluiting. Lou was nog niet ingedaald, dus wilden ze de vliezen nog niet breken. Om 22.30 uur kwam de gynaecoloog en besloot de vliezen toch te breken. Die pijnstilling werd alvast klaar gezet. Na het breken van mijn vliezen, werd daar na 1.5 uur om 00.01 uur op 9 oktober onze nu al eigenwijze, lieve, prachtige dochter Lou geboren. Iedereen was in extase. ‘Wij kunnen ook zeggen dat ze alsnog de 8e is geboren hoor’, zei de gynaecoloog. ‘Nee, 9 oktober is perfect!’. Ons meisje is perfect. Lou lag op mijn buik te huilen, werd stil, werd getriggerd, ging weer huilen, werd weer stil en zo ging het even door totdat de verloskundige en verpleegkundige het wel geloofden en ons na alle controles even alleen lieten.

‘Eindelijk, daar ben je!’, zei ik en ik keek meteen onder het lakentje of ze wel echt een meisje was. Stephan controleerde meteen of ze niet de dikke duimen van haar moeder, die alle meisjes in onze familie hebben, had geërfd. Allebei slaakten wij een zucht van opluchting. Niet veel later belden we mijn ouders, haar opa en oma, om het heugelijke nieuws te vertellen. Hun eerste kleindochter, onze dochter en zusje was geboren.

Lees hieronder het volgende deel:

Deel 2: De verpleegkundige wil pasgeboren Lou* onderzoeken, want ze vertrouwt het niet helemaal

VERA

Plaats een reactie